positiefHet geheim aan mijn ouders vertellen.
Het lucht op, ik heb geen zorgen meer.
Mijn ouders worden niet boos op mij.
Misschien bewaren mijn ouders het geheim.
Mijn zus wordt niet boos.
Geheim niet vertellen aan mijn ouders.
Mijn zus wordt niet boos.
Mijn eigen geheimen blijven ook geheim.
Mijn zus blijft me vertrouwen.
Geen ruzie tussen mijn zus en mijn ouders.
negatiefHet geheim aan mijn ouders vertellen.
Mijn geheimen worden ook verraden.
Mijn zus kan aan anderen vertellen dat ik haar verraden heb.