Planten hebben aanpassingen om uitdroging te voorkomen. In grote, dunne bladeren kan veel fotosynthese plaatsvinden, maar er verdampt ook veel water. Planten in een droge omgeving hebben daarom vaak kleine, dikke bladeren. De wortels gaan ook veel dierper de grond in. Een plant in een vochtige omgevind heeft niet zo veel wortels nodig.