KERN 30_Functiewoorden

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

- Startklaar maken: pak je laptop, KERN boek.
- Log in bij LessonUp, huiswerkplanner erbij pakken.
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken in de klas
Rust & respect:
- Spullen mee.
- Naar elkaar luisteren.


UIT? Werk in aula aan KERN 30
 Meld je 5 minuten voor einde les bij docent.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
1. Uitleg KERN 30.
2. Oefeningen maken bij KERN 30.
3. Zelfstandig werken.


Vandaag huiswerkcontrole NUMO. Niets gemaakt = HV.

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk deze week
Iedere maandag: controle NUMO (30 minuten)

29/11: 
KERN 30 - vraag 1 t/m 4.
 Filmrecensie inleveren via ELO (so-cijfer)

02/12: 
Eerste 20 bladzijden jeugdboek zijn gelezen. 

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel KERN 30
Je leert functiewoorden herkennen in een tekst, zodat je sneller snapt waarover een tekst gaat.

Slide 6 - Tekstslide

Begrijpend lezen PTO-2
KERN 29: tekststructuur. (PTO-1)
KERN 30: Functiewoorden.
KERN 31: inleiding en slot tekst.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom is dit hoofdstuk belangrijk?
a. Komt terug op PTO-2.
b. Je kunt sneller teksten lezen bij andere schoolvakken.
c. Je kunt duidelijkere teksten schrijven.

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling KERN 29 (quiz)
In welk deel van de tekst vind je de volgende zinnen?

Slide 9 - Tekstslide


A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 10 - Quizvraag


A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 11 - Quizvraag


A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 12 - Quizvraag

alinea 1
alinea 2,3,4,5
alinea 6
functie

Wat kun je verwachten?



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Iedere alinea in de tekst heeft een functie. Dit kun je herkennen aan de functiewoorden.

Je weet dan wat je kunt verwachten van een alinea.

Slide 15 - Tekstslide

aanleiding= de reden waarom
afweging= keer dat je erover nadenkt wat het beste is
anekdote= kort verhaal wat gebeurt is door middel van een grap
argument=reden
Definitie= omschrijving begrip
Een voorbeeld
 

Slide 16 - Tekstslide

Quiz: test jezelf!

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het functiewoord?

Slide 18 - Open vraag

Wat is het functiewoord?

Slide 19 - Open vraag

Wat is het functiewoord?

Slide 20 - Open vraag

Aan de slag!
Wat?
Maak vraag 6 en 7 op bladzij 65. 
( Tekst: Moet je niezen? Niet tegenhouden!)
Hoe?
Lees theorie op bladzij 64
Tijd?
10 minuten. Daarna klassikaal nakijken.
Klaar?
Kijk of je filmrecensie is ingeleverd. Werk aan het huiswerk: vraag 1 t/m 4. 
timer
2:00

Slide 21 - Tekstslide

Opgaven nakijken.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

1: alinea 1 aanleiding
alinea 2: analyse
alinea 3: uitleg
alinea 4: (Dokters)advies

Slide 26 - Tekstslide


Slide 27 - Open vraag