Het is voor mij belangrijk dat ik in vrijheid leef.
--> Het is voor mij belangrijk om in vrijheid te leven.
> Für mich ist es wichtig, dass ich in Freiheit lebe.
> Für mich ist es wichtig, in Freiheit zu leben.
Slide 10 - Tekstslide
Uitbreidend:
Voorbeeld:
Sinaasappels die veel vitamine C bevatten, kunnen een verkoudheid voorkomen.
> Orangen, die viel Vitamin C enthalten, können eine Erkältung verhüten.
Slide 11 - Tekstslide
Komma
Ook zet je komma's bij de volgende zinnen:
- indirecte vraagzinnen
- voor of na een aanspreking
Er fragt, ob sie auch kommt.
Thomas, kommst du mit?
Slide 12 - Tekstslide
Ich freue mich dass du mich besuchen willst.
Slide 13 - Open vraag
Er glaubt daran in die nächste Klasse versetzt zu werden.
Slide 14 - Open vraag
Der Junge der die Hausaufgaben nicht gemacht hat war krank.
Slide 15 - Open vraag
Der Lehrer fragt ob gestern vorgestern oder vorvorgestern der Schüler der fragt wann der Unterricht beginnt gesehen hat dass auf der Tafel stand, es ist gut, pünktlich zu sein.