Week 3.1 2MB

English

Mr Brust
Mr Brust
English
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

English

Mr Brust
Mr Brust
English

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today
Check homework
Planning SO, PW, PO en X-week
Listening
Plurals

(Present Simple)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Portfolio 2.3 pages 6 till 8 (till pencils. You don't have to do 2.5 yet.)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
15th October - Hand in Vlog
2nd November - Reading test
11th November - Grammar & Vocab

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Listening page 41

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plurals

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Singular = enkelvoud
Plural = meervoud

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel voor meervoud = woord + s
               1 dog - 3 dogs
    1 dog



    3 dogs



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      woorden die eindigen op een s-klank
                            
                                     krijgen +es
                 
  1 dress                           4 dresses

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 woorden die eindigen op een t + o
                            
                              krijgen +es
                 
   1 tomato                       4 tomatoes

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij woorden die eindigen op een f of fe
                            
                     f/fe verdwijnt en wordt +ves
                 
     1 leaf                           4 leaves

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woorden die eindigen op een klinker + y
                            
       krijgen alleen een +s
          
  1 boy                              3 boys

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij woorden die eindigen op een medeklinker + y
                            
                     -y verdwijnt en wordt  +ies
                 
  1 bunny                            4 bunnies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze vormen moet je uit je hoofd leren
1 sheep
3 sheep
1 deer
3 deer
1 beer
3 beer
1 tooth
3 teeth
1 foot
3 feet
1 man
3 men
1 woman
3 women
1 child
3 children
1 people
3 people
1 mouse
3 mice
1 louse
3 lice

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengevat....
Meervoud maak je door een S achter het woord te zetten
Soms verandert de spelling:
medeklinker + y
y wordt ies
baby > babies
s-klank
+es
dress > dresses
t + o
+es
tomato > tomatoes
f/fe
f/fe wordt ves
leaf > leaves

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right plural
1 policeman - 3 ....
A
policemans
B
policemennen
C
policemen
D
policemannies

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right plural
1 monkey - 3 .....
A
monky's
B
monkeys
C
monkie's
D
monkys

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right plural
1 wife - 3 ...
A
wives
B
wifies
C
wifes
D
wife's

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right plural
1 butterfly - 3 ...
A
butterflies
B
butterflys
C
butterflie's
D
butterfly's

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right plural
1 elf - 3 ...
A
elfs
B
elves
C
elfes
D
elf's

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right plural
1 cookie - 3 ...
A
cooky's
B
cookies
C
cookys
D
cookyes

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right plural
1 uniform - 3 ....
A
uniformes
B
uniform's
C
uniforms
D
uniformies

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right plural
1 brush - 3 ....
A
brushes
B
brushys
C
brushs
D
brushies

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right plural
1 box - 3 .....
A
boxes
B
boxxes
C
bosses
D
boxees

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right plural
1 strawberry - 3 ....
A
strawberries
B
strawberrys
C
strawberrys
D
strawberryes

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right plural
1 thief - 3 ....
A
thiefs
B
thiefes
C
thiefies
D
thieves

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Choose the right plural
1 baby - 3 .....
A
baby's
B
babys
C
babie's
D
babies

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The Present Simple

2 vormen:

Het hele werkwoord zonder 'to':       to play --> play

Het hele werkwoord+s of +es:            to play --> plays / to do --> does


Je gebruikt het hele werkwoord bij:                                       I, you, we, they

Je gebruikt werkwoord+s of werkwoord+es bij:               he, she, it


De SHIT-regel: bij She, He en It gebruik je stam+(e)s

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De stam +es

werkwoorden met een s-klank

(kiss, catch, fish)

He catches a pokemon every day.


werkwoorden die eindigen op de letter o

(do, go)

She always goes to school by bus.


werkwoorden die eindigen op een medeklinker + y krijgen -ies (try, study)

It tries to get away, but it fails.

His dog never obeys him. (eindigend op klinker+y)

De stam +s

Alle overige werkwoorden

(play, run, swim, eat)

John runs to his mother.

Sarah eats a lime for breakfast.

the cat toys with its prey

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To be

zijn


I am

He is

She is

It is

We are

You are

They are

to have got

hebben


I have 

He has 

She has 

It has 

We have 

You have 

They have 

to eat

eten


I eat

He eats

She eats

It eats

We eat

You eat

They eat

to do

doen


I do

he does

she does

it does

we do

you do

they do

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To buy

Kopen


I buy

he buys

she buys

it buys

we buy

you buy

they buy


to try

proberen


I try

he tries

she tries

it tries

we try

you try

they try

to catch

vangen


I catch

he catches

she catches

it catches

we catch

you catch

they catch


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je het?

  • Feiten
  • My sister studies French
  • Gewoontes
  • I always brush my teeth after dinner
  • Regelmaat
  • Swallows fly south in winter
    My

    Slide 32 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 33 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 34 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    He ... not want to go to the movies.
    A
    do
    B
    does
    C
    is

    Slide 35 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Do you … chocolate milk?
    A
    like
    B
    likes
    C
    be like

    Slide 36 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    It ... a beautiful day today.
    A
    is
    B
    are
    C
    am

    Slide 37 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    She has a car, so she ............ (drive) to work.
    A
    driving
    B
    drives
    C
    drive

    Slide 38 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Tommy never ___ on holiday. (to go)

    Slide 39 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    She ___ her boyfriend every day. (to kiss)

    Slide 40 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Achmed and Jane like football. (?)

    Slide 41 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    The boys like jam. (-)

    Slide 42 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Jenna and Sam always ___ to do their best.(to try)

    Slide 43 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Your sister cries a lot. (?)

    Slide 44 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    She always does her homework. (?)

    Slide 45 - Open vraag

    Even when your verb is do or does, you still need to add an extra do or does for the questions and negatives!
    He ___ videogames at night. (to play)

    Slide 46 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    The baby ___ every night. (to cry)

    Slide 47 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Roos goes to school every day. (-)

    Slide 48 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Homework 
    Do: pages 8 till 10

    Slide 49 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 50 - Link

    Deze slide heeft geen instructies