Les 2 - Present simple

Present simple?
1 / 28
volgende
Slide 1: Woordweb
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Present simple?

Slide 1 - Woordweb

The Present Simple
Present Simple

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Signaalwoorden?

Vaak staan er in een zin signaalwoorden. Dat zijn woorden die het signaal afgeven dat de zin in de present simple, oftewel in de tegenwoordige tijd staat, bijvoorbeeld: always, never, frequently, often, sometimes, seldom, on Saturdays, in the weekend, during the week.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Sleep de signaalwoorden naar de goede rij. 
Present Simple
Always
Every day
Never
At the moment
currently
Right now
Today
Often
Regularly
Sometimes
Usually

Slide 11 - Sleepvraag

Present simple
feiten
gewoonte
vaste tijdschema's
water boils at 100 degrees
I always go to school by car
right now
yesterday
Last week John broke his leg

Slide 12 - Sleepvraag

Present simple: Fill in the gap.
His sister _______ Netflix.
A
play
B
plays

Slide 13 - Quizvraag

Fill in the present simple. She ............TV every night.
A
Watch
B
Watches

Slide 14 - Quizvraag

Present Simple
Fill in the correct form of the verb:
We ......... (speak) French.
A
speaks
B
speak

Slide 15 - Quizvraag

Fill in the present simple:

He (like) you a lot.
A
like
B
likes

Slide 16 - Quizvraag

Fill in the present simple:
The boy and his father_____ (go) to the park each day.
A
go
B
gos
C
goes

Slide 17 - Quizvraag

Fill in the present simple.
She ............TV every night.
A
Watch
B
Watches

Slide 18 - Quizvraag

Present simple: Fill in the gap.
His sister _______ Netflix.
A
play
B
plays

Slide 19 - Quizvraag

Exercise

Slide 20 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Extra!

Slide 22 - Tekstslide

Maak de volgende zin vragend:
She works hard every day.

Slide 23 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend:
She works hard every day.

Slide 24 - Open vraag

Maak de volgende zin vragend:
We drive to school every morning.

Slide 25 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend:
We drive to school every morning.

Slide 26 - Open vraag

Maak de volgende zin vragend:
I like turtles.

Slide 27 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend:
I like turtles.

Slide 28 - Open vraag