3.3 Bezet Nederland

Hoofdstuk 3: De Tweede Wereldoorlog 
Nederlandse bezetting

3.3
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: De Tweede Wereldoorlog 
Nederlandse bezetting

3.3

Slide 1 - Tekstslide

Geschiedenis

  • Korte terugblik vorige les
  • Leerdoelen 3.3
  • Uitleg 3.3
    Nederland bezet
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Duitsland werkte tijdens de Tweede Wereldoorlog samen met twee andere landen, die ook gebieden veroverden. Welke twee landen waren dat?
A
Japan en de Sovjet-Unie.
B
Japan en Italië.
C
Spanje en Italië.
D
De Verenigde Staten en Engeland.

Slide 3 - Quizvraag


Welk land wordt bedoeld in bericht 1? 
En welk bondgenootschap wordt bedoeld in bericht 2?
A
land in bericht 1: Duitsland bondgenootschap in bericht 2: As-mogendheden
B
land in bericht 1: Duitsland bondgenootschap in bericht 2: Geallieerden
C
land in bericht 1: Japan bondgenootschap in bericht 2: As-mogendheden
D
land in bericht 1: Japan bondgenootschap in bericht 2: Geallieerden

Slide 4 - Quizvraag


Welk begrip hoort bij de bron?
A
demilitarisatie
B
dolkstootlegende
C
Führerprincipe
D
Heim ins Reich

Slide 5 - Quizvraag

De Duitse inval in Polen (oorzaak) was het begin van de Tweede Wereldoorlog (gevolg).

➤Wat voor soort gevolg is de Tweede Wereldoorlog in dit geval?
A
Bedoeld gevolg op lange termijn.
B
Bedoeld gevolg op korte termijn.
C
Onbedoeld gevolg op lange termijn.
D
Onbedoeld gevolg op korte termijn.

Slide 6 - Quizvraag

Duitsland heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog veel landen aangevallen, waaronder Frankrijk, Polen en de Sovjetunie.

➤In welke volgorde werden deze landen door Duitsland aangevallen?
A
Frankrijk – Polen – Sovjetunie
B
Frankrijk – Sovjetunie – Polen
C
Polen – Frankrijk – Sovjetunie
D
Polen – Sovjetunie – Frankrijk

Slide 7 - Quizvraag

Duitsland heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog veel landen aangevallen, waaronder Frankrijk, Polen en de Sovjetunie.

➤Welke titel hoort bij de kaart van Europa?
A
bondgenoten van Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog
B
Duitsland, bondgenoten en door Duitsland bezette gebieden
C
landen die deelnemen aan de Tweede Wereldoorlog
D
lidstaten van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog

Slide 8 - Quizvraag

Sleep de volgende gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde:
Hierna: uitleg Holocaust

Slide 9 - Sleepvraag

Op welke wijze is geprobeerd een wereldoorlog te voorkomen?
Door ............
A
Appeasementpolitiek
B
Het Molotov- von Ribbentroppact te ondertekenen
C
De Anschluss van Oostenrijk toe te staan
D
Bij veel landen de neutraliteit te propageren

Slide 10 - Quizvraag

Hoe wordt de Duitse tactiek aan het begin van de Tweede Wereldoorlog genoemd?
A
Von Schlieffenplan
B
Operatie Barbarossa
C
Blitzkrieg
D
Loopgravenoorlog

Slide 11 - Quizvraag

Welk land heeft nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog nooit bezet?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Nederland
D
België

Slide 12 - Quizvraag

Geschiedenis
Hoofdstuk 3 - Wat gaan we doen?
1939
1940-1945
1945
Start Tweede Wereldoorlog
Duitsland bezet Nederland
Einde Tweede Wereldoorlog
Bevrijding Nederland
1942-1945
Japan bezet Indonesië
1944
D-Day 

1941-1945
 Holocaust
1943
Anne Frank †

Slide 13 - Tekstslide

Tijdlijn
  • 1939 -> Duitsland valt Polen aan. Begin Tweede Wereldoorlog 
  • 10-05-1940 -> Duitsland valt Nederland aan
  • 14-05-1940 -> Bombordament op Rotterdam  
  • 15-05-1940 -> Nederland geeft zich over
  • 10-07-1941 -> Battle of Britain 
  • 22-06-1941 -> Begin Operatie Barbarossa 
  • 20-01-1942 -> Nazi's besluiten Joden te vermoorden 
  • 1942-1943 -> Slag om Stalingrad 
  • 6-6-1944 -> D-Day  

Slide 14 - Tekstslide

1938
Oostenrijk door Duitsland geannexeerd
1938
Conferentie van München
1939
Non-agressie pact
1939
Duitsland valt Polen binnen
1939
Fr. en Eng. verklaren oorlog
1940
Verovering Noorwegen en Denemarken
1940
Bezetting van Nederland
1940
Battle of Brittain
1941
Duitsers naderen Suez-kanaal
1941
Operatie Barbarossa (begin Holocaust)
1941
Japanse aanval op Pearl Harbor
1941
Hitler verklaart oorlog aan Amerika
1942
Japanners verslagen bij Midway
1943
Russen verslaan Duitsers bij Stalingrad
1944
D-day
1945
Hitler pleegt zelfmoord
1945
Russen in Berlijn
1945 
Duitse capitulatie (einde oorlog in Europa)
1945
Atoombommen Hiroshima en Nagasaki
1945
Keizer Hirohito geeft zich over (eind WOII)
Tweede Wereldoorlog tijdlijn

Slide 15 - Tekstslide

Geschiedenis
Leerdoelen
3.3 Bezet Nederland
In deze paragraaf leer je;

  • hoe Nederland werd bestuurd tijdens de bezetting
  • welke houding Nederlanders aannamen: collaboratie, accommodatie of verzet
  • hoe Nederland werd bevrijd

Slide 16 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 3.3
Onder Duits bestuur
  • De Duitse aanval van op Nederland begon op 10 mei 1940
  • 14 mei 1940 - Bombardement op Rotterdam

Op 15 mei 1940 capituleert (overgeven) Nederland

Vanaf dat moment wordt Nederland bezet door Duitsland

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 3.3
Onder Duits Bestuur
  • Koning Wilhelmina en de Nederlandse regering vluchten naar Londen
  • De democratie en de rechtsspraak worden afgeschaft door de Nazi's

  • De nazi Seyss-Inquart was als rijkscommissaris vijf jaar lang de hoogste bestuurder van Nederland
Koningin Wilhemina
Seyss-Inquart

Slide 22 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 3.3
Onder Duits Bestuur
  • De eerste maanden van de bezetting vielen mee voor de Nederlandse bevolking
  • Economisch ging het zelfs beter dan voor de oorlog
  • meeste Nederlanders pasten zich aan: = accommodatie 

Het normale leven keerde langzaam terug. De Duitsers waren mild en nog niet gewelddadig. 

Slide 23 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 3.3
Onder Duits Bestuur
Vanaf 1941 treden de Duitsers harder op in Nederland:
  • Censuur = controle op Nederlandse kranten en radio

  • Kranten kregen dagelijks te horen wat ze mochten schrijven. Er mocht nooit negatief geschreven worden over de Duitse bezetter.

Slide 24 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 3.3
Onder Duits Bestuur
Vanaf 1941 treden de Duitsers harder op in Nederland:
  • Ze stelen voertuigen, machines en voedsel. Dit brengen ze naar Duitsland
  • Ook voerde Duitsland Razzia's (oppakken van mannen die moesten gaan werken in Duitsland) uit in Nederland.

  • Vanaf 1941 start Duitsland ook met het vervolgen van de Joodse bevolking (§3.4)

Slide 25 - Tekstslide

Februaristaking
1941
  • NSB'ers voeren actie tegen Joden
  •  Verzet begint Februaristaking
  • = Trambestuurders staken
  • Duitsers maken nog meer anti-Joodse regels

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Geschiedenis
Uitleg 3.3
Houding van de Nederlanders

  • Bijna alle Nederlanders waren anti-Duits
  •  De meesten durfden niet in verzet te komen en gehoorzaamden de Duitsers.

Slide 28 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 3.3
Houding van de Nederlanders
Toch waren er een aantal Nederlands die wel in verzet kwamen:
  • Zij hielpen bijvoorbeeld onderduikers

Dit waren mensen die zich schuilhielden voor de Duitsers
  • Politieke tegenstanders
  • Joodse bevolking (bv Anne Frank)
  • Mannen die moesten gaan werken in Duitsland

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 3.3
Houding van de Nederlanders
Toch waren er een hoop Nederlands die wel in verzet kwamen:

  • Het verzet pleegden ook aanslagen
  • Dit deden zij op Duitse soldaten, treinen of kantoren

  • Hannie Schaft

Slide 33 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 3.3
Houding van de Nederlanders
Toch waren er een hoop Nederlands die wel in verzet kwamen:

  • Mensen maakten illegale kranten of Radio
  • Hierin schreven zij slecht over de Duitse bezetter
  • Hierin hielden zij het volk op de hoogte van de ontwikkelingen m.b.t. de geallieerden

Slide 34 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 3.3
Houding van de Nederlanders
Een klein aantal Nederlanders was voor de Duitsers en werkte daarom samen 

  • Dit noem je collaboratie (samenwerking)
  • Bijvoorbeeld bunkers bouwen, onderduikers opsporen of helpen bij razzia’s.
  • 'NSBers'

Slide 35 - Tekstslide


Slag om Arnhem
september 1944




  • Bevrijding van Nederland door de geallieerden.

Slide 36 - Tekstslide

De Slag om Arnhem
De geallieerde aanval in het westen liep vast, doordat de Slag om Arnhem (september 1944) door de Duitsers werd gewonnen.

Slide 37 - Tekstslide

De Hongerwinter
Het noordelijke deel van Nederland bezet en kreeg het te maken met de hongerwinter van 1944-1945

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Ingesloten
  • Duitsland wordt ingesloten
  • De Russen waren in april 1945 het eerst in Berlijn
  • Hitler wilde niet gevangen genomen worden en pleegt zelfmoord.
  • Duitsland capituleerde op 8 mei 1945.

Slide 40 - Tekstslide


Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaven sommige Nederlanders aan hun kinderen namen als Wilhelmina, Juliana en Beatrix. Eind 1942 besloot het ministerie van Justitie om deze namen te verbieden in kranten.
Welk begrip past bij het geven (1) van deze namen? En welk begrip past bij het verbieden (2) van de namen in kranten?
A
1: aanpassen 2: collaboratie
B
1: propaganda 2: censuur
C
1: verzet 2: censuur
D
1: verzet 2: indoctrinatie

Slide 41 - Quizvraag


Wie heeft de opdracht gegeven om deze poster te laten maken? En tegen welk bondgenootschap is de poster gericht?
A
de Duitse bezetter, tegen de As-mogendheden
B
de Duitse bezetter, tegen de Geallieerden
C
het Nederlandse verzet, tegen de As-mogendheden
D
het Nederlandse verzet, tegen de Geallieerden

Slide 42 - Quizvraag


Wie moesten zich vooral  "niet melden maar onderduiken"
Tekst
A
Nederlanders mannen anders werden ze naar Duitsland gestuurd om te werken
B
Nederlandse soldaten anders moesten ze in het Duitse leger.
C
Nederlandse boeren anders pakten de Duitsers hun voedsel af
D
het juiste antwoord staat er niet bij

Slide 43 - Quizvraag

Welk gevolg had de Tweede Wereldoorlog voor de Nederlandse economie?
A
De Duitsers hadden goed voor onze economie gezorgd. Na de oorlog was de economie beter dan ooit.
B
De lonen waren erg laag. Daarom wilden de mensen niet hard werken.
C
De Tweede Wereldoorlog had weinig invloed op de Nederlandse economie.
D
Fabrieken waren stuk en er was een tekort aan grond- stoffen.

Slide 44 - Quizvraag

Lees de bronnen 7 t/m 12 (je kan ze vergroten door er op te klikken). Is de persoon in kwestie een collaborateur of een verzetstrijder? Sleep ze in de juiste vakken. 
Collaborateur
Verzetstrijder

Slide 45 - Sleepvraag

In september 1944 mislukte de geallieerde aanval op Arnhem
om Nederland te bevrijden.
Wat is een gevolg van die gebeurtenis?
A
In Noord- en Midden-Nederland ontstaat een groot voedseltekort
B
De Duitsers geven zich over
C
Een groot geallieerd leger landt op de stranden van Normandië
D
Nederlanders vieren de bevrijding

Slide 46 - Quizvraag

Hieronder staan 4 kaarten van operaties in de Tweede Wereldoorlog. Klik op de kaartjes om ze groter te maken.

Zet ze in de juiste volgorde door de gele vakjes met de cijfertjes op de kaartjes te slepen. De 1 sleep je naar de eerste operatie, de 2 naar de tweede, etc. 
1
2
3
4

Slide 47 - Sleepvraag