Period 2 week 2: building your professional vocabulary

JOB EDITION
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

JOB EDITION

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Starters ~ Period 2
Period 2

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Dessert 2.2

Filmpje???
https://youtu.be/IMitmSFApXA

British vs. American English QUIZ

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Accent
  • Spelling
  • Words (vocabulary)
  • Grammar

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which version of English is better?
A
British English
B
American English

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Both are correct!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


What do British people call 'chips'?
A
Crisps
B
Chips
C
Potato chips
D
Potato slices

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


What do British people call 'patat'?
A
Crispy sticks
B
Potato crisps
C
French fries
D
Chips

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What do you call this in American English?
A
Jumper
B
Sweater
C
Hoodie
D
Long-sleeved shirt

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

British
American
Trainers
Sneakers
Pants
Trousers
Cookie
Biscuit

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which letter is often dropped in American spelling?
A
a
B
e
C
o
D
u

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which letter is often dropped in British English speech?
A
t
B
k
C
h
D
r

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Which accent do you like most?
A
British
B
American
C
Irish
D
Other...

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thank you for playing

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Main course ~ Period 2
Period 2

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goal of this lesson:
In this lesson you will think of 26 Dutch words that you use on a daily basis in your work/internship/future job and translate these words into English.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Inleiding op het thema:
You and your job.
Neem de woorden met de studenten door
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Lesson 3 mindmap
Link naar de mindmap

https://www.canva.com/design/DAFRieItMXI/7s71IvjBBm_mCYdGNqomGg/edit?utm_content=DAFRieItMXI&utm_campaign=designshare&utm_medium=link2&
utm_source=sharebutton

Studenten werken in groepjes van 3 en vullen het woordweb in het Nederlands in. Na het invullen gaan ze hun woordweb vergelijken met een ander groepje.

Na het vergelijken gaan studenten kijken welke woorden ze in willen vullen op hun A-Z wordlist (task 1)

Teams assignments

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Example

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Your
GPS goal 
this week is:

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dessert ~ Period 2
Period 2

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What do the blue countries have in common?

Slide 28 - Tekstslide

Starter 2.2
There are many benefits of holding a commonwealth passport, which include visa-free travel, education, and business opportunities. Because of the connection with the UK, Commonwealth citizens do not require visas to enter the UK and can spend up to six months to a year there.

Slide 29 - Tekstslide

Starter 2.2