4.1 Batterijen

Hoofdstuk 4
Paragraaf 1

Batterijen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
Paragraaf 1

Batterijen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


A
Gewone batterij
B
Penlite batterij
C
Staaf batterij
D
Platte batterij

Slide 3 - Quizvraag

Welke soort batterij zie je hier ?
A
oplaadbare batterij
B
penlite batterij
C
knoopbatterij
D
accu batterij

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

+ en -
De plus is de bolle kant


De min is de platte kant

Slide 6 - Tekstslide

Spanningen optellen
Vaak heb je meer dan één batterij nodig om aan de juiste spanning te komen. Voor de afstandsbediening op de volgende slide heb je bijvoorbeeld twee staafbatterijen van 1,5 volt nodig. Je moet die batterijen in serie schakelen. Dat doe je door de pluspool van de ene batterij tegen de minpool van de andere batterij te leggen. Ze hebben dan samen een spanning van 3,0 volt.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer ik 9 Volt wil hebben.
Hoeveel batterijen van 1,5 Volt moet ik dan in serie schakelen
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 9 - Quizvraag

Platte batterij
Een platte batterij bestaat uit 3 staafbatterijen

Slide 10 - Tekstslide

Apart innemen

Slide 11 - Tekstslide

Wat moet je doen met een lege niet-oplaadbare batterij
A
Inleveren bij het klein chemisch afval
B
In de grijze bak
C
toch opladen
D
niets

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

De batterij in je mobiele telefoon raakt langzaam leeg. Je moet de batterij regelmatig opladen. Is een opgeladen batterij zwaarder dan een lege batterij?
A
Ja, want de batterij is vol
B
Ze zijn even zwaar, want elektriciteit heeft geen massa
C
Nee, de lege batterij is juist zwaarder

Slide 14 - Quizvraag