23-03-13 groep A-wit

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Woorden van Nederlandse cultuur
Voltooid deelwoord
Leestekst gamen
Wat is mijn probleem?





Slide 2 - Tekstslide

wennen aan
zelfs
begroeten
accent
grijnzen
ongemakkelijkheid
alternatief
kweken
aangenaam
destijds
nadrukkelijk
dame
populair
dankbaar
merken

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je over het voltooid deelwoord?

Slide 4 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord heeft een hulpwerkwoord nodig!

Er zijn drie hulpwerkwoorden:
1. zijn
2. hebben
3. worden

Slide 5 - Tekstslide

Voltooid deelwoord + hulp ww
Ik heb ..................... (maken)
Ik ben .................. (ophalen) 
Ik word .................(verzorgen)

Het geeft aan dat iets afgelopen is (voltooid)!

Slide 6 - Tekstslide

Voltooid deelwoord klankvast
ge + stam + t           gemaakt

of 

ge + stam + d       geleerd

Slide 7 - Tekstslide

Ezelsbruggetje!
't sexy fokschaap
maak  wordt gemaakt
leer wordt geleerd

of het woord langer maken
gemaakte / geleerde

Slide 8 - Tekstslide

Als het hele werkwoord begint
met ge-, be-, ont-, ver-, en her- begint het voltooid deelwoord niet met ge!!!!!!

beantwoorden - beantwoord
verbranden - verbrand
herinneren - herinnerd

Slide 9 - Tekstslide

maken 
Van A tot Zin blz. 104
Voltooide tijd taalschool maken blz. 25, 26 en 27.

Slide 10 - Tekstslide

Disk thema 18
nieuwe woorden aardappel t/m jammer

Slide 11 - Tekstslide

Presenteer het woord!
1. Wat is de betekenis?
2. Wat voor woordsoort is het?
3. Wat is het meervoud?
4. Hoeveel letters heeft het woord?
5. Lijkt het op een ander woord?
6. Op welk woord rijmt het?
7. Maak een zin met het woord!

Slide 12 - Tekstslide

collega
daarvoor
economie
feestdag
flauw
gauw
gewoonte
graad
jammer
aardappel
afscheid
als
behalve
benieuwd
beschouwen
bevallen
bezwaar
bezwaren

Slide 13 - Tekstslide

Wat is mijn probleem?


1 leerling komt naar voren
2. Er staat een probleem op het bord.
3. Geef een advies.
4. Wat is mijn probleem?

Slide 14 - Tekstslide