Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Present tenses
Present tenses
Present Simple
Present Continuous
Present Perfect
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Present tenses
Present Simple
Present Continuous
Present Perfect
Slide 1 - Tekstslide
Present Simple
Wanneer gebruiken:
Feiten, gewoontes, dingen met regelmaat, schema's
Signaalwoorden:
Always, sometimes, every day/week
Slide 2 - Tekstslide
Present simple
Hoe maken?
I, we, you, they = hele werkwoord
he, she, it = hele werkwoord + s
Let op spelling!
Slide 3 - Tekstslide
She always ___________ guitar. (play)
A
playing
B
is playing
C
plays
Slide 4 - Quizvraag
My friends _________ to watch TV. (like)
A
like
B
likes
C
liking
D
are liking
Slide 5 - Quizvraag
Kies de juiste spelling voor de he/she/it vorm van de volgende werkwoorden:
study, watch, go, cry
A
studies, watchs, gos, crys
B
studys, watches, goes, crys
C
studies, watches, goes, cries
D
studies, watchs, goes, cries
Slide 6 - Quizvraag
Present simple
Questions:
Do
I/you/we/they
hele werkwoord
Does
he/she/it
hele werkwoord
Slide 7 - Tekstslide
Turn the following sentence into a question:
They cycle to school every day.
A
Does they cycle to school every day?
B
Do they cycle to school every day?
C
Cycle they to school every day?
Slide 8 - Quizvraag
Turn the following sentence into a question:
Susan works at a supermarket.
A
Works Susan at a supermarket?
B
Do Susan works at a supermarket?
C
Does Susan works at a supermarket?
D
Does Susan work at a supermarket?
Slide 9 - Quizvraag
Present simple
Negations:
I/we/you/they
don't
+
hele werkwoord
he/she/it
doesn't
+
hele werkwoord
Slide 10 - Tekstslide
Turn the following sentence into a negation:
We drink coffee every morning.
A
We don't drink coffee every morning.
B
We doesn't drink coffee every morning.
C
We drink not coffee every morning.
Slide 11 - Quizvraag
Turn the following sentence into a negation:
The train leaves at eight o'clock.
A
The train don't leaves at eight o'clock.
B
The train doesn't leaves at eight o'clock.
C
The train doesn't leave at eight o'clock.
D
The train don't leave at eight o'clock.
Slide 12 - Quizvraag
Opdracht
Schrijf het volgende op een blaadje:
6 zinnen in de present simple met minstens 7 woorden per zin.
- 2 bevestigende zinnen
- 2 vragende zinnen
- 2 ontkennende zinnen
timer
4:00
Slide 13 - Tekstslide
Present continuous
Wanneer gebruiken:
Nu aan de gang, irritatie, afspraken in nabije toekomst.
Signaalwoorden:
now, at the moment
Slide 14 - Tekstslide
Present continuous
Hoe maken?
to be
werkwoord
+
ing
I
am
play
ing
you/we/they
are
study
ing
he/she/it
is
read
ing
Slide 15 - Tekstslide
Look! It _____________. (rain)
A
rain
B
rains
C
are raining
D
is raining
Slide 16 - Quizvraag
I ___________ to school right now. (go)
A
am going
B
go
C
is going
D
goes
Slide 17 - Quizvraag
Present continuous
Negations:
am/is/are
not
werkwoord+ing
Questions
Am/Is/Are onderwerp werkwoord+ing
Dus am/is/are vooraan de zin
Slide 18 - Tekstslide
Turn the following sentence into a negation:
The dog is barking at the moment.
A
The dog doesn't barking at the moment.
B
The dog isn't bark at the moment.
C
The dog isn't barking at the moment.
D
The dog doesn't bark at the moment.
Slide 19 - Quizvraag
Turn the following sentence into a question:
Jack is sleeping right now.
A
Is Jack sleeping right now?
B
Does Jack sleep right now?
C
Sleeps Jack right now?
D
Is sleeping Jack right now?
Slide 20 - Quizvraag
Opdracht
Schrijf het volgende op een blaadje:
6 zinnen in de present continuous met minstens 7 woorden per zin.
- 2 bevestigende zinnen
- 2 vragende zinnen
- 2 ontkennende zinnen
timer
4:00
Slide 21 - Tekstslide
Present Perfect
Wanneer gebruiken:
- iets is gebeurd en het is niet belangrijk wanneer
- iets is in verleden begonnen en het gaat nog steeds door
- ervaringen tot nu toe
Signaalwoorden:
(FYNE JAS) For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since
Slide 22 - Tekstslide
Present Perfect
Hoe maken?
has / have + voltooid deelwoord
has = he/she/it have = I/we/you/they
voltooid deelwoord = werkwoord+ed / 3e rijtje (uit hoofd leren)
Slide 23 - Tekstslide
He ___________ in Amsterdam for ten years. (live)
A
lives
B
is living
C
has lived
Slide 24 - Quizvraag
My parents _________ (just-wash) the car.
A
have just washed
B
has just wash
C
just washed
Slide 25 - Quizvraag
Present Perfect
Negations:
has / have
not
+ voltooid deelwoord
Questions:
Has/Have onderwerp + voltooid deelwoord
Dus has/have vooraan de zin
Slide 26 - Tekstslide
Turn the following sentences into a negation:
I have had these jeans for three years.
A
I not have had these jeans for three years.
B
I have not had these jeans for three years.
C
I have had not these jeans for three years.
D
I don't have these jeans for three years.
Slide 27 - Quizvraag
Turn the following sentence into a question:
Andy has always loved western movies.
A
Has Andy loved always western movies?
B
Has loved Andy always western movies?
C
Does Andy always loves western movies.
D
Has Andy always loved western movies?
Slide 28 - Quizvraag
Opdracht
Schrijf het volgende op een blaadje:
6 zinnen in de present perfect met minstens 7 woorden per zin.
- 2 bevestigende zinnen
- 2 vragende zinnen
- 2 ontkennende zinnen
timer
4:00
Slide 29 - Tekstslide
Opdrachten
Bij de volgende opdrachten moet je de juiste vorm van het werkwoord invullen.
Dit kan de present simple, present continuous of de present perfect zijn.
Slide 30 - Tekstslide
Look! He ___________ his house. (leave)
A
leaves
B
is leaving
C
has left
Slide 31 - Quizvraag
I want to become a teacher. I _____________ about it for a long time. (think)
A
think
B
are thinking
C
have thought
Slide 32 - Quizvraag
He ___________ in Amsterdam. (live)
A
lives
B
is living
C
has lived
Slide 33 - Quizvraag
Ik begrijp het verschil tussen de drie tijden en ik kan deze ook zelfstandig toepassen.
0
10
Slide 34 - Poll
Ik zou graag nog extra uitleg willen over deze tijden.
A
Ja
B
Nee
Slide 35 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
Januari 2023
- Les met
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
week 4.0
Augustus 2022
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Present tenses
December 2021
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 7 O16 les 1 | Present simple hh en negations
Februari 2023
- Les met
17 slides
Past Simple vs. Present Perfect
Juni 2022
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Present Continuous
Maart 2024
- Les met
41 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Past Simple vs. Present Perfect
April 2024
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2-4
D1 Questions and negations in the present simple
Oktober 2022
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo
Leerjaar 1