Les 2 Minor ''Een kwestie van dood en leven 'een minor over palliatieve zorg

• Zorg en Welzijn
• HBO
• Studiejaar 4

Quiz les 2 

De aanleiding van een onderzoek is:

1. een reden om een probleemstelling te formulieren.
2. een reden om een onderzoek te starten.
3. een antwoord op de hoofdvraag.
4. Een bevinding uit je onderzoek dat nader onderzocht moet worden.

Wat is de 6W-methode?

1. Een hulpmiddel om de Methode te schrijven.
2. Een hulpmiddel om informatie te zoeken.
3. Een hulpmiddel om de aanleiding op te stellen.
4. Een hulpmiddel om een taakverdeling te maken.

De 4/6 W's van de 6W-methode staan volgens Verhoeven (2022) voor:

1. Wat is het probleem?
2. Wie heeft het probleem?
3. Wanneer is het een probleem?
4. Waar doet het probleem zich voor?

Welke 2 andere W's horen bij de 6W-methode van Verhoeven (2022)?

1. Welke onderzoeksvraag beantwoordt het probleem?
2. Waartoe leidt het onderzoek?
3. Welke methode is geschikt voor het verminderen van het probleem?
4. Waarom is het een probleem?

Bij ''Wat is het probleem?'' vraag je je af:

1. Hoe is de te onderzoeken situatie omschreven?
2. Is er duidelijk wat er wordt bedoeld?
3. Welke situatie moet worden aangepakt?
4. Wat wordt de eerste zoekactie?

Bij: ''Wie heeft het probleem?'' kan je je ook afvragen:

1. Wat wil je met je onderzoek bereiken?
2. Waarom moet deze situatie worden aangepakt?
3. Sinds wanneer is er een probleem?
4. Over wie gaat het probleem?

Bij: ''Wanneer is het probleem ontstaan?''

1. Moet er gezocht worden naar wat het probleem is?
2. Wordt achterhaald wat het beginpunt van het probleem is.
3. Geef je antwoord op de vraag of het onderzoek relevant is.
4. Zoek je naar de oorzaak van een probleem.

Bij: ''Waar doet het probleem zich voor?'' geef je antwoord op de vraag

1. Wie zijn er bij het probleem betrokken?
2. Zijn er bepaalde gebieden/locaties aan te wijzen?
3. Wie zijn de eigenaar van het probleem?
4. Wie heeft het baat bij een oplossing van het probleem.

Bij de vraag: ''Waarom is het een probleem?'' is het de bedoeling dat....

1. je achterhaalt wat de daadwerkelijke reden is voor een onderzoek.
2. je achterhaalt wie er betrokken zijn bij het onderzoek.
3. achterhaalt of je kwalitatief of kwantitatief onderzoek gaat doen.
4. je achterhaalt we de belanghebbenden zijn.

Bij de vraag: ''Waartoe leidt het onderzoek?'' beschrijf je:

1. Wat is de zin van het onderzoek--> nuttig?
2. Wie er centraal staan in je onderzoek.
3. Wat is de doelstelling van je onderzoek?
4. Wat je met het onderzoek wil bereiken.

Wanneer je de 6W-methode hebt beantwoord heb je de basis voor:

1. De conclusie van je onderzoek.
2. De aanleiding voor je onderzoek.
3. Aanbevelingen voor je onderzoek.
4. De discussie voor je onderzoek.

Wat wil je nog weten over de 6W-Methode?

De 6W-methode helpt bij het:

1. Bepalen van de doelgroep en onderzoeksmethoden.
2. Bepalen van de tijd en duur van het onderzoek.
3. Bepalen van de aanleiding en het formuleren van hoofd- en deelvragen.
4. Bepalen van de alternatieve mogelijkheden om een onderzoeksvraag te formuleren.