Littérature: Le réalisme et le naturalisme

Programme 1)
Le réalisme
  • Stendhal
    Le Rouge et le Noir

    Le réalisme
  • Honoré de Balzac
    Le Père Goriot
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransEnseignement Secondaire

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Programme 1)
Le réalisme
  • Stendhal
    Le Rouge et le Noir

    Le réalisme
  • Honoré de Balzac
    Le Père Goriot

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen literatuurgeschiedenis 
Le réalisme & le naturalisme (1800-1900)

Politieke, religieuze, economische en sociale omstandigheden per periode kunnen beschrijven en kunnen aangeven hoe die omstandigheden van invloed waren op de literatuur uit die tijd
literaire genres met bijbehorende kenmerken kunnen noemen
belangrijkste schrijvers en hun werken kunnen benoemen
bronteksten kunnen herkennen aan specifieke kenmerken en kunnen plaatsen in een historisch literaire periode of een literaire stroming 

Slide 2 - Tekstslide

Programme 2)
Le réalisme
  • Gustave Flauvert
    Madame Bovary

    Introduction du naturalisme
  • Différence entre réalisme et naturalisme

Slide 3 - Tekstslide

Programme 3)
Le naturalisme
  • Jules et Edmond de Goncourt
    Germinie Lacerteux

    Le naturalisme
  • Zola
    La Bête humaine

Slide 4 - Tekstslide

Le réalisme et le naturalisme
Deze les:
  • Achtergrondinformatie
  • Kenmerken
  • Schrijvers

Slide 5 - Tekstslide

le réalisme

Slide 6 - Tekstslide

quels sont les mots- clés qui caractérisent le réalisme?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

Achtergrondinformatie
  • Politieke & economische onrust
  • Industrialisering
  • Platteland -> stad
  • Slechte werkomstandigheden

Slide 9 - Tekstslide

Le contexte historique/politique
- beaucoup de changements
- 1804- 1815 Ie Premier Empire: Napoléon Bonaparte (guerres, autoritaire etc)
-  1815-1830 (La Restauration: Louis XVIII, Charles X)
- 1830-1848 La Monarchie de Juillet ( Louis-Philippe)
- 1848-1852 Deuxième République (Louis Napoléon prince-président)
- 1852-1870 Le Second Empire (Louis Napoléon)
- 1870-1940 Troisième République

Slide 10 - Tekstslide

Sociale en economische veranderingen
- middenklasse krijgt meer macht
- burgerij emancipeert dankzij onderwijs en industriële revolutie
- ontstaan onderklasse 
- realisten en naturalisten maatschappelijk betrokken: tegen misstanden maatschappij, voor gelijkheid (geïnspireerd door Franse Revolutie; 1789)

Slide 11 - Tekstslide

Technische veranderingen
technisch en wetenschappelijk:
- industriële revolutie
- wereldexposities (Eiffeltoren)
- vooruitgangsoptimisme
- ontstaan nieuwe wetenschap (psychologie & sociologie) 
- literatuur bereikt groter publiek (o.a. door goedkopere boekdrukkunst)

Slide 12 - Tekstslide

Les transformations de Paris sous le Second Empire, ou travaux haussmanniens, constituent une modernisation d'ensemble de la capitale française menée à bien de 1853 à 1870 par Napoléon III et le préfet de la Seine, le baron Haussmann.

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerken realisme
  • Objectieve werkelijkheid
  • Doel om lezer te overtuigen
  • Speelt zich af in het heden 
Kenmerken - Réalisme (1850-1870)
  • Objectieve werkelijkheid
  • Werkelijkheid niet ontvluchten
  • Echte plaatsen en gebeurtenissen
Jean-François Millet - Arenleessters (1857)

Slide 14 - Tekstslide

   Le réalisme
Les trois connaisseurs,
Honoré Daumier
le réalisme is een reactie op le romantisme
  • l'objectivité
  • l'impersonnalité
    schrijver is niet belangrijk
    wél wat hij observeert

veelvoorkomend thema: ontwikkeling van een jong iemand die zijn weg moet zien te vinden in de Franse standenmaatschappij

Slide 15 - Tekstslide

   Le réalisme
Les trois connaisseurs,
Honoré Daumier
romantiek                      <>
  • hoofdpersoon van hoge afkomst
  • nobel karakter / triomfeert over het kwade 
  • auctoriële verteller
    (geeft commentaar op gebeurtenissen)
 réalisme
  • hoofdpersoon uit de middenklasse
  • antiheld

  • personaal perspectief (onzichtbare verteller in hij-/zij-vorm) of ik-verteller (alles vanuit het gezichtspunt van één personage
    > identificatie)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Schrijver - Réalisme 
Stendhal
Stendhal, alors consul de France, 
peint par Olof Södermark (1840)
Henri Beyle (1783 - 1842)
  • thema's: liefde, individuele weg van de hoofdpersoon naar geluk
  • kristallisatie - precieze beschrijving van wat er gebeurt als je verliefd wordt; iemand waar je verliefd op bent ken je in jouw hoofd allerlei ideale eigenschappen toe
  • voorloper van de psychanalyse

Slide 18 - Tekstslide

                 Le Rouge et le Noir
Le Rouge et le Noir

gebaseerd op een waargebeurd verhaal
noodlottige relatie tussen een arbeidersjongen en een rijke vrouw

Lis le texte sur le site web et réponds aux questions 11 à 17 sur Le Rouge et le Noir de Stendhal.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Schrijver - Réalisme
Honoré de Balzac 
  • In de roman zoekt een jong iemand zijn weg in de Franse standenmaatschappij.
  • Gedetailleerde beschrijvingen van de wereld/tijd waarin hij leeft
  • La comédie humaine: serie van bijna 100 romans die een compleet beeld geven van de Franse samenleving (eerste helft 19e eeuw)

Slide 21 - Tekstslide

Honoré de Balzac (1799-1850)

  • bevond zich tussen le romantisme <-->le réalisme
  • schreef 'la comédie humaine' (90 romans)
  • schetst somber beeld van maatschappij 
  • geld speelt allesoverheersende rol
  • mooie gevoelens als liefde en vriendschap worden tenietgedaan door geldproblemen
  • de meeste personages in zijn boeken zijn bereid alles te doen voor geld
  • nobele zielen die weerstand bieden, verliezen de strijd
  • in 'le père Goriot' gaat de vader van 2 dochters ten onder aan de liefde voor zijn dochters. 
  • dit boek verscheen eerst als feuilleton in de krant (als kort verhaal)

Slide 22 - Tekstslide

0

Slide 23 - Video

Schrijver - Réalisme
Gustave Flaubert
  • Vriendschap met Alfred Le Poittevin -> pessimistisch
  • Afkeer van geaccepteerde ideeën
  • Objectiviteit boven alles

"De auteur moet in zijn werk zijn als God in het universum, overal aanwezig en nergens zichtbaar"

Slide 24 - Tekstslide

Gustave Flaubert - Madame Bovary
Flaubert wordt vanwege dit werk voor de rechter gedaagd vanwege de overspelige hoofdpersoon uit zijn roman : Madame Bovary. 
Veel liefdesromans gelezen, nu teleurgesteld,  zoekt haar geluk in buitenechtelijke relaties, raakt financieel aan de grond en pleegt uiteindelijk zelfmoord.
 
Het schokkende aan dit werk is dat een verteller ontbreekt die de daden van Madame Bovary afkeurt. De lezer wordt meegenomen in die belevingswereld van Madame Bovary zelf. 



 


Slide 25 - Tekstslide

Gustave Flaubert

(1821-1880)

- Grote zorg voor stijl, veel aandacht voor detail
- 'Madame Bovary': vrouw van plattelandsdokter pleegt overspel (<=> banaliteit, leegheid van het provinciale leven)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Kenmerken
Naturalisme
  • Race, milieu, moment
  • Religie bestaat niet
  • Natuurlijke dialogen
  • Objectieve verteller
  • Geloofwaardig

Le naturalisme (vers 1870-1890) kenmerken:
  • Religie bestaat niet
  • la race, le moment et le milieu
  • Wetenschappelijke analyses
  • Natuurlijke dialogen
  • Hyper gedetailleerde beschrijving van personen en natuur / setting
  • Echte plaatsen en actuele gebeurtenissen
  • Objectieve verteller
  • Chronologisch/lineair verteld
  • Vaak labiele/hysterische /nerveuze vrouwelijke hoofdpersoon
  • Verhalen lopen vaak slecht af
Jules Bastien-Lepage - Les Foins (1877)

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het realisme en naturalisme?
Kunststroming (schilderkunst en literatuur) die zich bezighoudt met het gedetailleerd weergeven van de alledaagse werkelijkheid. Men moet, i.t.t. wat men tijdens de Romantiek deed, de werkelijkheid niet ontvluchten (verleden, toekomst of exotisme), maar haar proberen te beheersen door haar te beschrijven op een neutrale manier.

Slide 29 - Tekstslide

Ontstaan van het realisme en naturalisme
- reactie op overdreven stijl van de Romantiek (+/- 1800-1850)
                toegespitst op weergeven werkelijkheid, niet mooier maken dan het is
                alledaagse werkelijkheid als thema
                misère van arbeidersklasse wordt beschreven, geen taboe


 

Slide 30 - Tekstslide

Romantisme (+/- 1800-1848)
1. beschrijven hogere sociale klasse (adel)
2. geïdealiseerde werkelijkheid
3. gevoel staat centraal (le mal du siècle, melancholisch gevoel)
4. innerlijke beleving belangrijk
5. werkelijkheid ontvluchten in: verleden / toekomst / exotisme /  natuur
Réalisme: (+/- 1840-1880)
1. beschrijven arbeiders en hun misère
2. werkelijkheid zoals ze is 
3. objectiviteit staat centraal
4. roman d'apprentissage (ontwikkeling personage als persoon staat centraal) antiheld --> iemand met wie je je niet wilt identificeren
5. werkelijkheid niet ontvluchten maar beheersen 

Slide 31 - Tekstslide

Realistische en naturalistische kenmerken            
     in de literatuur
- weergave werkelijkheid zoals ze is
- streven objectiviteit d.m.v. wetenschappelijk onderzoek + zeer gedetailleerde  beschrijvingen
- vertelperspectief: 3e persoon e.v. en vrije indirecte rede (geen alwetende verteller meer maar personage perspectief of ik-verteller) 
- vraisemblance  --> de waarschijnlijkheid van het verhaal
- bestuderen van maatschappelijke klassen
- personages psychologisch bestuderen
- misstanden van de bourgeoisie aan de kaak stellen (kritiek)
Naturalisme = réalisme + déterminisme (erfelijke eigenschappen en sociale afkomst bepalen het lot van de mens: Wie als dubbeltje geboren is zal geen kwartje worden)

Slide 32 - Tekstslide

Determinisme
Het lot van de mens wordt volledig bepaald door omstandigheden buiten zijn wil om: zoals erfelijkheid, milieu en opvoeding.

Naturalisme = realisme + determinisme

Slide 33 - Tekstslide

Naturalisme: Les frères Jules et Edmond de Goncourt - Germinie Lacerteux

De gebroeders Goncourt, Edmond de Goncourt en Jules de Goncourt, waren Franse schrijvers, romanschrijvers, historici en dagboekschrijvers uit de negentiende eeuw, bekend van hun naturalistische benadering. Ze schreven samen romans zoals "Germinie Lacerteux" en "La Lorette". Hun bekendste werk is hun dagboek, waarin ze hun tijdgenoten bekritiseerden en veel invloed hadden op latere auteurs zoals Gide, Barrès, Claudel en Proust. Hun observaties van het leven in Parijs, van de onderwereld tot de high society, bieden een scherp inzicht in de tijd waarin ze leefden.

Slide 34 - Tekstslide

Germinie Lacerteux is een roman van Jules en Edmond de Goncourt, uitgebracht in 1865. Het vertelt het verhaal van Germinie Lacerteux, een dienstmeisje dat een dubbel leven leidt in Parijs. 

Ze wordt verliefd op Jupillon maar kan hem niet krijgen vanwege het leeftijdsverschil. Nadat hij haar verlaat, zakt ze weg in alcoholisme en losbandigheid en sterft uiteindelijk aan pleuritis. 

Na haar dood ontdekt haar werkgever het dubbelleven van Germinie en vergeeft haar.

Slide 35 - Tekstslide

Schrijver - Naturalisme
Émile Zola 
  • Emile Zola stelt dat de romanschrijver zich moet gedragen als een wetenschapper die een experiment doet. 

  • Determinisme: het gedrag van mensen wordt bepaald door hun genen en omgeving. 

  • Zola toont het werk van de allerarmsten en maakt 
    hun neiging tot alcoholisme, prostitutie,  
    misdaad begrijpelijk. 

Slide 36 - Tekstslide

Zola
Autoportrait au béret, 
Émile Zola (1902) 

Émile Zola (1840 - 1902)
  • les Rougon-Macquart
  • de mens is niet alleen verantwoordelijk voor zijn daden, sociale en erfelijke omstandigheden zijn minstens zo belangrijk.

Slide 37 - Tekstslide

Émile Zola - La Bête Humaine
Émile Zola is de belangrijkste woordvoeder van het Naturalisme.
In de 20-delige romancyclus Les Rougon-Maquart zet Zola personages uit eenzelfde familie in verschillende contexten neer zodat hij kan laten zien hoe hun gedrag wordt beïnvloed door erfelijkheid én door omgevingsfactoren.
Ook kan hij op die manier een breed beeld schetsen van de Franse maatschappij van zijn tijd.

Slide 38 - Tekstslide

Le Réalisme est un mouvement littéraire et culturel :
A
De la première partie du XIXème siècle
B
De la moitié du XIXème siècle
C
De la fin du XIXème siècle

Slide 39 - Quizvraag

Le Réalisme est un mouvement qui se construit en réaction d'un autre mouvement. Lequel ?
A
Le Romantisme
B
Le Naturalisme
C
Le Symbolisme

Slide 40 - Quizvraag

Quel genre littéraire sera le genre de prédilection des auteurs réalistes ?
A
Le théâtre
B
La poésie
C
Le roman

Slide 41 - Quizvraag

Quel nouveau personnage apparaît dans les romans réalistes ?
A
Le jeune amoureuse
B
Le fourbe valet
C
Le peuple

Slide 42 - Quizvraag

Quelle liste contient des écrivains réalistes ?
A
Victor Hugo, Chateaubriand, Lamartine
B
Baudelaire, Rimbaud, Verlaine
C
Balzac, Maupassant, Flaubert, Zola, Stendhal

Slide 43 - Quizvraag

Qui est l'auteur de 'La comédie humaine' ?
A
Balzac
B
Zola
C
Flaubert

Slide 44 - Quizvraag

Quelle nouvelle valeur apparaît au XIXème siècle ?
A
Le bonheur
B
L'argent
C
L'éducation

Slide 45 - Quizvraag

Pour quel motif le livre 'Madame Bovary' est-il condamné ?
A
Outrage à la morale publique et religieuse et aux bonnes moeurs
B
Outrage au pouvoir royal
C
Outrage aux lois religieuses

Slide 46 - Quizvraag

Quelle différence peut-on noter entre Réalisme et Naturalisme ?
A
La démarche scientifique
B
La démarche journalistique
C
La démarche morale

Slide 47 - Quizvraag

Pourquoi Zola adopte-t-il une démarche scientifique à la littérature ?
A
Parce qu'il est convaincu de l'influence de la génétique et du milieu social sur le comportement des individus
B
Parce qu'il pense que seule la science peut expliquer des personnages
C
Parce que seule la science est capable de dire 'le vrai'

Slide 48 - Quizvraag