H2 - grammatica voorzetsels woordenschat H3

Welkom!
Ik kan er altijd op rekenen dat mijn leerlingen 10 minuten rustig lezen.

Keuze: lezen, boekopdracht + leren voor so spelling donderdag
timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ik kan er altijd op rekenen dat mijn leerlingen 10 minuten rustig lezen.

Keuze: lezen, boekopdracht + leren voor so spelling donderdag
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

+ instructie nieuw onderwerp: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
+ aan de slag 
 

Doel: 
- Je kunt vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen en begrijpen
 - Je leert nieuwe woorden en uitdrukkingen kennen. 



Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Jij hebt een woordenschat van ongeveer 20.000 woorden

Een volwassene heeft een woordenschat tussen de 50.000-100.000 woorden

Woordenschat is belangrijk om mee te kunnen doen in maatschappij. 

Aan het einde van de les kun je 2 voorzetseluitdrukkingen noemen die je nog niet kende. 
Woordenschat 

Slide 3 - Tekstslide

Vervang het onderstreepte deel door 1 woord

1. De voordelen van kleedgeld zal ik toelichten aan de hand van een voorbeeld. 
2. In het kader van de excursieavond organiseert de school een informatieavond
3. Veel ouders bepalen de hoogte van zakgeld met gebruikmaking van de website van Nibud. 


Voorzetsels

Slide 4 - Tekstslide

Bij sommige werkwoorden hoort een vast voorzetsel. Vul het juiste voorzetsel op de puntjes in:

Sonja besteedt al haar kleedgeld ..... jurkjes. 
Er zijn verschillen in de manier waarop mensen ..... geld omgaan
De Tweede Kamer had veel kritiek ... de bezuinigingen. 


Vaste voorzetsels

Slide 5 - Tekstslide

Bij sommige werkwoorden hoort een vast voorzetsel:

Rekenen OP 
bang zijn VOOR 
wachten OP 
in rekening brengen VAN 


Vaste voorzetsels

Slide 6 - Tekstslide

Een combinatie van woorden die je meestal ook kunt vervangen door één voortzetsel 

Aan de hand van
Door middel van
In verband met 


Voorzetseluitdrukkingen

Slide 7 - Tekstslide

Maak opdracht: 1 en 2

Je werkt 5 minuten in stilte. Daarna mag je samenwerken.
Klaar? Kijk na! 

Klaar? 
Je mag leren voor de so van donderdag (spelling H3 + H4)


Aan de slag: h3 woordenschat  

Slide 8 - Tekstslide

Welke 2 voorzetseluitdrukkingen kun je noemen die je hiervoor nog niet kende? 
Aan de slag: h3 woordenschat  

Slide 9 - Tekstslide

Wat heb je geleerd? 
Je kan vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en benoemen.
Je hebt geleerd door:  
te luisteren en te doen (opdrachten maken) 
Hoe verder?
Donderdag gaan we hiermee verder en sluiten we dit onderwerp af
donderdag so spelling
 



Afsluiten

Slide 10 - Tekstslide