Paragraaf 6 Nog een rondje boxen

Start hoofdstuk 3
Nog een rondje boxen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Start hoofdstuk 3
Nog een rondje boxen

Slide 1 - Tekstslide

Box 2:
Wanneer iemand meer dan 5% aandelen heeft in een BV of NV, wordt in box 2 hierover belasting berekend. Je betaald belasting over de winst.

Vennootschapsbelasting

Slide 2 - Tekstslide

aandelen
Als je aandelen bezit, ontvang je dividend waarover je inkomstenbelasting betaalt in box 2 of 3:

 5%>  'aanmerkelijk belang' --> box 2
 <5%  'sparen en beleggen'  -->  box 3 

Alle andere kapitaalinkomens (rente!) vallen ook in box 3.

Slide 3 - Tekstslide

Box 2
proportioneel belastingtarief=  het belastingtarief blijft gelijk, zowel bij een hoog als laag inkomen

Slide 4 - Tekstslide

Oefenvraag
Vraag: Totale winst is 300.000
Hoeveel vennootschapsbelasting moet het bedrijf betalen over de eerste € 200.000 winst?


Slide 5 - Tekstslide

Antwoord
- Over het bedrag boven de 200.000 euro winst betaal je 25% belasting.
- Hoeveel euro zit het bedrijf erboven?
Verschil tussen 300.000 en 200.000 = 100.000
Betaalt
1.  € 200.000 :100 x 20 = € 40.000
2. € 100.000 : 100 x 25 = € 25.000
totaal € 65.000


Slide 6 - Tekstslide

Bespreken paragraaf 6
opdracht 1-2-3 en 6

Slide 7 - Tekstslide

Progressief belastingtarief 
Progressief tarief: naarmate je meer verdient, wordt het heffingspercentage groter → Dis nivellerend (inkomensverschillen worden naar verhouding kleiner)  

Het schijventarief in box 1 is hier een voorbeeld van.   

Bij een progressief belastingstelsel betaal je dus ook PROCENTUEEL meer belasting bij een hoger inkomen.  

Slide 8 - Tekstslide

Box 3
Belasting over inkomsten uit vermogen, zoals spaargeld en beleggingen. Deze inkomstenbelasting in box noem je ook wel vermogensrendementsheffing.
Bij deze belasting doet de overheid alsof je per jaar verdient aan rente met je spaargeld of winst op je belegging. Dit noem je fictief rendement.

Het eerste deel van je spaargeld is belastingvrij, dit heet heffingsvrij vermogen.

Slide 9 - Tekstslide

Belasting box 3

Slide 10 - Tekstslide

Bij een eenmanszaak/ vennootschap onder firma betaal je ...
A
Inkomstenbelasting box 1
B
Vennootschaps-belasting box 2
C
vermogensrendementsheffing box 3

Slide 11 - Quizvraag

Te betalen belasting box 1
Te betalen belasting box 2
Te betalen belasting box 3


Te betalen belasting voor heffingskorting
Heffingskortingen
Verschuldigde inkomstenbelasting
  • Heffingskorting
  • Korting op de verschuldigde inkomstenbelasting.
  • Bijv. algemene heffingskorting, arbeidskorting

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht Hoofdstuk 3 paragraaf 6
4-5-7 en 8

Slide 13 - Tekstslide