Woensdag 7 juni (bron H)

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit
  • telefoon in je TAS
  • Inloggen in LessonUp met KLASCODE
  • H1A: hjgfd
  • HiB: plhoe
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit
  • telefoon in je TAS
  • Inloggen in LessonUp met KLASCODE
  • H1A: hjgfd
  • HiB: plhoe
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt het bijvoegelijk naamwoord gebruiken.
  • Je kent de kleuren

Slide 2 - Tekstslide

Ik weet hoe ik het bijvoegelijk naamwoord in het Frans moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Ik ga mijn best doen om het leerdoel te behalen.
A
oui
B
non

Slide 4 - Quizvraag

Welke letter komt er achter het bijvoeglijk naamwoord als het mannelijk meervoud is?
A
e
B
s

Slide 5 - Quizvraag

Welke letter komt er achter het bijvoeglijk naamwoord als het vrouwelijk enkelvoud is?
A
e
B
s

Slide 6 - Quizvraag

Welke letters komen er achter het bijvoeglijk naamwoord als het vrouwelijk meervoud is?

Slide 7 - Open vraag

Als het bijvoeglijk naamwoord in de basisvorm al op een -s eindigt, komt er voor mannelijk meervoud géén extra -s bij.
Il est néerlandais > Ils sont néerlandaiss
A
B

Slide 8 - Quizvraag

Als het bijvoeglijk naamwoord in de basisvorm al op een -e eindigt, komt er voor de vrouwelijke vormen géén -e bij.
Le vélo est rouge > La voiture est rouge
A
B

Slide 9 - Quizvraag

Adjectif (bijvoeglijk naamwoord)
In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan het zelfstandig naamwoord aan. Kijk of dit woord enkelvoud, meervoud, mannelijk of vrouwelijk is en voeg de juiste letter(s) toe aan het bijvoeglijk naamwoord. Mannelijk enkelvoud is de basisvorm.

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-
+e
meervoud
+s
+es

Slide 10 - Tekstslide

La maison est ...
A
petit
B
petite

Slide 11 - Quizvraag

Lucas et Jean sont ...
A
sportif
B
sportifs

Slide 12 - Quizvraag

Le jardin est ...
A
grand
B
grande

Slide 13 - Quizvraag

Elles sont ...
A
français
B
françaises

Slide 14 - Quizvraag

Ma soeur est ...
A
content
B
contente
C
contents
D
contentes

Slide 15 - Quizvraag

C'est un placard ...
A
vert
B
verte
C
verts
D
vertes

Slide 16 - Quizvraag

Les garçons (m) sont ...
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 17 - Quizvraag

Il a une chaise ...
A
bleu
B
bleue
C
bleus
D
bleues

Slide 18 - Quizvraag

Elle est ...
A
drôle
B
drôlee
C
drôles

Slide 19 - Quizvraag

Elles sont …
A
drôle
B
drôlees
C
drôles

Slide 20 - Quizvraag

Le vélo est ...
A
gris
B
grise
C
grises

Slide 21 - Quizvraag

Les vélos sont ...
A
gris
B
grise
C
grises

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

bleu
rouge
violet
jaune
vert
noir

Slide 24 - Sleepvraag

Le vélo est ...

Slide 25 - Open vraag

Les chats sont ...

Slide 26 - Open vraag

La voiture est ...

Slide 27 - Open vraag

La maison est ...

Slide 28 - Open vraag

Les tables sont ...

Slide 29 - Open vraag

Les chaises sont ...

Slide 30 - Open vraag

Ik weet hoe ik het bijvoegelijk naamwoord in het Frans moet gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Slide 32 - Tekstslide