Les 59 - Bespreking vragen 59

1 / 19
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
  • Je weet dat er betrouwbare en onbetrouwbare bronnen zijn op internet
  • Je kunt zelf betrouwbare bronnen vinden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bron: De Speld

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vinden wij betrouwbare bronnen?
  • de Volkskrant
  • NRC
  • Telegraaf
  • Nu.nl
  • AD
  • NOS.nl

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreking vragen 59
Controle huiswerk vragen paragraaf 59
Bespreken van de vragen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9. Zoek twee sites over 'Hoeveelheid zout in kant-en-klaarmaaltijden'. 

Zoek een onbetrouwbare site en een betrouwbare site.  
Waarom vind je de ene site betrouwbaar en de andere niet?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9. Zout in kant-en-klaarmaaltijden

  • Let op: over ons

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zie ik dit?
1. Bekijk het artikel 'Wat wil de koe nou eigenlijk zelf?'
Denk je dat dit artikel betrouwbaar is?
  • Het bericht is waarschijnlijk betrouwbaar

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Waarom is het artikel 'Wat wil de koe nou eigenlijk zelf?' betrouwbaar?
  • Het bericht staat op de website van de Volkskrant, dat wordt gezien als een betrouwbare krant 
  • Het doel is de lezer informeren
  • In de tekst wordt verschillende bronnen genoemd om de informatie toe te lichten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Waarom is het goed om meerdere bronnen te raadplegen als je op zoek bent naar informatie?
  • Informatie die in bronnen wordt gebruikt kan achterhaald zijn. Hoe meer bronnen hetzelfde zeggen, hoe groter de kans dat het waar is

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Waarom moet je altijd de datum vermelden waarop je op een site hebt gekeken?
  • Je moet zeker weten dat de informatie niet verouderd is. Als dat wel het geval is, is het nieuws soms niet meer betrouwbaar. Ook kan er inmiddels nieuwe informatie bekend zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Op welke vijf dingen let je als je controleert of een internetbron wel of niet betrouwbaar is?
  • Kijk wie de schrijver is van het stuk is 
  • Kijk wat het doel is van de schrijver
  • Kijk wat voor website het is (nieuws, amusement, verkoop)
  • Kijk of de site actueel is
  • Kijk of de website bronnen gebruikt

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Vind je het artikel over de elektrische fiets betrouwbaar?
  • Wie precies de schrijver is van het stuk weet je niet; iemand van dealsweb.net heeft het geschreven. 
  • Het doel van de site lijkt te zijn jou als consument te informeren over de verschillende elektrische fietsen die er te koop zijn. 
  • Doel is niet per se jou een fiets te verkopen, omdat de site zelf geen fietsen aanbiedt. Hij vergelijkt verschillende merken fietsen met elkaar. 
  • De site is actueel en noemt ‘verschillende testen’ maar verder niet welke testen dat zijn. 
  • Waarschijnlijk kun je de site toch als betrouwbaar zien.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Zijn de gevonden sites over 'hoe werkt het hart' betrouwbaar?


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8. Welke twee andere betrouwbare sites over het hart heb je gevonden?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkfase
Doel van de opdracht
Je analyseert een tekst en oefent in het herkennen en beoordelen van meningen, argumenten, feiten en internetbronnen
 
De opdracht
Maak vraag 1 t/m 4, pagina 124

Hoe maak je de opdracht?
Je mag zacht overleggen

Hoeveel tijd krijg je?
Je krijgt 15 minuten voor opdracht 1 t/m 4

We bespreken de antwoorden in de les

Als je klaar bent kun je alvast paragraaf 71 lezen: leestoets

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak vraag 5 t/m 14 op pagina 124

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies