Examentekst: Moet de smartphone ook in Nederlandse scholen worden verboden?
Examentekst
Moet de smartphone ook in Nederlandse scholen worden verboden?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Examentekst
Moet de smartphone ook in Nederlandse scholen worden verboden?
Slide 1 - Tekstslide
Op welke manier introduceert de schrijver het onderwerp van de tekst in de alinea’s 1 en 2?
A
de aanleiding voor het schrijven van de tekst te geven
B
een belangrijke vraag over het onderwerp te stellen
C
een conclusie over het onderwerp te trekken.
D
een deskundige over het onderwerp te introduceren
Slide 2 - Quizvraag
“De apparaten leiden volgens hem de aandacht van de tieners af en frustreren daarmee het opdoen van kennis (…)” (regels 15-18) Van welk verband is er sprake in deze zin?
A
doel-middel
B
oorzaak-gevolg
C
opsomming
D
uitspraak-toelichting
Slide 3 - Quizvraag
Welk verband is er tussen de alinea’s 1 en 2 enerzijds en alinea 3 anderzijds?
A
Alinea 3 geeft een uitleg bij de informatie uit de alinea’s 1 en 2.
B
Alinea 3 geeft een voorbeeld bij de informatie uit de alinea’s 1 en 2.
C
Alinea 3 vormt een opsomming met de informatie uit de alinea’s 1 en
2.
D
Alinea 3 vormt een tegenstelling bij de informatie uit de alinea’s 1 en
2.
Slide 4 - Quizvraag
Volgens Paul Kirschner kunnen mensen niet multitasken (alinea’s 4 en 5). Toch blijkt dit niet voor alle situaties te gelden. Leg uit wanneer mensen niet kunnen multitasken en wanneer wél. Gebruik maximaal 40 woorden.
Slide 5 - Open vraag
In alinea 6 staat dat Paul Kirschner smartphones en laptops tijdens zijn colleges verbiedt. Vat de argumenten die hij hiervoor geeft samen in maximaal 20 woorden.
Slide 6 - Open vraag
Wat is de functie van alinea 8? Alinea 8
A
licht de mening van Kirschner toe.
B
nuanceert de mening van Kirschner.
C
onderschrijft de mening van Kirschner.
D
weerlegt de mening van Kirschner.
Slide 7 - Quizvraag
De alinea’s 9 tot en met 12 hebben een gezamenlijk deelonderwerp. Welk deelonderwerp is dat?
A
nadelen van het gebruiken van smartphones op school
B
nieuwe technologieën op school dankzij smartphones
C
ongelijke strijd voor docenten tegen smartphones
D
zoeken naar evenwichtig gebruik van smartphones op school
Slide 8 - Quizvraag
In alinea 12 staat dat kinderen verslaafd zijn aan piepjes en appjes. Citeer de twee opeenvolgende zinnen uit alinea 5, 6 of 7 waarin dezelfde boodschap staat.
Slide 9 - Open vraag
“De basis van verantwoord smartphonegebruik moet eigenlijk door de ouders worden bijgebracht.” (regels 130-133) Veel ouders vinden dit moeilijk. Citeer de zin uit alinea 12 of alinea 13 waarin staat waarom ouders dit moeilijk vinden.
Slide 10 - Open vraag
Wat is het verband tussen alinea 13 en alinea 14? Alinea 14
A
gaat verder in op de vragen in alinea 13.
B
geeft een gevolg van het gestelde in alinea 13.
C
voegt nieuwe elementen toe aan de informatie in alinea 13.
D
vormt samen met alinea 13 een tegenstelling bij alinea 12.
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de functie van het slot van de tekst (alinea’s 13 en 14)? Het slot
A
bevat een advies.
B
geeft een samenvatting.
C
trekt een conclusie.
D
uit een toekomstverwachting.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste doel van deze tekst?
A
lezers informeren over de redenen om een smartphoneverbod op
scholen in te voeren
B
lezers informeren over het belang van verstandig met de smartphone
leren omgaan
C
lezers overtuigen dat scholen in Nederland een smartphoneverbod
moeten invoeren
D
lezers overtuigen om minder vaak de smartphone te gebruiken in het
bijzijn van kinderen
Slide 13 - Quizvraag
Welke zin geeft het best de hoofdgedachte van de tekst weer?
A
Nederland moet, net als Frankrijk, een smartphoneverbod op scholen
invoeren, omdat de schoolcijfers en -prestaties achteruitgaan.
B
Smartphonegebruik op scholen zorgt voor lagere cijfers en prestaties, maar er kan in Nederland geen landelijk smartphoneverbod op school ingevoerd worden.
C
Verantwoord smartphonegebruik aanleren is belangrijk, onder andere omdat de cijfers en prestaties op school achteruitgaan.
D
Verantwoord smartphonegebruik aanleren is puur een taak voor ouders, ook al vinden veel ouders dit erg lastig.