Examentraining: Modernisme

Modernisme
Modernisme in de kunsten, ontstaat aan het eind van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw: Er ontstaat een breukvlak tussen de oude maatschappij/kunst en de nieuwe maatschappij/kunst. Kunstenaars zijn op zoek naar vernieuwing, willen origineel zijn, unieke kunstwerken maken, onafhankelijk zijn (autonomie) en willen breken met het verleden. Zij geloven dat Kunst de maatschappij kan verbeteren (Utopie) en dat kunstenaars voorop lopen in deze ontwikkeling (Avant-Garde). Kunstenaars hebben ook een sterke wens tot vernieuwing van de kunst zelf. Onderzoek naar wat de essentie van kunst is (onderzoek naar vormgeving en abstractie, expressie en vervreemding), en wat het kenmerkende van elke kunstdiscipline is (grondslagen onderzoek) staat centraal in het modernisme.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Modernisme
Modernisme in de kunsten, ontstaat aan het eind van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw: Er ontstaat een breukvlak tussen de oude maatschappij/kunst en de nieuwe maatschappij/kunst. Kunstenaars zijn op zoek naar vernieuwing, willen origineel zijn, unieke kunstwerken maken, onafhankelijk zijn (autonomie) en willen breken met het verleden. Zij geloven dat Kunst de maatschappij kan verbeteren (Utopie) en dat kunstenaars voorop lopen in deze ontwikkeling (Avant-Garde). Kunstenaars hebben ook een sterke wens tot vernieuwing van de kunst zelf. Onderzoek naar wat de essentie van kunst is (onderzoek naar vormgeving en abstractie, expressie en vervreemding), en wat het kenmerkende van elke kunstdiscipline is (grondslagen onderzoek) staat centraal in het modernisme.

Slide 1 - Tekstslide

Kernconcepten Modernisme
  • Streven naar VERNIEUWING, breuk met het verleden. Kunst kan de maatschappij verbeteren, vooruitgangsdenken, utopisch denken.
  • Zoeken naar ORIGINALITEIT, naar de GRONDSLAGEN ( herleiden tot de essentie van elke discipline, via vormonderzoek op een wetenschappelijke manier - reductie). ABSTRACTIE, ATONALITEIT.
  • Streven naar AUTONOME en universele taal, onafhankelijk van de cultuur van
de beschouwer.
  • Streven naar puurheid en directheid in de EXPRESSIE, inspiratie daarvoor nieuwe concepten (abstractie, stilering, atonaliteit, syncope, blue note) of in niet-westerse culturen.
  •  Uitdrukken van (onderbewuste) gevoelens van ANGST en VERVREEMDING.

Slide 2 - Tekstslide

MODERNISME = EXPRESSIE, ESSENTIE, VERNIEUWING
A: EXPRESSIE & ANGST, VERVREEMDING -> ook van minder mooie emoties (breuk met gangbare esthetiek), expressie ook in persoonlijke stijl (handschrift).
Gevoelens van angst, vervreemding voelbaar maken, deze gevoelens komen voort uit het ontworteld zijn (door de alsmaar verder gaande vernieuwingen)
B: ONDERZOEK NAAR GRONDSLAGEN, ESSENTIE -> herleiden naar de essentie, werkwijze van wetenschap hanteren, zoals door Mondriaan (structuur achter de zichtbare natuur)
C: VERNIEUWING & VOORUITGANGSDENKEN  -> Kunst: Zoeken naar het originele, het unieke, het ‘eigene’(persoonlijke stijl van een kunstenaar).
Geschiedenis = vooruitgang, er is originaliteit mogelijk, door de wetenschappelijke ontwikkelingen en door de morele ideeën (geen ornamenten) wordt de wereld beter dan die was. 

Slide 3 - Tekstslide

Welke verbanden kun je leggen?
EVOLUTIETHEORIE (Darwin)
PSYCHO-ANALYSE (Freud)
 RELATIVITEITSTHEORIE EN KWANTUMMECHANICA (Einstein)
EXPRESSIE – ANGST, VERVREEMDING
ABSTRACTIE – GRONDSLAGEN, ESSENTIE
VERNIEUWING - VOORUITGANGSDENKEN

Slide 4 - Sleepvraag

Invalshoeken - Functies van kunst
Levensbeschouwelijk: Breuk met het verleden; Utopie (kunst kan maatschappij veranderen); Kunst heeft geestelijke waarde; Abstracte kunst (kunst is universeel heeft geen verhalen of verwijzingen nodig = autonome kunst)
Esthetica: schoonheid = geestelijk, niet materieel (abstractie = structuur achter de zichtbare natuur); Expressietheorieën; morele aspecten van verwerpen van decoratie; grondslagen onderzoek; ritme als centraal aspect in dans en muziek. Streven naar uniciteit en vernieuwing.
Opdrachtgevers: Nieuwe, experimentele opleidingen (Bauhaus); zelfstandige dansgezelschappen. Betrokken opdrachtgevers die onafhankelijkheid en experiment van kunstenaars waarderen. Breukvlak in de maatschappij: nationalisme versus internationalisme, socialisme.
Vermaak: Hollywood film als amusement; theatershows; amusementsideeën van muziek en dans.
Wetenschap: Kunst probeert de werkwijze van wetenschap te hanteren: grondslagenonderzoek; muzikale bronnen (partituren); Kunst als 'laboratorium'
(Bauhaus); onderzoek naar nieuwe materialen en hun eigenschappen; uitbreiding begrip klankkleur.
Intercultureel: Onderzoek volksmuziek; Maskers, beelden en theater uit Afrika, Oceanië en Japan; Exotische aspecten van Ballets Russes; Jazz

Slide 5 - Tekstslide

Stof geleerd?
Oefen met drillster in je opdrachtenboek.
(reproductie = onthouden)

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen met oude examenvragen

Hierna volgen een aantal vragen uit oude examens

Slide 7 - Tekstslide

Blok 1: Primitivisme in de kunst

Slide 8 - Tekstslide

Inleiding op volgende vraag
Op afbeelding 1 zie je de omslag van Negerplastik (1915-1922) 
van Carl Einstein, een catalogus met voorbeelden van Afrikaanse beelden.
 Op afbeelding 2 zie je een beeld uit deze catalogus.
Rond 1900 nam in kringen van vernieuwende beeldend kunstenaars de
belangstelling voor Afrikaanse kunst toe. Men kon kennisnemen van deze
kunst dankzij publicaties zoals Negerplastik en het reisverslag Anthologie
Nègre (1921) van schrijver/dichter Blaise Cendrars.

Behalve in naslagwerken was het ook mogelijk om Afrikaanse kunst in
Europa in het echt te zien en te bestuderen, bijvoorbeeld in privécollecties
van verzamelaars.

Slide 9 - Tekstslide

Noem nog drie situaties waarin kunstenaars destijds Afrikaanse kunst in
het echt konden bestuderen.

Slide 10 - Open vraag

Op afbeelding 3 en 4 je beelden uit de privécollectie van
Picasso. Kubisten, onder wie Picasso, waren zeer geïnteresseerd in
primitieve kunst.
Leg uit waarom kubisten in de kunst van primitieve culturen geïnteresseerd waren.

Slide 11 - Open vraag

Verschillende aspecten van de Afrikaanse beelden vormden een
inspiratiebron voor kubisten.
Beschrijf aan de hand van de afbeeldingen drie aspecten van Afrikaanse
beelden die een inspiratiebron vormden.

Slide 12 - Open vraag

Ook in de danskunst werd gezocht naar een andere vormentaal. In
filmfragment 1 zie je een fragment uit Le Sacre du Printemps.
In dit ballet uit 1913, van de Ballets Russes, wilde choreograaf en danser
VaslavNijinski rituelen van een primitieve samenleving uitbeelden in
beweging.
Noem aan de hand van het filmfragment drie kenmerken van de
bewegingstaal die een primitieve samenleving moeten suggereren. (4.30 min)

Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 13 - Open vraag

De Ballets Russes, die onder leiding stonden van Serge Diaghilev,
brachten naast artistieke vernieuwing ook vernieuwing op commercieel
terrein.
Noem twee vernieuwingen die Diaghilev doorvoerde om commerciële
redenen. Geef vervolgens aan waarom de Ballets Russes commercieel
vernieuwend moesten zijn.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

In filmfragment 2 en op afbeelding 5 zie je danseres Joséphine Baker in
haar beroemde bananenrokje. Afbeelding 6 en 7 tonen affiches
voor de Revue Nègre.
In deze revue wordt een voor die tijd stereotiep beeld van 'de neger'
gegeven, zoals het dragen van een bananenrokje.
Noem aan de hand van filmfragment 4 en/of de afbeeldingen nog drie
aspecten van dit stereotiepe beeld.

Slide 16 - Open vraag

De Revue Nègre was een enorm succes. Joséphine Baker groeide uit tot
de ster van het Parijse uitgaansleven. Dit was niet alleen vanwege haar
talent. Zij was vooral bijzonder populair bij de meest modieuze groepen
van de bourgeoisie en in artistieke kringen.
Geef nog een verklaring voor deze populariteit.

Slide 17 - Open vraag

Blok 2: Expressie in dans en schilderkunst

Slide 18 - Tekstslide

Parijs was aan het eind van de negentiende eeuw een stad met een
bruisend cultureel leven, die een grote aantrekkingskracht uitoefende op
kunstenaars. Een van hen was de Amerikaanse danseres Loïe Fuller, die
in die stad veel furore maakte. 

Lees de tekst hiernaast.
Vanuit Groot-Brittannië en de Verenigde Staten kwamen aan het eind van de negentiende eeuw sterren uit de music-hall naar Europa. De Amerikaanse danseres Loïe Fuller (1862-1928) kwam in 1892 naar Parijs. Fuller ontwikkelde haar eigen bewegingstaal en improvisatie- techniek, die schril contrasteerden met de passen en houdingen van het roman-tische ballet. Zij had de ‘skirtdance’ uit het variété- theater, het dansen in wijde rokken, uitgewerkt tot een nieuw concept. Ze danste terwijl ze haar meterslange zijden kostuums door middel van lange stokken mani-puleerde. Hiermee leek ze haar armen te verlengen en kon ze de grote massa stof in alle vormen in de lucht projecteren, terwijl ze zelf om haar lichaams-as draaide. Om het theatrale effect te vergroten, experimenteerde Fuller bovendien met projecties van gekleurd licht. Haar Danse serpentine (Slangendans) die zij uitvoerde in de Folies Bergère, wekte maandenlang het enthousiasme van de Parijzenaars. Door haar theatrale experimenten met licht werd zij het symbool vanelektriciteit en vooruitgang: op de Parijse Wereldtentoonstelling in 1900
had Fuller een eigen theater en was zij de grote attractie.
 

Slide 19 - Tekstslide

Het succes dat Fuller en andere innovatieve danskunstenaars daar ten
deel viel, hing samen met de grootstedelijke dynamiek van Parijs in die
jaren.
Bespreek twee factoren die aan deze dynamiek bijdroegen.

Slide 20 - Open vraag