x 2B 3.4 Ruit en vlieger

?
Zijn er vragen van het huiswerk?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

?
Zijn er vragen van het huiswerk?

Slide 1 - Tekstslide

De 3 hoeken in een driehoek zijn samen altijd ....... graden
A
90
B
120
C
180
D
360

Slide 2 - Quizvraag

Bereken ∠K
Welke berekening
is goed
A
∠ K = 180 - 80 - 45
B
∠ K = 180 - 80
C
∠K = 100 - 80 - 45
D
∠ K = 80 + 45

Slide 3 - Quizvraag

Bereken hoek C
A
30 graden
B
120 graden
C
90 graden
D
130 graden

Slide 4 - Quizvraag

Bereken ∠ A1
A
48 graden
B
56 graden
C
80 graden
D
136 graden

Slide 5 - Quizvraag

Bereken ∠B2.
A
45 graden
B
50 graden
C
60 graden
D
70 graden

Slide 6 - Quizvraag

Deze lijnen zijn evenwijdig.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel graden is is een loodrechthoek?
A
45 graden
B
90 graden
C
60 graden
D
180 graden

Slide 8 - Quizvraag

Waarmee teken je loodrecht?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Evenwijdig geef je aan met?
A
Strepen
B
Lijnen
C
Pijlen
D
Figuren

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebruik je voor evenwijdig?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent symmetrie?
A
een moeilijk woord voor hoeken berekenen.
B
twee helften zijn elkaars spiegelbeeld
C
een vergroting
D
een ander woord voor driehoek

Slide 12 - Quizvraag

Een ruit is een
A
vierhoek met twee paren evenwijdige zijden
B
vierhoek met minstens één paar evenwijdige zijden zijden
C
vierhoek waarvan alle zijden even lang zijn
D
vierhoek waarvan minstens één diagonaal symmetrieas is

Slide 13 - Quizvraag

Wat is GEEN kenmerk van een ruit?
A
alle hoeken zijn even groot
B
Diagonalen zijn symmetrieassen
C
Alle zijdes zijn even lang
D
Diagonalen delen elkaar loodrecht

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een eigenschap van een vlieger
A
Twee paren zijden zijn even groot
B
Slechts twee zijden zijn even groot
C
Overstaande zijden zijn even groot
D
Alle zijden zijn even groot

Slide 15 - Quizvraag

Wat is NIET waar over een vlieger?
A
De diagonalen staan loodrecht op elkaar
B
Het is een vierhoek
C
De diagonalen zijn even lang
D
Met een vlieger kan je spelen als het waait

Slide 16 - Quizvraag