Ch2 E. Grammar: yes/no questions
1 / 26
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Link
Welke vormen van het werkwoord 'to be' ken je?
Slide 4 - Open vraag
Wat doen we met de vormen van het werkwoord 'to be' (am, is, are) om een vraagzin te maken?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Jullie hebben het werkwoord 'have got' moeten leren. Welke 2 vormen heeft dit werkwoord?
Slide 7 - Open vraag
Hoe maken we een vraagzin met het werkwoord 'have got'?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Welk werkwoord moeten we gebruiken wanneer we een vraag moeten maken met een ander werkwoord?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
My mother is at home.
Slide 13 - Open vraag
I am at the party.
Slide 14 - Open vraag
We are in the kitchen.
Slide 15 - Open vraag
We have a dog.
Slide 16 - Open vraag
He goes to school.
Slide 17 - Open vraag
She has (got) a nice house.
Slide 18 - Open vraag
They can work at the mall.
Slide 19 - Open vraag
____ you his brother?
A
Can
B
Are
C
Is
D
Do
Slide 20 - Quizvraag
___ she like him?
A
Do
B
Are
C
Does
D
Have
Slide 21 - Quizvraag
____ you got two cats?
A
Has
B
Does
C
Have
D
Are
Slide 22 - Quizvraag
____ you tell me something about yourself?
A
Do
B
Does
C
Have
D
Can
Slide 23 - Quizvraag
____ she got history at 2 o'clock?
A
Has
B
Can
C
Have
D
Does
Slide 24 - Quizvraag
_____ she walk to school?
A
Do
B
Does
C
Have
D
Is
