keuzevoorzetsels 8-6-2022

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

die Unterrichtstunde

- Rückblick "keuzevoorzetsels"

- Hausaufgaben "Übungen"

- Maak in je WB B Kap. 4 Gram. A Lekt. 1 Aufg. 8, 9 und    10

  Gram. B Lekt. 2 Aufg: 7 und 8

- Schwierig? 

  * extra Übung machen. 

die Lernziele

- je kunt de keuzevoorzetsels en hun betekenis noemen

- je kunt de 3e en 4e naamval bij de keuzevoorzetsels juist toepassen

Wat zijn de keuzevoorzetsels?

Keuze

voorzetsels

Ander voorzetsel

an

auf

hinter

in

neben

über

unter

vor

zwischen

aus

durch

ohne

um

Alles door elkaar!

3e naamval

4e naamval

Keuze

voorzetsel

an

in

für

um

vor

seit

zwischen

ohne

nach

zu

durch

hinter

Vul in.
Stehst du immer so lange vor d.... Spiegel (m)?

Keuzevoorzetsel: Wanneer krijg je de 3e naamval?

1. waar
2. waar en waarheen
3. wanneer en waarheen
4. waar en wanneer

Keuzevoorzetsel: Wanneer krijg je de 4e naamval?

1. wanneer en waarheen
2. waar en waarheen
3. waarheen/beweging

3e of 4e naamval:
Unsere Schule liegt in einer Stadt

1. 3e
2. 4e

Wat voor regel krijg je, als geen antwoord kan geven op de vragen waar/wanneer/waarheen/beweging?

Vervoeg: Mein Auto steht draußen auf (de) ________ Straße

Vader Jacob

hinter, neben, hinter, neben, (1x)

an, auf, in (2x)

unter, über, zwischen (2x)

vor, vor, vor (2x)

https://www.youtube.com/watch?v=8l4cuN9bO9E

Keuzevoorzetsels 

an	aan/op (alleen bij dagen)/ naar
auf	op
hinter	achter
neben	naast
in	in/binnen/over
über	over/boven
unter	onder
vor	voor /geleden
zwischen	tussen

Vervoeg: Leg das Fleisch in (de) ________ Kühlschrank (m)!

Dativ

Dativ = rust, ergens zijn.

Je kunt de vraag: Wo (waar)? stellen

Die Zeitung liegt auf dem Tisch. 

Akkusativ

Akkusativ = beweging, ergens heen. 

Je kunt de vraag: Wohin (waarheen)? stellen

Sie wirft die Zeitung auf den Tisch (m).