6.6 Prinsjesdag

6.6. Prinsjesdag
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

6.6. Prinsjesdag

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen wat Prinsjesdag is.
  • toelichten wat de troonrede inhoudt.
  • uitleggen wat de rijksbegroting is
  • uitleggen wat de staatsschuld is en welke invloed een
     begrotingsoverschot of tekort hierop hebben.
Wat gaan we leren?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Prinsjesdag is ieder jaar de derde dinsdag van september.

Prinsjesdag

Slide 4 - Tekstslide

De troonrede is de toespraak van de koning op Prinsjesdag voor het parlement over de plannen voor komend jaar.
Troonrede is geschreven door de regering.

Troonrede

Slide 5 - Tekstslide

"Het koffertje"
  • In het koffertje zitten de
     rijksbegroting en de
     miljoenennota.
  • De Rijksbegroting toont de
     inkomsten en uitgaven die de
     rijksoverheid verwacht.
  • De miljoennota is een samenvatting en toelichting hierop.
Het koffertje

Slide 6 - Tekstslide

Presentatie begroting + plannen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

"Het koffertje"
  • Inkomsten: € 366,4 miljard
  • Uitgaven: € 395 miljard

  • Is er een begrotingstekort- of
     overschot?
  • Er is een begrotingstekort, want
     366,4 miljard - 395 miljard = 28,6
     miljard tekort
Begrotingstekort- of overschot

Slide 9 - Tekstslide

"Het koffertje"
  • De staatsschuld is de schuld
     van de overheid.
Staatsschuld

Slide 10 - Tekstslide

"Het koffertje"
  • Er is een begrotingstekort van       € 28,9 miljard.
  • Wat kan de overheid doen?
  • Stel: vorig jaar was staatsschuld 
    € 451 miljard. Hoeveel % is deze dan nu gestegen?
  • €28,9: 451 x 100 = 6,4%
Begrotingstekort- of overschot

Slide 11 - Tekstslide

Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
  • Geld lenen
  • Bezuinigen
  • Belastingen verhogen

Begrotingsoverschot = inkomsten > uitgaven 
  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven
Begrotingstekort- of overschot

Slide 12 - Tekstslide

OPDRACHTEN
  • Maak de opgaven 4, 6, 7, 8 op  pagina 62 t/m 63!







  • Alles wat je hier doet, hoef je thuis minder te doen!



timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken opgaven 1 t/m 10 van hoofdstuk 6.6 prinsjesdag op bladzijde 60 t/m 63.
  • Maken rekentrainer paragraaf 1 en 2 op bladzijde 67.

Huiswerk

Slide 14 - Tekstslide

Staatsschuld
een begrotingstekort = toename staatsschuld

een begrotingsoverschot = afname staatschuld

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Regering
De regering bestuurt een land, de regering bestaat uit
de ministers en de minister-president 
(de Koning hoort hier dus niet bij)

Slide 17 - Tekstslide

Begrotingstekort & -overschot
  • Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
  • Geld lenen
  • Bezuinigen
  • Belastingen verhogen
  • Begrotingsoverschot = inkomsten > uitgaven
  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven

Slide 18 - Tekstslide