In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 4
4.1 Leven op het platteland
Welkom!
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van de les...
Je kunt beschrijven hoe de economie in de vroege middeleeuwen in West-Europa veranderde en die veranderingen verklaren.
Je kunt beschrijven hoe een middeleeuws domein eruitzag.
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Wat weet je al? (+- 10 min)
Uitleg (+- 20 min)
Teken je eigen domein (+- 15 min)
Slide 3 - Tekstslide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 4 - Tekstslide
Wat weet jij eigenlijk van de middeleeuwen?
Slide 5 - Woordweb
Eerst de naam:
De Middeleeuwen
De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.
Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode
Ongeveer tussen 500 en 1500
Vroege Middeleeuwen: 500-1000
Late Middeleeuwen: 1000-1500
Slide 6 - Tekstslide
Onrustige tijden in Europa
500-800
Na de val van het West-Romeinse Rijk waren er veel oorlogen
Reizen was gevaarlijk en de meeste mensen leefden in dorpjes.
Grote steden, zoals Rome, waren er niet (meer)
Er ontstond een agrarische samenleving. Bijna iedereen werkte als boer, behalve een kleine elite van bestuurders, militairen en priesters.
Slide 7 - Tekstslide
Domein
Een dorp met landbouwgrond heette een domein
De heer, bijvoorbeeld een ridder, was de baas van een domein: alle grond was van hem.
Hij woonde soms in een donjon, een soort kasteel en soms in een vroonhof, de grote boerderij van de heer in het dorp
Slide 8 - Tekstslide
Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
timer
3:00
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Teken je eigen domein!
Zorg dat je domein...
Vroonland heeft
Hoeveland heeft
Woeste gronden heeft
Boeren heeft!
Slide 11 - Tekstslide
Hoofdstuk 4
4.1 Leven op het platteland
Welkom!
Slide 12 - Tekstslide
Aan het einde van de les...
Je kunt beschrijven hoe een middeleeuws domein eruitzag.
Je kunt uitleggen hoe hethofstelselwerkte en welke plaats horigen in dat stelsel hadden.
Slide 13 - Tekstslide
Planning
Wat weet je al? (+- 10 min)
Uitleg (+- 20 min)
Teken je eigen domein! (+- 15 min)
Slide 14 - Tekstslide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 15 - Tekstslide
Wat weet jij eigenlijk van een domein?
Slide 16 - Woordweb
Hofstelsel (1)
Een dorp met landbouwgrond heette een domein
De heer, bijvoorbeeld een ridder, was de baas van een domein: alle grond was van hem.
Hij woonde soms in een donjon, een soort kasteel en soms in een vroonhof, de grote boerderij van de heer in het dorp
Slide 17 - Tekstslide
Hofstelsel (2)
In het hofstelsel was het domein in twee stukken verdeeld.
Het ene deel van de grond was verpacht (verhuurd) aan horige boeren voor eigen opbrengst. Zij moesten een deel van opbrengst als pacht (belasting) betalen)
De opbrengst van het andere deel was volledig van de heer.
Slide 18 - Tekstslide
Vroonland
Hoeveland
Woongebied van de domeinheer.
Hier staat zijn eigen boerderij.
Alle opbrengsten zijn voor de heer.
Wonen de andere boeren.
Verdeeld in kleinere stukjes land die elk door een boer en zijn gezin werden bewerkt.
De boeren moeten een deel van hun opbrengst afstaan aan de heer.
Bossen, moerassen en rivieren
Leveren hout, noten, wild en vis op.
Alle opbrengsten zijn voor de domeinheer.
Woeste gronden
Slide 19 - Tekstslide
Veel plichten,
weinig rechten
Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein
De boeren waren horigen van de heer: ze moesten gehoorzaam zijn
Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjes, te doen.
Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen
Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer.