H2 - Periode 3 - H5 Clase 5 - KHE




Qué bonito Clase 5



1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les




Qué bonito Clase 5



Slide 1 - Tekstslide

El programa 
Tres minutos: Introducción
Dos minutos: ¿Qué día es hoy? ¿Y qué mes?
Diez minutos: Vocabulario 5.1 a 5.3
veinticinco minutos: Repasar la gramática                          
Veinte minutos: conversación 1 y 2
Diez minutos: Evaluar + los deberes

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van dit hoofdstuk :
- je leert praten, luisteren, lezen en schrijven over winkelen, kleding, mode, cadeaus, verjaardagen
- je leert vertellen/vragen wanneer iets is, voor wie iets is en waar iets is
- je leert het verschil in gebruik van 'hay', 'ser' en 'estar' 
- je leert de getallen t/m een miljoen
- je leert de aanwijzend voornaamwoorden
- je leert de dagen, maanden en jaren
- je leert/ herhaalt de vraagwoorden
- je leert/ herhaalt de uitspraak van de v, j, g
- je herhaalt de regelmatige ww en de onregelmatige ww
- je herhaalt de kleuren en andere bijvoeglijk naamwoorden 





Slide 3 - Tekstslide




¿Que día era ayer?

Slide 4 - Tekstslide



¿Qué mes es el cumpleaños del rey de España?
El cumpleaños de Felipe VI de España es el treinta de enero

Slide 5 - Tekstslide

Comprobar los deberes   (5 minutos)
1) Open je schrift en laat zien dat je opdracht 2 en 3 af hebt. 
2) ik kom langs en controleer. 
3) Geen huiswerk af of boeken mee? dan noteer ik dit in Magister.

Slide 6 - Tekstslide

Vocabulario (10 minutos)
1) de komende 5 minuten gaan jullie stil leren. 
2) voca 5.1 t/m 5.3 











- Niet stil? dan zet ik de timer opnieuw 
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
1) Beschrijf 1 iemand uit deze klas en schrijf dit op het gekregen papiertje. (minimaal 3 zinnen waarin je zijn/haar kleding beschrijft of uiterlijke kenmerken) (zet ook die persoon zijn naam erbij)

2) Let op! elke zin bevat een zelfstandig naamwoord met daarachter het bijvoeglijk naamwoord.

3) vouw het papiertje 1 keer dubbel en doe hem in de bak vooraan in de klas



Weet je de regel niet meer van het bijvoeglijk naamwoord? 
Kijk dan op pagina 94 van je tekstboek. 

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
1) ga allemaal staan achter je tafel. 
2) Ik lees de zinnen voor en als jij denkt dat jij niet beschreven wordt, dan ga je zitten.

Slide 9 - Tekstslide

Grammatica
(15 minutos)
Aan de slag met het herhalen van bijvoeglijk naamwoord, aanwijzend voornaamwoord en ser, estar & hay: 

-  Ej. 9, P. 17 voca
-  Ej. 27, P.29 voca
- Ej. 29bc, P. 21 voca.


Slide 10 - Tekstslide

Mondeling
1) Deze periode gaan wij een taaldorp houden.
2) Dit houdt in dat jullie in groepjes een eigen winkeltje gaan opzetten. 
3) Deze gesprekken moeten wel voorbereid worden. Daarom gaan jullie nu op P. 9 & 10 van je vocaboekje conversación 1 y 2 maken. 

(Maak gebruik van de aangegeven frases clave)

Slide 11 - Tekstslide

Manos a la obra
1) Maak opdracht 2ABC in je TB. op P. 70 
2) maak opdracht 3 in je TB. op P. 71

Eerder klaar?
Oefen de werkwoorden: estar, ser, llamarse, tener, escribir, hablar & comer in de presente op verbuga.eu

of 

Voca 5.1 t/m 5.3

Slide 12 - Tekstslide

Los deberes
 Estudiar:
- Voca 5.1 t/m 5.4
- Ser, estar, hay
- Aanwijzende voornaamwoorden
- Bijvoeglijk naamwoorden


Hacer:
- Ej. 9, P. 17 voca
- Ej. 27, P.29 voca
- Ej. 29bc, P. 21 voca.

Slide 13 - Tekstslide