gebruik van de symbolen van de Westerse consumptiecultuur. Ironie en humor.
Gebruik van commerciële materialen en voorwerpen, producten uit het leven van alledag.
De beeldende middelen worden gebruikt als bij reclame, film, televisie, affiches en strips.
Vervreemding door vergroting of herhaling, of door gebruik van ongebruikelijke materialen.
Een collage-achtig uiterlijk, zowel in twee- als driedimensionale beelden.
Geen persoonlijk handschrift van de kunstenaar. Soms laat hij werk zelfs door anderen uitvoeren. De kunstenaar gebruikt vaak 'ready mades': kant-en-klare, bestaande voorwerpen.
De identiteit van de kunstenaar, zijn imago, wordt soms zorgvuldig opgebouwd.
Slide 8 - Tekstslide
Zoek uit van welke kunstenaar dit werk is (met behulp van blogspot/boek/internet)
Slide 9 - Open vraag
Bekijk dit kunstwerk van Robert Rauschenberg goed. Benoem een aantal aspecten van de voorstelling die te maken hebben met de jaren '60
Welk voorwerp staat niet op het kunstwerk van Richard Hamilton?
A
blik ham
B
wekker
C
stofzuiger
D
lolly
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
FILMTIP (niet verplicht)
Het is 1953. Katherine Watson verlaat haar vriendje om les te geven aan een universiteit voor vrouwen, de Wellesley College. Ze wil haar leerlingen niet alleen lesgeven, maar ook zelfvertrouwen geven voor in hun toekomst. Ze wil dat ze succesvol worden, maar haar studentes zijn opgevoed met het idee huisvrouw te zullen worden en voor de kinderen te gaan zorgen. Niet iedereen gelooft in haar manier van lesgeven en men maakt daar ook geen geheim van.
Slide 13 - Tekstslide
WERKEN
Aan je presentatie, elk groepslid levert in in magister, handiger voor mij.