H3 Energie P1 Energie uit brandstoffen

Evaluatie
Ga naar onderstaande link en vul de vragenlijst in.
https://forms.gle/FhtJVES84Z88Crvb9

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Evaluatie
Ga naar onderstaande link en vul de vragenlijst in.
https://forms.gle/FhtJVES84Z88Crvb9

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

H 3 Energie

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je van
Energie

Slide 4 - Woordweb

Vermogen
Vermogen is het aantal Energie (Joule) dat iedere seconde wordt opgewekt. Dat is het aantal Watt.

1 Watt = 1 Joule/seconde

Slide 5 - Tekstslide

De eenheid van energie is Joule (J)

Slide 6 - Tekstslide

Doelen van de les:
- De eenheid van Energie kennen
- Verschillende energie bronnen kennen
- toepassing van fossiele brandstoffen kennen
- werking elektriciteitscentrale kennen
- een energieschema kunnen lezen en maken

Slide 7 - Tekstslide

Begrippenlijst 
neem de volgende begrippenlijst over.
Gedurende het hoofdstuk vul je de begrippen aan wanneer je ze behandeld.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbereiden


lees bladzijde 48 - 49 - 50 - 51

vul eventueel de begrippenlijst aan

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Noem verschillende energie soorten

Slide 11 - Woordweb

Verschillende soorten E
- Chemische energie
- Bewegingsenergie
- Kernenergie
- Elektrische energie
- Stralingsenergie
- Zwaarte-energie
- veerenergie/elastische energie
- Warmte energie
Leer uit je hoofd!!!

Slide 12 - Tekstslide

Noem fossiele brandstoffen en geef voor en nadelen aan

Slide 13 - Woordweb

Fossiele brandstoffen
- Aardgas
- Aardolie
- Steenkool

Nadelen:
Voorraad raakt op
Luchtvervuiling (CO²)

Voordelen:
Goedkoop + Makkelijk
Duurzame energie
- Windenergie
- Zonne-energie
- Waterkracht
- Biogas

Nadelen:
Duur

Voordelen:
Goed voor het milieu

Slide 14 - Tekstslide

Kernenergie
Water wordt verwarmd met stralingsenergie uit uranium.

Nadelen:
Uranium wordt slechts één keer gebruikt.
Heel gevaarlijk radioactief afval.

Voordelen: 
Veel energie, geen luchtvervuiling

Slide 15 - Tekstslide

Energieomzettingen
Bij een energie-omzetting wordt de ene energiesoort en omgezet in een of meer andere energiesoorten. 

Energie gaat nooit verloren!


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Geef aan welke energieomzetting er in de voorwerpen op het bureau plaatsvinden

Slide 18 - Open vraag

Voorbeelden
- Verbranding (benzine in auto maar ook je boterham van vanmorgen): Chemische energie --> Bewegingsenergie en warmte
- Achtbaan:
Zwaarte energie --> Bewegingsenergie
- Lamp:
Elektrische energie --> Stralingsenergie

Slide 19 - Tekstslide

Apparaten kunnen energie omzetten
Batterij
Chemische energie -> Elektrische energie

Waterkoker
Elektrische energie -> Warmte

Fohn
Elektrische energie -> Warmte + Bewegingsenergie

Televisie
Elektrische energie -> Stralingsenergie




Slide 20 - Tekstslide

Elektriciteitscentrale
Aantekening: afbeelding 2 blz. 49 + uitleg stappen

Slide 21 - Tekstslide

Geef aan welke energieomzettingen er plaatsvinden in de centrale

Slide 22 - Open vraag

Stap 1: Chemische energie  -> Warmte
Stap 2: Warmte                      -> Bewegingsenergie
Stap 3: Bewegingsenergie  -> Elektrische energie
1
Chemische energie -> Warmte
2
Warmte -> Bewegingsenergie
3
Bewegingsenergie -> Elektrische energie

Slide 23 - Tekstslide

Een batterij zet ........... om
in elektrische energie.
A
Warmte
B
Chemische energie
C
Stralingsenergie
D
Bewegingsenergie

Slide 24 - Quizvraag

Fossiele brandstoffen geven zeer gevaarlijk afval.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Zonne-energie is een duurzame energiebron.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Kernenergie veroorzaakt het broeikaseffect.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Aardgas is een fossiele brandstof.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Bij windenergie worden turbines gebruikt om een generator te laten draaien.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Een fietsdynamo zet bewegingsenergie om in licht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Aan de slag
Maken 3.1 werkboek

Slide 31 - Tekstslide