Aardrijkskunde, Hoofdstuk 3, Les 2

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 7

Hoofdstuk 3, Les 2

Verschillen in Europa

Je gaat in het volgende scherm een filmpje zien waarbij je een taal hoort.

Welke taal zou het zijn?

00:12

Welke taal is dit denk je?

00:49

Welke taal is dit denk je?

01:26

Welke taal is dit denk je?

02:08

En welke taal zou dit zijn?

Pak je werkboek en lees:

Dit ga je leren

Lesdoelen

Je kunt voorbeelden geven van belangrijke Europese talen.

Je kunt enkele verschillen noemen tussen Oost- en West-Europa.

Je kunt uitleggen hoe dat komt.

Je kunt kenmerken geven van rijke en arme landen.

Je kunt uitleggen waarom mensen verhuizen.

Lees in je werkboek:

Talen in Europa

Maak in je werkboek:

Opdracht 1

Wat is een wereldtaal?

Bekijk in je werkboek de afbeelding:

De grens tussen Oost- en West-Duitsland

Luister de uitleg

Lees in je werkboek:

Het Ijzeren Gordijn

Maak in je werkboek:

Opdracht 3 en 4

Lees in je werkboek:

Rijkdom en armoede

Maak in je werkboek:

Opdracht 5

Luister eerst:

Wat betekent: inenten?

Maak in je werkboek:

Opdracht 6

Luister de uitleg voor de tabel

Bekijk in je werkboek:

Afbeelding Oost-Europese medewerkers

Wat zie je?

Lees in je werkboek:

Oost-Europese werknemers

Maak in je werkboek:

Opdracht 7 en 8

Maak vervolgens in je werkboek: opdracht 8

Opdracht 9: uitleg grafiek

Schrijf in eigen woorden op wat het begrip betekent

Wat betekent het begrip?

Dit is het einde van de les