M3 T2 L2 In vorm: vlakke figuren in actie
1 / 19
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
ruit
Vierkant
parallellogram
Slide 4 - Sleepvraag
Welk vlakke figuur is dit?
A
vierhoek
B
rechthoek
C
ruit
D
vierkant
Slide 5 - Quizvraag
Duid de best passende naam aan.
A
cilinder
B
driehoek
C
vierhoek
D
cirkel
Slide 6 - Quizvraag
vierkant
ruit
parallellogram
rechthoek
Slide 7 - Sleepvraag
Wat is omtrek?
A
De hoeken van een figuur
B
De lengte van de randen van een figuur
C
De oppervlakte van een figuur
D
De hoogte van een figuur
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
De omtrek bereken je door....
A
lengte x breedte
B
lengte + breedte + lengte + breedte
Slide 10 - Quizvraag
Hoe bereken je de omtrek van een vierkant?
A
4 x z
B
z x z x z x z
C
b x h
D
2 x z
Slide 11 - Quizvraag
Omtrek cirkel =
A
pi x straal x straal
B
lengte x breedte
C
π⋅straal2
D
pi x diameter
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de omtrek?
A
14 cm
B
28 cm
C
400 cm
D
40 cm
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de
omtrek
van dit figuur?
omtrek
van dit figuur?
A
20 cm
B
15 cm
C
25 cm
D
18 cm
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de omtrek van
deze driehoek?
deze driehoek?
A
10 cm2
B
11,5 cm2
C
11,5 cm
D
5 cm
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de omtrek van het voetbalveld?
A
120 + 70 + 120 + 70 = 380 m
B
120 x 70 = 8400 m
C
120 + 70 + 120 + 70 = 380 m2
D
120 x 70 = 8400 m2
Slide 16 - Quizvraag
wat is de omtrek
A
8 cm
B
11 cm
C
3 cm
D
22 cm
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de omtrek?
A
125,7m
B
1257m
C
62,8m
D
5024m
