h4_soorten kunstwerken

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent autonoom?
A
In opdracht werken
B
Uit jezelf iets doen zonder bemoeienis van buitenaf

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent toegepast?
A
Wanneer iets een gebruiksfunctie heeft
B
Wanneer je een toepassing hebt gevonden voor een probleem

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 2D kunst?
A
tweedimensionale kunst
B
ruimtelijke kunst
C
figuratieve kunst
D
bewegelijke kunst

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten kunstwerken horen bij 2D kunst?
A
assemblage, kinetische kunst
B
video, mixed media
C
schilderij, tekening, illustratie
D
collage, fotografie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten kunstwerken horen bij 3D kunst?
A
Grafiek, zeefdruk
B
Sculptuur, boetseren
C
Ets, Linosnede
D
Assemblage, installatie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Exterieur =
A
de buitenkant van een gebouw
B
de binnenkant van een gebouw
C
het ontwerp van een tuin
D
de decoratie aan de buitenkant van een gebouw

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Interieur =
A
de inrichting van een tuin
B
de inrichting van een gebouw of kamer

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
Een autonoom kunstwerk kan geen functie hebben.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Ook een autonoom kunstwerk kan een functie hebben. Denk aan een decoratieve of educatie functie.
Een autonoom kunstwerk kan alleen geen toegepaste functie of gebruiksfunctie hebben. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De toegepaste kunstwerken op deze foto's hebben allemaal een............functie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De toegepaste kunstwerken in de vorige slide hebben allemaal een .......... functie
A
decoratieve functie
B
gebruiksfunctie
C
exterieur functie
D
educatieve functie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schilderijen met de symbolen, Jesus, een kruis en engeltjes hebben vaak een ........ functie
A
educatieve functie
B
toegepaste functie
C
esthetische functie
D
religieuze functie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schilderijen waarin je een oud verhaal herkent van goden uit de Griekse/romeinse tijd hebben vaak een .......... functie
A
Verhalende functie
B
Autonome functie
C
Gebruiksfunctie
D
Mythologische functie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden kun je gebruiken wanneer je wilt uitdrukken wat een kunstwerk met je doet?

Probeer er zo veel mogelijk te bedenken!

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Dit zijn alle woorden die je kunt gebruiken wanneer je je wilt uitdrukken over een kunstwerk. 
Wat betekent zeggingskracht?
A
De kracht van woorden in een kunstwerk
B
Hetgeen dat wordt uitgedrukt in een kunstwerk of hoe het overkomt op een toeschouwer

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zeggingskracht van het schilderij van de zwaan in de vorige slide is....
A
Realistisch
B
Statisch
C
Dynamisch
D
Verstild

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In het samenwerkingsproject LucyandBart onderzoeken Lucy McRae en Bart Hess hoe het menselijk lichaam zou kunnen evolueren. Geïnspireerd door genetische manipulatie veranderen ze lichaam en gezicht met eenvoudige middelen en materialen. De ‘outfits’ van papier, schuim, ballonnen, nylon en graszaad zijn allemaal binnen één dag gemaakt.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst in de vorige slide over de kunstwerken. De zeggingskracht van deze kunstwerken is.......
A
Toegepast
B
Futuristisch
C
Vervreemdend
D
Naturalistisch

Slide 28 - Quizvraag

Vervreemdend, omdat het vreemd overkomt. We zijn het niet gewend om te zien. 

Futuristisch: de kunstenaars hebben een beeld over hoe het menselijk lichaam er in de toekomst uit zou komen te zien. 

Naturalistisch is naar de natuur en toegepast is geen begrip dat bij zeggingskracht hoort. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de met houtskool en krijt getekende landschappen van Erik Odijk wordt de natuur enorm uitvergroot. Zo laat Odijk ons kijken naar datgene wat je eigenlijk nooit opvalt wanneer je door de natuur dwaalt.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het formaat bepalend als zeggingskracht voor dit kunstwerk?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het schilderij van Van Gogh op de vorige slide is .......
A
naturalistisch
B
expressief

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor expressie?
A
Verdriet
B
Emotie
C
Gevoel
D
Chaotisch

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het schilderij expressief?
A
Het is met ruige kwaststreken geverfd
B
Hij heeft felle kleuren gebruikt
C
Het is heel precies geschilderd
D
Het is naar de waarneming geschilderd

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies