2A1 Introductieles Pruiken en Revoluties

Introductieles: Pruiken en revoluties
Introductieles: Pruiken en revoluties
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Introductieles: Pruiken en revoluties
Introductieles: Pruiken en revoluties

Slide 1 - Tekstslide

Introductieles: Pruiken en revoluties
Planning
  • Leerdoelen
  • Vragen over de toets
  • Kennis van vorige periode/komende periode
  • Introductie nieuwe onderwerp
  • Herhaling absolutisme

Slide 2 - Tekstslide

Introductieles: Pruiken en revoluties
Leerdoelen
  • Na deze les; 
  • Kun je uitleggen welk onderwerp we de komende periode gaan behandelen. 
  • Weet je waarom we met eeuwen werken.
  • Kun je uitleggen hoe het bestuur in Frankrijk aan het begin van de 18e eeuw eruit zag. 
  • Kun je goddelijk recht uitleggen. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat vonden jullie van de toets?
(moeilijk/makkelijk/lang)

Slide 4 - Open vraag

Welk onderdeel van de toets vond je het lastigst?
A
Antwoorden goed opschrijven (argumentatie)
B
De bronnen gebruiken (brongebruik)
C
Kennis gebruiken (reproductie)
D
Tijdsbesteding aan vragen

Slide 5 - Quizvraag

Waarom zijn er eeuwen?
A
Omdat ontwikkeling in één eeuw plaatsvinden.
B
Om de geschiedenis in te delen.
C
Omdat deze voor iedereen, overal vaststaan
D
Omdat tijd de enige manier is om de geschiedenis in te delen.

Slide 6 - Quizvraag

17e eeuw
18e eeuw

19e eeuw
20e eeuw
21e eeuw
1600-1700
2000-2100
1800-1900
1900-2000
1700-1800

Slide 7 - Sleepvraag

Frankrijk in de 17e eeuw

Slide 8 - Woordweb

Revoluties

Slide 9 - Woordweb

Introductieles: Pruiken en revoluties
Periode 4
  • Tijdvak 8; Pruiken en revoluties
  • 1700-1800
  • Ontwikkelingen uit 1600-1700 lopen door in de 18e eeuw of oefenen daar invloed op uit! 
  • Samenleving in Frankrijk
  • Franse Revolutie
  • Napoleon

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent absolutisme?
A
Een koning die samen met het parlement de macht had.
B
Een koning die regeerde samen met de drie standen.
C
Een koning die alle macht had.
D
Het parlement wat alle macht had.

Slide 11 - Quizvraag

Waarom dacht Lodewijk XIV dat hij als absoluut vorst mocht regeren?
A
Omdat de standen hem dat recht hadden gegeven.
B
Omdat de paus hem dat recht had gegeven.
C
Omdat hij zichzelf dat recht had gegeven.
D
Omdat God hem dat recht had gegeven.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe wordt dit goddelijk recht in het Frans genoemd?

Slide 13 - Open vraag

Introductieles: Pruiken en revoluties
6.2 Pruiken en problemen in de 18e eeuw
  • Lodewijk XV en XVI 
  • Droit divin
  • Veel problemen in Frankrijk:
  • 1. Staatskas was leeg en schuld van het land nam toe
  • 2. Bestuur en leger functioneerden slecht
  • 3. Standenmaatschappij zorgde voor ongelijkheid en onvrede

Slide 14 - Tekstslide

Introductieles: Pruiken en revoluties
Huiswerk
  • Leer voor de volgende les; 
  • 1. Waarom Frankrijk geen geld had.
  • 2. Waarom het bestuur en leger slecht functioneerden. 

Slide 15 - Tekstslide

Introductieles: Pruiken en revoluties
Afsluiting
  • Waarom werken we met eeuwen? 
  • Wanneer was de 18e eeuw?
  • Wat wordt het onderwerp de komende periode?
  • Wat betekent droit divin?
  • Welke drie problemen waren er in Frankrijk?

Slide 16 - Tekstslide