De was doen

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 1,2

De was doen

Doel van deze lessen:

Je kunt de was sorteren

Je begrijpt wasetiketten in kleding

je kunt de was op het juiste wasprogramma wassen

Je kunt kleren op de juiste manier drogen

je kunt een overhemd strijken en opvouwen.

Wat weet je al over "de was doen"?

Ga naar Mentimeter via de volgende slide

www.menti.com

bespreking Mentimeter

Les 1

In deze les leer je over hoe je een was sorteert en je leert iets over:

* wat is textiel?

*grondstoffen waar textiel van gemaakt wordt.

Wat is textiel

Letterlijk betekent textiel: geweven stof.

De kleding die je aan hebt, textiel om schoon te maken in huis, textiel om jezelf te wassen. Ook gordijnen en het dekbek of laken en deken waar je onder slaapt.

* Noem eens een vorm van textiel dat je thuis gebruikt om schoon te maken.

* Welk textiel gebruik je om jezelf te wassen?

voorbeelden textiel om thuis schoon te maken

stofdoek

vaatdoek

theedoek

dweil

glasdoek

zeemleer

........

voorbeelden van textiel om jezelf te wassen

washand

spons

douchepuf

handdoek

.........

Materialen waar textiel van gemaakt wordt. 

Waar vind je die informatie?

Zoek op internnet naar voorbeelden van  texiel dat gemaakt is met een 

*plantaardige grondstof

*dierlijke grondstof

* half synthetische grondstof

* synthetische grondstof

sorteren van was

Waar let je op bij het sorteren van de was?

*schrijf eens op waar jij op zou letten.

Tip:

Als je was sorteert, keer kledingstukken binnenste buiten en maak bij broeken rits en knoop vast.

Praktische opdracht:

Sorteer de was en benoem waar je op gelet hebt.

Afronding van de les

Wat kun je vertellen over "textiel'?

*grondstoffen

* natuurlijke materialen * synthetische materialen

Wat kun je vertellen over het sorteren van een was?

* kleuren

*materiaal 

 

Les 2

Waar ging het de vorige les over?

textiel, grondstoffen, sorteren

Waar gaat het nu over?

Wassymbolen kennen en begrijpen.

Les 2

terugblik vorige les

Lesdoel : 

symbolen op wasetiketten kunnen begrijpen

Schrijf van beide wasetiketten de 

betekenis van de symbolen op

uitleg van de symbolen

* bespreken van symbolen/pictogrammen op vorige slide.

Welke zijn voor thuis handig om te kennen?

Opdracht

Pak uit de wasmand (met schone was) één stuk textiel

Wat staat er op het wasetiket?

Welke informatie lees je nog meer op dit etiket? 

Let alleen op Nederlandse tekst

Bij welke soort was hoort
dit textielproduct?

1. donkerbonte was
2. lichtbonte was
3. fijne was
4. witte was

Bij welke soort was hoort
dit textielproduct?

1. lichtbonte was
2. fijne was
3. donkerbonte was
4. witte was

Bij welke soort was hoort
dit textielproduct?

1. witte was
2. fijne was
3. donkerbonte was
4. lichtbonte was

Bij welke soort was hoort dit textielproduct?

1. donkerbonte was
2. witte was
3. lichtbonte was
4. fijne was

 Afsluiting van de les.

Welke wassymbolen ken je nu?

Overleg met iemand naast je en teken de symbolen die jullie kennen.

Les 3

Waar ging het de vorige les over?

*wassymbolen

het wassen

Waar let je op als je was gaat wassen?

* sorteren op kleur/ materiaal/ temperatuur 

wasmiddelen

Wasmiddel voor bonte was, witte was en voor fijne was. 

de doseeraanwijzing achterop het wasmiddel

Wat betekent waterhardheid?

Hoeveel wasmiddel je gebruikt (dosering), is vooral afhankelijk van

1. De vuilgraad en de hardheid van het water
2. De kleur van het wasgoed en de vuilgraad
3. Het merk wasmachine en de hardheid van het water
4. De hardheid en de temperatuur van het water

De wasmachine

welke programma's zouden 

het meest gebruikt worden 

hier op school en bij jou thuis?Wat voor textielproduct wordt er op welk programma gewassen?

De vorige klas heeft gekookt de wasmand zit vol met  Heel vieze handdoeken, theedoeken en vaatdoekjes.

Op welk programma moet het gewassen worden?

Op welke temperatuur en hoeveel wasmiddel heb je nodig (hier hebben we zacht water)

* 2 leerlingen mogen nu de wasmachine aan gaan zetten* 

Welke tip kreeg je in de eerste les, die je niet duidelijk in het filmpje terug ziet?

Kledingstukken binnenstebuiten keren en bij broeken rits en knoop dicht.

afsluiting van de les

Om te weten hoeveel wasmiddel je nodig hebt, waar let je dan op?

Hoe weet je welk programma geschikt is voor jouw was?

Waar let je nog meer op, als je was in de wasmachine doet?

waar ging de vorige les over?

* water

*wasmachine

*wasmiddel

Wat weet je hier nog over?

Drogen, strijken en opvouwen

wat komt je eerst tegen
voor je aan het drogen van was toe bent?

Het drogen van de was

Niet alles kan in de droger

Waar let je op als je een kledingstuk gaat strijken?

In het volgende filmpje, over hoe je een T-shirt strijkt, komt het antwoord voorbij.

Samen kun je nu gaan oefenen met het strijken van een T-shirt

Houd je laptop erbij zodat je het filmpje kunt bekijken om de stappen te zien en na te doen of pak de stappenkaart erbij.  

Hoe ging het ?

1. Voorbereiding

Controle op het waslabel: Is de juiste temperatuur van het strijkijzer ingesteld op basis van het materiaal?

Ja / Nee

Netheid van het T-shirt: Is het T-shirt schoon en droog?

Ja / Nee

Ondergrond: Is de strijkplank stevig en glad?

Ja / Nee

2. Strijktechniek

Gladstrijken: Zijn alle kreukels effectief verwijderd?

Ja / Nee / Gedeeltelijk

Richting: Is het strijkijzer consistent en soepel over het oppervlak bewogen?

Ja / Nee

Randen en naden: Zijn ook de moeilijk bereikbare delen, zoals kraag, mouwen en zijnaden, netjes gestreken?

Ja / Nee

3. Afwerking

Eindresultaat: Ziet het T-shirt er netjes en representatief uit?

Ja / Nee / Redelijk

Opbergen: Is het T-shirt netjes opgevouwen of opgehangen?

Ja / Nee

4. Veiligheid

Gebruik van het strijkijzer: Is het strijkijzer na gebruik veilig uitgezet en opgeborgen?

Ja / Nee

Scoring

9-10 keer "Ja": Uitstekend! Je bent een strijkexpert.

6-8 keer "Ja": Goed gedaan, maar er is ruimte voor verbetering.

5 of minder keer "Ja": Oefening baart kunst!

forms.office.com

In de komende lessen gaan we nog veel meer oefenen met strijken en vouwen.

Theedoeken, 

zakdoeken, 

overhemd/bloes, 

broeken/spijkerbroeken

praktijktoets

Hoe ziet de afronding van de lessen eruit?

In tweetal laat je zien dat je een kledingstuk kint strijken en opvouwen. 

vragen over voorgaande theorie. (Hiervoor  kun je leren)

Oefenen, oefenen met strijken.

Gebruik de stappenkaarten. (kopie om thuis te oefenen)

Ook bij de toets mag je de stappenkaart gebruiken!