6.1

• wi
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

6.1 Eenheden van lengte en oppervlakte

Eenheden van lengte

km = kilometer

hm = hectometer

dam = decameter

m = meter

dm = decimeter

cm = centimeter

mm = milimeter

Vul in. 120 mm = … cm

1. 1200
2. 12000
3. 12
4. 1,2

Vul in. 71 dm = … mm

1. 710
2. 7100
3. 7,1
4. 0,71

Vul in. 650 000 cm = … km

1. 6500
2. 650
3. 65
4. 6,5

Vul in. 834 hm = … km

1. 8340
2. 83,4
3. 8,34
4. 0,834

Eenheden van lengte

Vul in. 750 cm is … m
(Gebruik een punt, geen komma)

Vul in. 4.9 cm is … m
(Gebruik een punt, geen komma)

Vul in. 9.25 km is … m
(Gebruik een punt, geen komma)

Vul in. 6900 m is … km
(Gebruik een punt, geen komma)

Vul in. 0.7 dm is … mm
(Gebruik een punt, geen komma)

Vul in. 2,25 dm is … cm
(Gebruik een punt, geen komma)

Oppervlakte

km² = vierkantekilometer 

hm² = vierkante hectometer 

dam² = vierkante decameter 

m² = vierkante  meter 

dm² = vierkante decimeter 

cm² = vierkante centimeter 

mm² = vierkante millimeter 

ha = hectare 

are = are 

ca = centiare

Vul in. 1 km² = … m²

1. 100
2. 1000
3. 10000
4. 1 000 000

Vul in. 3,4 km² = … ha

1. 34
2. 340
3. 3400
4. 340 000

Vul in. 1,4 m² = … dm²

1. 14
2. 140
3. 0,14
4. 0,014

Vul in. 15 000 mm² = … dm²

1. 1,5
2. 150
3. 15 000 00
4. 1500

Een huis staat op 12 are en 34 ca grond. Hoeveel m² is 12 are?

1. 12
2. 120
3. 1200
4. 12000

Een huis staat op 12 are en 34 ca grond. Hoeveel m² is 34 ca?

1. 3,4
2. 34
3. 340
4. 3400

Een huis staat op een stuk grond van 12 are en 34 ca. Op hoeveel m² grond staat het huis?

4  en 9, (11,12,13)