Aan het einde van de les kan je tenminste voor 2 persoonlijke voornaamwoorden de vorm van haben en de vorm van sein benoemen, doordat je opdrachten maakt.
Slide 6 - Tekstslide
Informationen toetsweek
In SOM berichten en in de jaarbijlage staat wat jullie moeten leren voor de toetsweek.
Slide 7 - Tekstslide
SO bekijken en nakijken
Tafel is leeg
Alle toetsen zijn gescand
timer
15:00
Slide 8 - Tekstslide
Aufgabe 10 und 12 Seite 78
Slide 9 - Tekstslide
timer
10:00
Slide 10 - Tekstslide
BINGO haben & sein
Teken in je schrift 9 hokjes
Kies uit de tabel 9 verschillende vormen
en schrijf ze op in het Duits. Bijvoorbeeld
ich habe, du hast, ihr seid etc.
Op de spinner zie je het Nederlandse woord, dus je moet schakelen. Ik herhaal het Duitse woord.
Bij een volle kaart roep je BINGO
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Lernziel
Aan het einde van de les kan je tenminste voor 2 persoonlijke voornaamwoorden de vorm van haben en de vorm van sein benoemen, doordat je opdrachten maakt.
Slide 13 - Tekstslide
die Hausaufgaben
Leren:
Leer alvast de grammatica voor de toetsweek met behulp van test jezelf en versterk jezelf online