Algemene bepalingen en verkeerswetgeving

Algemene bepalingen en verkeerswetgeving
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Algemene bepalingen en verkeerswetgeving

Slide 1 - Tekstslide

Je hebt zojuist het rijbewijs B gehaald. Welk(e) voertuig(en) mag je besturen?
A
Alleen een personenauto
B
Alleen een personenauto en bromfiets
C
Alleen een personenauto, bromfiets en brommobiel

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de minimumleeftijd voor het besturen van een personenauto bij begeleid rijden?
A
16 jaar
B
17 jaar
C
18 jaar

Slide 3 - Quizvraag

Je bent 18 jaar en haalt voor het eerst een rijbewijs. Hoe lang ben je een beginnend bestuurder?
A
5 jaar
B
1 jaar
C
7 jaar

Slide 4 - Quizvraag

Je rijdt met medepassagiers. Waar moet je rekening mee houden?
A
Een langere remweg
B
afleiding
C
minder grip op het wegdek

Slide 5 - Quizvraag

Waar staat het massa rijklaar gewicht van je auto?
A
Op het kentekenplaat
B
Op je rijbewijs
C
Allebei

Slide 6 - Quizvraag

Het massa rijklaar gewicht van je auto staat op het kentekenbewijs. Waar is dat belangrijk voor?
A
De wegenbelasting
B
De politie
C
De verzekering

Slide 7 - Quizvraag

Je wilt linksaf. Moet je stoppen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Je bent betrokken bij een verkeersongeval. Wanneer moet je jouw ID van je motorrijtuig kenbaar maken?
A
Dat moet altijd
B
Alleen als je het ongeval zelf veroorzaakt hebt
C
Alleen als je zelf schade en letsel hebt opgelopen

Slide 9 - Quizvraag

Is een Rijkswaterstaat auto een voorrangsvoertuig?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

De douaneambtenaar geeft je een teken tot stoppen. Wanneer moet je daar gevolg aan geven?
A
Altijd
B
Alleen bij een grensovergang
C
Alleen als je passagiers en bagage vervoert

Slide 11 - Quizvraag

De vrachtauto voor je in zijn vracht verloren. Wat doe je in deze situatie?
A
Niets
B
De politie inschakelen
C
De wegenwacht inschakelen

Slide 12 - Quizvraag

Je rijbevoegdheid is ontzegd. Mag je fietsen?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Je rijbevoegdheid is ontzegd. Mag je op dit voertuig rijden?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

De politie heeft je een rijverbod opgelegd. Welk voertuig mag je besturen?
A
Alleen een fiets
B
Geen enkel voertuig
C
Alleen een fiets en een snorfiets

Slide 15 - Quizvraag

Wie is er strafbaar als er op een weg een wedstrijd wordt gehouden met een voertuig?
A
De eigenaar en de bestuurder
B
De bestuurder
C
De eigenaar

Slide 16 - Quizvraag

Hoewel andere zitplaatsen mag een auto maximaal hebben om met een rijbewijs B te rijden?
A
6 zitplaatsen
B
7 zitplaatsen
C
8 zitplaatsen

Slide 17 - Quizvraag

Ben je verplicht een verzekering af te sluiten voor een auto?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Wat kan een WA-casco verzekering van een motorvoertuig na een ongeval vergoeden?
A
Alleen de schade aan het eigen voertuig
B
Alleen de schade aan de tegenpartij
C
De schade aan het eigen voertuig en de tegenpartij

Slide 19 - Quizvraag

Mag je de onverzekerde auto hier laten staan?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Moet de bestuurder van een personenauto een Europees schadeformulier bij zich hebben?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel bedraagt de maximum toegestane massa van een combinatie die je mag besturen met het rijbewijs B?
A
Tot 2500 kg
B
Tot 3500 kg
C
Tot 4000 kg

Slide 22 - Quizvraag

De auto en aanhangwagen hebben samen een massa gewicht van 3200 kg. De auto weegt 2350kg en de aanhangwagen 850 kg. Mag je deze aanhangwagen trekken met het rijbewijs B?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quizvraag

Mag je met het rijbewijs B een camper met een totaal massa gewicht van 4000 kg besturen?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Je gebruikt je telefoon niet tijdent het rijden maar hebt deze wel in je hand. Is dat verboden
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Je rijdt in je auto. Je belt met je telefoon op luidspreker stand. Mag dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Welk rijbewijs is vereist voor het rijden met deze combinatie?
A
Rijbewijs A
B
Rijbewijs B

Slide 27 - Quizvraag

Op welk gedeelte van de snelweg mag een motor met zijspan gebruik maken?
A
Rijstrook A
B
Rijstrook B
C
Allebei

Slide 28 - Quizvraag