Eindquiz CKV VWO 5

Eindquiz CKV VWO 5
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
CkvMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Eindquiz CKV VWO 5

Slide 1 - Tekstslide

Waarom een eindquiz van CKV?
A
De ckv lessen zijn op
B
In een laatste poging ons iets te leren
C
Het is een traditie
D
Ter voorbereiding op de eindgesprekken

Slide 2 - Quizvraag

De protagonist is de .....?

Slide 3 - Open vraag

Een kijker combineert 2 achtereenvolgende beelden tot 1 gedachte. Het heet dit effect?

Slide 4 - Open vraag

Quiz
Wat is onmisbaar voor cultuur?
A
Muziek
B
Gebouwen
C
Mensen
D
Kunst

Slide 5 - Quizvraag

Quiz
Cabaretier Thjum Arts is autodidact: 
A
Hij maakt grappen over auto's
B
Hij volgde geen cabaretopleiding
C
Hij heeft een vorm van autisme
D
Hij geeft les aan stand-up comedians

Slide 6 - Quizvraag

Fysiek cabaret...
A
gebruikt geen tekst
B
is vooral visueel
C
bestaat niet
D
is uitsluitend fysiek

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Impressionisme
Pop art
Minimalisme
Realisme

Slide 9 - Sleepvraag

Quiz
Organische vormen zijn 
A
ontworpen door kunstenaars
B
onderdelen van een danschoreografie
C
ontleend aan de natuur
D
altijd rond

Slide 10 - Quizvraag

Quiz
Bij skeletbouw: 
A
worden geen bakstenen gebruikt
B
zijn de ramen kleiner dan bij stapelbouw
C
zijn de daken altijd plat
D
hebben muren geen dragende functie

Slide 11 - Quizvraag

Quiz
Deconstructivisme is een soort 
A
theater
B
beeldende kunst
C
choreografie
D
architectuur

Slide 12 - Quizvraag

Quiz
Polyfonie is... 
A
meerstemmige muziek
B
swingende big-band muziek
C
muziek met een meeslepend ritme
D
georkestreerde chaos

Slide 13 - Quizvraag

Quiz
Welke functie heeft cabaret volgens Hans Teeuwen?
A
Het voorkomen van een dictatuur
B
Het maatschappelijk debat levendig houden
C
Mensen laten lachen
D
Mensen belachelijk maken

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Quiz
Welke soort cabaret is typerend voor Nederland?
A
Oudejaarsconference
B
Muzikaal cabaret
C
Stand-up comedy
D
Fysiek cabaret

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord hoort niet in dit rijtje?
A
Natuurlijk kader
B
Regel van derden
C
Storyboard
D
Regel van kijkrichting

Slide 17 - Quizvraag

Quiz
Wie is Frank Gehry?
A
Een cabaretier
B
Een politicus
C
Een portretschilder
D
Een architect

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Quiz
Waarvoor staat de term 'Kleinkunst'?
A
Kleine portretten
B
Amateurkunst
C
Traditie
D
Podiumkunst

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de oorsprong van filosofie?
A
Rationalisme
B
Wetenschap
C
Kennis
D
Wijsheid

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Quiz
Welk woord hoort niet in dit rijtje?
A
Souffleur
B
Licht
C
Decor
D
Rekwisieten

Slide 23 - Quizvraag

Action painting
Expressionisme
Surrealisme
Art nouveau

Slide 24 - Sleepvraag

Een eurocentrische blik heeft te maken met:
A
angstgevoelens
B
onwetendheid
C
onbekendheid
D
superioriteitsgevoelens

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Waar bevindt de menorah zich nu?
A
In Constantinopel
B
In Jeruzalem
C
In Rome
D
Dat weet niemand

Slide 28 - Quizvraag

Welk woord heeft niets te maken met Aboriginals?
A
Dotpainting
B
Chocolade
C
Droomtijd
D
Boogschieten

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Quiz
Wat zijn theatrale middelen?
A
Drugs voor jongeren
B
Drugs voor ouderen
C
Middelen die het toneelbeeld bepalen
D
De popcorn tijdens de film

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

Wat was de kracht in dit filmpje?
A
De vertederende muis
B
Het kikkerperspectief
C
Het onverwachte
D
De kaas

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video

Wat moet je vooral doen bij het voorbereiden van een presentatie?
A
Voor de spiegel oefenen
B
De eerste regels uit je hoofd leren
C
Jezelf moed indrinken
D
Alles uit je hoofd leren

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Video

Waar vind je de originele tekst van dit lied?
A
Op de cd-hoes
B
In de bijbel
C
Op een platenhoes van de Stones
D
In de koran

Slide 37 - Quizvraag

The End

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video