In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Zakelijke mail
Doel:
Een goede en nette zakelijke mail schrijven.
Slide 1 - Tekstslide
Een zakelijke email
A
formeel
B
informeel
Slide 2 - Quizvraag
Een zakelijke mail stuur je
A
naar je beste vrienden
B
naar bedrijven of instellingen
Slide 3 - Quizvraag
Kies de juiste aanhef...
A
Hallo heer, mevrouw,
B
Geachte heer, mevrouw,
C
Geachte heer en mevrouw,
D
Of Geachte mevrouw of meneer + achternaam,
Slide 4 - Quizvraag
In een zakelijke email spreek je de ander aan met 'U'
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Kies de juiste afsluiting, slotgroet..
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
m.v.g.
Slide 6 - Quizvraag
Onder je email zet je
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam
Slide 7 - Quizvraag
Een zakelijke mail is...
A
kort, niet langer dan 1A4
B
lang
Slide 8 - Quizvraag
In een zakelijke email moet je verplicht je adres en telefoonnummer vermelden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Hey hallo,
Ik ben Maarten. Ik zou graag gratis info over het Achterhuis willen hebben. Ken jij mij die sturen? Ik wil natuurlijk een goed cijfer halen voor geschiedenis.
Het dagboek van Anne Frank heb ik al voor het vak Nederlands gelezen. Dat is wel ff een indrukwekkend boek zeg! Volgende week houdt ik mijn spreekbeurt dus of je een beetje op wil schieten met de info. Bye.
Emilio
A
Zakelijke brief
B
Persoonlijke brief
Slide 10 - Quizvraag
Wat doet Emilio fout? Schrijf 3 zaken op!
Hey hallo,
Ik ben Maarten. Ik zou graag gratis info over het Achterhuis willen hebben. Ken jij mij die sturen? Ik wil natuurlijk een goed cijfer halen voor geschiedenis.
Het dagboek van Anne Frank heb ik al voor het vak Nederlands gelezen. Dat is wel ff een indrukwekkend boek zeg! Volgende week houdt ik mijn spreekbeurt dus of je een beetje op wil schieten met de info. Bye.
Slide 11 - Open vraag
Theorie
Regels:
Aanhef: Beste meneer/mevrouw of Geachte meneer/mevrouw,
Inleiding: de reden van schrijven (alinea 1)
Middenstuk: extra informatie met vragen
Slot: Beleefde zin en wat je verwacht van de lezer