5-11 Lowan thema 5 De kleding dag 2
1 / 48
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke woorden weet
je nog van gisteren?
je nog van gisteren?
Slide 2 - Woordweb
de trui
de jas
de blouse
de sokken
het hemd
de onderbroek
de jurk
Slide 3 - Sleepvraag
Hij ________ zijn kleren ____. (aantrekken)
A
trekken aan
B
trek aan
C
trekt aan
Slide 4 - Quizvraag
Zij ________ haar vriendin staan.
(zien)
(zien)
A
zien
B
ziet
C
zie
Slide 5 - Quizvraag
kwart voor acht
kwart voor zeven
kwart over zeven
kwart over acht
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
A
het handshoen
B
de handwarm
C
de handschoen
D
de schoenhand
Slide 37 - Quizvraag
A
de shoes
B
de veter
C
de zool
D
de schoenen
Slide 38 - Quizvraag
A
de muts
B
de warm
C
het muts
D
de moets
Slide 39 - Quizvraag
A
de broek
B
de zwembroek
C
de broekzwem
D
de waterbroek
Slide 40 - Quizvraag
A
de veterschoen
B
de nestel
C
de veter
D
de groen
Slide 41 - Quizvraag
Wat hoor je?
Slide 42 - Open vraag
Wat hoor je?
Slide 43 - Open vraag
Wat hoor je?
Slide 44 - Open vraag
Wat hoor je?
Slide 45 - Open vraag
Wat hoor je?
