Week 19 4.6 en 4.7 De stad en het platteland

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

(4.1) Als je van een land hebt gehoord én wat beeld erbij hebt, maar die informatie is niet nauwkeurig of feitelijk, dan noem je dat ...
A
Een geografisch beeld
B
Een stereotype
C
Een mental map
D
De perceptie

Slide 2 - Quizvraag

(4.2) De culturele diversiteit in Zuid-Amerika is groot: Europenen uit de koloniale tijd, Afrikaanse tot slaaf gemaakten, landverhuizers uit Europa en Chinese en Indiase contractarbeiders en natuurlijk de inheemse bevolking.
Wat is de lingua franca in Zuid-Amerika?
A
Spaans en Portugees
B
Frans en Portugees
C
Engels en Spaans
D
Spaans en Frans

Slide 3 - Quizvraag

(4.3) Welke problemen ontstaan bij snelle verstedelijking?

Slide 4 - Open vraag

Bevolking: verstedelijking
Zuid-Amerika is het meest verstedelijkte continent ter wereld
.
Snelle verstedelijking na 1950 door:
  • Uitstoot landbouw op platteland
  • Opkomst industrie in steden


De gevolgen voor de spreiding van de bevolking waren / zijn:
  • het (te) snel ontstaan van megasteden (met favela’s)
  • snelle groei kleinere steden
  • toename bevolkingsdichtheid in kustzone, na 1980 vlakt dit af

Slide 5 - Tekstslide

(4.4) Welk kenmerk of element hoort bij welke periode?
Koloniale periode
1500-1800
Elite aan de macht
1800-1930
Het volk aan de macht?
1930-1950
Het leger aan de macht
1950-1980
Cliëntelisme
Oligarchie
Groeiende industrie
Investering in grootschalige landbouw
Populisme
Dwaze moeders
Stukken land werden aan conquistadores geschonken

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Video

Welk specifiek voorbeeld van bevolkingsparticipatie zie je in Ecuador en Bolivia?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

(4.5) Wat is een bedreiging van good governance in Zuid-Amerika?
A
Ondoorzichtige inzet van geld en mensen
B
Niet efficiënt inzetten van belastinggeld
C
Corruptie
D
Onvoldoende subsidie aan de armen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

De meeste mensen in Zuid-Amerika wonen in middelgrote steden met minder dan 500.00 inwoners.
Wanneer noem je een stad een megastad?
A
Meer dan 8 miljoen inwoners
B
Meer dan 5 miljoen inwoners
C
Meer dan 10 miljoen inwoners
D
Meer dan 1 miljoen inwoners

Slide 12 - Quizvraag

De volgende steden zijn megasteden: São Paulo, Rio de Janeiro, Buenos Aires, Lima en Bogotá.
In welk land ligt Bogotá?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Urban sprawl
Het begrip waarmee wordt de ongebreidelde ruimtelijke uitbreiding van de stad aangeduid.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Kaart

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Ontwikkeling in volgorde
Tot jaren '60: Multifundia's en latifundia's
Daarna: Groene revolutie en landhervormingen > commerciële landbouw
Vanaf 1980: Bevolkingsgroei en stijgende welvaart > meer vraag > plantagegebieden

Nadelen: verdwijnen lokale voedselproductie, vervuiling, verdeling van het water in geding, uitputting van de grond, gevaren genetische modificatie en minder werkgelegenheid.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Favela
Gated communities
Slum upgrading
Avenida

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Video

Met migrantengeld worden nieuwe huizen gebouwd.
Zelfvoorzienende boeren, kleinschalige bedrijven
Export-
gewassen, MNO's
Nieuwe variëteiten, kunstmest, irrigatie
Commerciële landbouw
Verstedelijkt platteland
Minifundia's
Groene revolutie

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Tekstslide