V4_T3_BS7

T3 Genetica
BS 7
4V
7-2-23
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

T3 Genetica
BS 7
4V
7-2-23

Slide 1 - Tekstslide

Heb jij jouw intelligentie van jouw ouders?

Slide 2 - Woordweb

3.7 Opvoeding of aanleg
Leerdoelen:
  • begrippen nature en nurture kennen en kunnen gebruiken
  • het belang van tweelingonderzoek in de nature-nurture discussie kennen
  • epigenetica kennen en weten wat de invloed op erfelijkheid is

Slide 3 - Tekstslide

Sleep het kenmerk naar nature of nurture.
Nature
Nurture
Haarkleur
Met bestek eten
Gluten-
allergie
Lengte
Kunnen schrijven

Slide 4 - Sleepvraag

Nature / nurture
in biologie, psychologie en neurowetenschappen op zoek naar de oorzaak van eigenschappen:

Slide 5 - Tekstslide

Nature-nurture
Fenotype = milieu + genotype
Welke speelt een grotere rol?

Herhaling in generaties van: alcoholisme, huiselijkgeweld en misbruik.

Maar ook: creativiteit, verlegenheid, rekenvaardigheid.

Slide 6 - Tekstslide

Wat denk jij dat de grootste rol speelt bij het bepalen van eigenschappen?
A
Nature!
B
iets meer nurture dan nature
C
iets meer nature dan nurture
D
Nurture!

Slide 7 - Quizvraag

Nature vs. Nurture
- Nature: aanleg/erfelijkheid
- Nurture: omgeving/opvoeding
- Wolfskind
- Mowgly

Slide 8 - Tekstslide

de Lombroso-test
Wie 

is 

crimineel?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Waarom is onderzoek aan tweelingen zo interessant voor het nature/nurture debat?

Slide 11 - Open vraag

Tweelingonderzoek
Bij zowel eeneiige als twee-eiige tweelingen zijn de leeftijd en de omgeving waarin ze opgroeien gelijk. Daarom zijn twee-eiige tweelingen ideaal als vergelijkingsmateriaal: 'gelijk genotype en gelijk milieu' V.S. 'verschillend genotype en gelijk milieu'

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
Wanneer eeneiige tweelingen, bijvoorbeeld door adoptie, van jongs af aan in verschillende gezinnen opgroeien, kun je te weten komen wat de invloed is van milieufactoren op het fenotype 
(gelijk genotype en ongelijk milieu)

Slide 13 - Tekstslide

Epigenetica
-allelen die onder invloed van milieu worden uitgeschakeld

Epigenetica
bestudeert het mechanisme dat allelen aan- en uitzet en de invloed van milieu hierop


Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
Een westers voedingspatroon zet epigenetische mechanismen in werking

Het westers voedingspatroon blijkt tumoronderdrukkende genen te remmen, met een verhoogd risico op kanker tot gevolg

Slide 15 - Tekstslide

Invloed van omgeving
-Zelfs de omgeving van ouders kan invloed hebben op DNA nakomelingen!
-Voeding: stoffen zorgen voor binding aan DNA en blokkeert  óf versterkt delen.

Slide 16 - Tekstslide

Epigenetica
In je celkern liggen chromosomen. 
Chromosomen zijn opgerolde DNA strengen om eiwit heen

Slide 17 - Tekstslide

Epigenetica
Op dat DNA liggen genen die coderen voor eiwitten. 
Als dat gen ''aan'' staat, wordt het gemaakt via de eiwitsynthese route. We noemen dit gen-expressie.
Staat het gen uit. Dan is er 
Geen expressie. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Genregulatie
-Methylering: toegevoegd molecuul op delen van DNA.
-Zorgen voor wel of niet aflezen gen.
-Ook versterking of zelfs blokkering mogelijk.(enhancing en silencing).

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Huiswerk 
- Basisstof 3.7 : 75 t/m 80
 

Slide 23 - Tekstslide