§4.4 Nederland bezet

Nederland bezet
De tijd van wereldoorlog
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Nederland bezet
De tijd van wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

...beschrijven hoe Nederland bezet werd en na vijf jaar bevrijd werd

...een gevolg van de Duitse bezetting noemen op het gebied van politiek, economie en cultuur

...een voorbeeld noemen van verzet en van collaboratie
AAN HET EINDE VAN DE LES KAN JE...

Slide 2 - Tekstslide

Klassikale uitleg

Zelfstandig werken
DOEN

Slide 3 - Tekstslide

§4.1 Hitler aan de macht
§4.2 De wereld in oorlog
§4.3 Massamoord
Repetitie hoofdstuk 4
§4.4 Nederland bezet
Herhaling

Slide 4 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
A
Bezetting en bevrijding
Leerdoel:
Je kunt uitleggen hoe Nederland bezet werd en na vijf jaar bevrijd werd.
10 mei 1940: Duitsland valt Nederland binnen.
Begrippen:
Hongerwinter

Slide 5 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
A
Bezetting en bevrijding
Leerdoel:
Je kunt uitleggen hoe Nederland bezet werd en na vijf jaar bevrijd werd.
10 mei 1940: Duitsland valt Nederland binnen.

Het Nederlandse leger probeert dapper stand te houden.
Begrippen:
Hongerwinter

Slide 6 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
A
Bezetting en bevrijding
Leerdoel:
Je kunt uitleggen hoe Nederland bezet werd en na vijf jaar bevrijd werd.
10 mei 1940: Duitsland valt Nederland binnen.

14 mei 1940: Rotterdam wordt gebombardeerd
Begrippen:
Hongerwinter

Slide 7 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
A
Bezetting en bevrijding
Leerdoel:
Je kunt uitleggen hoe Nederland bezet werd en na vijf jaar bevrijd werd.
10 mei 1940: Duitsland valt Nederland binnen.

14 mei 1940: Rotterdam wordt gebombardeerd

15 mei 1940: Nederland geeft zich over
Begrippen:
Hongerwinter

Slide 8 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
A
Bezetting en bevrijding
Leerdoel:
Je kunt uitleggen hoe Nederland bezet werd en na vijf jaar bevrijd werd.
10 mei 1940: Duitsland valt Nederland binnen.

14 mei 1940: Rotterdam wordt gebombardeerd

15 mei 1940: Nederland geeft zich over

Koningin Wilhelmina en de regering zaten toen al veilig in Londen
Begrippen:
Hongerwinter

Slide 9 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
A
Bezettting en bevrijding
5 September 1944: Dolle Dinsdag

Slide 10 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
A
Bezettting en bevrijding
5 September 1944: Dolle Dinsdag

Eind september 1944: Zuid-Nederland bevrijd


Slide 11 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
A
Bezettting en bevrijding
5 September 1944: Dolle Dinsdag

Eind september 1944: Zuid-Nederland bevrijd

Winter 1944-1945: Hongerwinter


Slide 12 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
A
Bezettting en bevrijding
5 September 1944: Dolle Dinsdag

Eind september 1944: Zuid-Nederland bevrijd

Winter 1944-1945: Hongerwinter


Slide 13 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
A
Bezettting en bevrijding
5 September 1944: Dolle Dinsdag

Eind september 1944: Zuid-Nederland bevrijd

Winter 1944-1945: Hongerwinter

5 mei 1945: Nederland bevrijd


Slide 14 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
B
Onder Duits bestuur
Leerdoel:
Je kunt een gevolg van de Duitse bezetting noemen op het gebied van politiek, economie en cultuur.
Politiek: Alles wat te maken heeft met hoe de macht in een land is verdeeld, hoe het bestuur is georganiseerd en hoe wetten gemaakt en gecontroleerd worden.

Economie: Alles wat te maken heeft met de manier waarop mensen in hun levensonderhoud voorzien

Cultuur: Alles wat te maken heeft met de ideeën van mensen, hun gewoonten, hun geloof, kunst en wetenschap. 
Begrippen:
NSB

Slide 15 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
B
Onder Duits bestuur
Politiek: 

  • Democratie werd afgeschaft
  • Alle politieke partijen werden verboden
  • Alleen de NSB mocht blijven bestaan: Nationaal Socialistische Beweging van Anton Mussert. 
  • Nederlandse ambtenaren bleven onder Duitse leiding gewoon aan het werk. 

Slide 16 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
B
Onder Duits bestuur
Economie:

  • Nederlandse boeren en fabrieken moesten producten leveren aan de Duitsers
  • Producten gingen in Nederland op de bon
  • Nederlandse mannen moesten in Duitse fabrieken gaan werken
  • Veel spoor, fabrieken, bruggen en wegen werden in het laatste oorlogsjaar vernield. Dit leverde veel economische schade op. 

Slide 17 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
B
Onder Duits bestuur
Cultuur:

  • Vrijheid van meningsuiting werd afgeschaft
  • Kranten en tijdschriften mochten alleen schrijven wat de Duitsers goed vonden (censuur)
  • Radio moest ingeleverd worden

Slide 18 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
C
Samenwerken of verzet
Leerdoel:
Je kunt een voorbeeld noemen van verzet en van collaboratie
Er waren drie manieren om te reageren op de bezetting:
  • aanpassing
  • verzet
  • collaboratie
Begrippen:
verzet
razzia
collaboratie

Slide 19 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
C
Samenwerken of verzet
Aanpassen:

De meeste Nederlanders pasten zich aan. 
Zij gingen leven volgens de nieuwe regels die er waren.

Slide 20 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
C
Samenwerken of verzet
Verzet:

De bezetter tegenwerken.

Bijvoorbeeld:
  • Aanslagen of overvallen te plegen
  • Onderduikers helpen
  • Verzetskranten uitbrengen (om de censuur te verbreken)
  • Te staken
  • Sabotage plegen (dingen expres kapot maken)
  • Radio Oranje luisteren
  • Spotprentjes uitbrengen
  • Persoonsbewijs vervalsen
  • Etc.


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
C
Samenwerken of verzet
Enige openlijke vorm van verzet was in februari 1941:
de Februaristaking

  • 400 Joden worden opgepakt tijdens een razzia
  • Veel Amsterdammers waren geschokt en legden het werk neer
  • Deze staking werd met geweld gestopt door de Duitsers

Slide 23 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
C
Samenwerken of verzet
Collaboratie:

Samenwerken met de Duitsers.

  • onderduikers opsporen
  • burgemeester
  • dienst in het Duitse leger

Slide 24 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
C
Samenwerken of verzet
Collaboratie:

Samenwerken met de Duitsers.

  • onderduikers opsporen
  • burgemeester
  • dienst in het Duitse leger

Drie redenen:
  • Ze bewonderden de Duitsers
  • Ze wilden meer macht of bezit
  • Ze waren antisemitisch (haatten Joden)

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!
4.4 Alle opdrachten
Je maakt deze opdrachten omdat je uit moet kunnen leggen:
  • hoe Hitler zoveel Joden kon vermoorden.
Stoplicht rood: alleen werken in stilte
Stoplicht oranje: docent vragen stellen
Stoplicht groen: overleggen
Ben je klaar, maak dan 4.6. 
We gaan straks een aantal opdrachten klassikaal bespreken
Lees eerst de leertekst.
Lees daarna de vraag en probeer het antwoord zo volledig mogelijk op te schrijven
timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide