Leg je spullen klaar: werkboek, schriften, agenda, etui.
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2
In deze les zitten 40 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
luister naar het verhaal...
Leg je spullen klaar: werkboek, schriften, agenda, etui.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
www.jeugdbibliotheek.nl
Slide 3 - Link
Personages
Stanley Yelnats
Meneer De Heer: de bewaker van de gevangenen in Camp Green Lake.
De Directeur: de baas van Camp Green Lake.
Meneer Pendanski: ook een bewaker in Camp Green Lake.
X-Ray, Magneet, Oksel, Zigzag: gevangen van Camp Green Lake.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Personages
In Gaten hebben bijna alle jongens in het kamp een bijnaam. Noteer welke bijnamen de jongens in het kamp hebben. Jij gaat onderzoeken welke bijnaam bij wie hoort en waarom voor deze bijnaam gekozen is. Vul hiervoor een kolommenschema in. Maak zoveel rijen als nodig is.
Tijdens het voorlezen maak je aantekeningen.
Slide 6 - Tekstslide
Huiswerk
Opdracht Poëzie is...
inleveren. Schrijf met grote letters bovenaan: Poëzie is...
Schrijf daaronder in je mooiste handschrift wat poëzie volgens jou is.Maak een kunstwerkje; gebruik kleur, maak tekeningen
En je naam erop natuurlijk!
Slide 7 - Tekstslide
Huiswerk
Spelling: morgen lokaal 05
Oortjes mee!
H1.8 opdracht 1 t/m 6 en 9
online maken
Wie is er nog niet ingelogd?
Anne, Gijs, Diek?
Slide 8 - Tekstslide
Huiswerk
Opdracht Poëzie is...
inleveren. Schrijf met grote letters bovenaan: Poëzie is...
Schrijf daaronder in je mooiste handschrift wat poëzie volgens jou is.Maak een kunstwerkje; gebruik kleur, maak tekeningen
Een voorvoegsel is een taalelement dat niet als los woord kan voorkomen, maar vooraan aan een woord toegevoegd kan worden ter vorming (afleiding) van een nieuw woord.
Slide 15 - Tekstslide
Aantekeningen
Pak je harde kaftschrift en een pen
Slide 16 - Tekstslide
Voorvoegsel
Bij sommige woorden kun je een stukje vóór het woord toevoegen; een voorvoegsel.
De betekenis van het woord verandert door een voorvoegsel.
Voorbeeld: onrustig = on (voorvoegsel) + rustig = niet rustig
Een voorvoegsel bestaat niet als los woordje. Vaak heeft het wél een betekenis. Bijvoorbeeld:
on- = niet / her- = opnieuw
Slide 17 - Tekstslide
Oefenen met voorvoegsel
Schrijf de tabel over. H1.5 - Woorden
her
in
on
herexamen
informeel
instabiel
incompleet
incorrect
onjuist
Slide 18 - Tekstslide
Oefenen met voorvoegsel
Bedenk zoveel mogelijk woorden met
her
in
on
herexamen
informeel
instabiel
incompleet
incorrect
onjuist
Slide 19 - Tekstslide
Oefenen met voorvoegsel
timer
3:00
Slide 20 - Tekstslide
Hoe werk je in het werkboek?
Met zwarte of blauwe pen.
Zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt.
Netjes en duidelijk schrijven.
Zelfstandig nakijken.
Steekproef, niet goed = opnieuw
Slide 21 - Tekstslide
Doel van deze les
Je leert 25 nieuwe woorden gebruiken.
Je leert wat voorvoegsels zijn.
Slide 22 - Tekstslide
Zelfstandig werken
H1.5 blz. 49
Opdracht 1 en 2A, 4A, 9, 10, 11, 12, 13
GL: opdracht 8
Klaar: Nakijken en verbeteren.
Slide 23 - Tekstslide
Tijdens het zelfstandig werken
Boektitel en auteur doorgeven.
Onderdeel van een serie?
Staat er een leeftijdsindicatie in jouw boek?
Slide 24 - Tekstslide
Welkom 2B
3BU:
Alle opdrachten af? Naam op het bord en start met nakijken.
Nog niet af? Start met de woordzoeker / puzzel
In stilte!
Slide 25 - Tekstslide
Huiswerk
Do 9-9 / 3e uur
Woorden H1.5 leren, blz. 50
Maak Test Jezelf woorden - online
Slide 26 - Tekstslide
Doel van deze les
Ken je de 25 moeilijke woorden al?
Fictie H1.1: Verschil fictie / non-fictie
Wat is een personage?
Spanning en spanningsvragen
Hoe beoordeel je een boek?
Slide 27 - Tekstslide
Quiz per seconde wijzer
1. Schrijf je naam op het blad
2. lees alle woorden een aantal keer goed door
3. De quiz: luister naar de omschrijving van het woord