Je zet
a voor een woord als je een
medeklinker (bijvoorbeeld b, d, f, k etc)
hoort.
a car, a friend, a bag, a unicorn (je hoort de j, niet de u)
Je zet an voor een woord als je een klinker (a / e / i / o / u) hoort.
an army, an orange, an onion, an hour (je hoort ou, niet de h)