•
Ademhalingsstelsel: zorgt voor de opname van zuurstof in je lichaam.
• Bloedvatenstelsel: zorgt voor transport van stoffen en warmte door je lichaam.
• Bottenstelsel (geraamte): geeft je lichaam vorm, zorgt voor stevigheid en bescherming en maakt beweging mogelijk.
• Hormoonstelsel: regelt de hoeveelheid hormonen in je lichaam.
• Spierstelsel: maakt beweging mogelijk.
• Uitscheidingsstelsel: zorgt voor de uitscheiding van afvalstoffen uit je lichaam.
• Verteringsstelsel: zorgt voor de vertering van je voedsel.
• Voortplantingsstelsel: hiermee kun je je voortplanten.
• Zenuwstelsel: vervoert impulsen (seintjes) door je lichaam.
• Zintuigenstelsel: hiermee merk je veranderingen in je omgeving op.