4.4 Europese samenwerking

4.4 Europese samenwerking
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.4 Europese samenwerking

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Welkom en intro (10 min.)
  • Lesdoelen (5 min.)
  • Herhaling (5 min.)
  • Uitleg (20 min.)
  •  Opdrachten maken 4.4 (20 min.)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt aan het einde van deze les:
  • de oorzaken en ontwikkeling van de Europese samenwerking beschrijven.
  • uitleggen waarom de EEG en de EU zich hebben uitgebreid.
  • verklaren waarom sommige Europeanen twijfelen aan de Europese samenwerking.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

timer
7:00

Slide 5 - Tekstslide

Motieven Europese samenwerking
  • Voorkomen van oorlog
  • Einde maken aan vijandschap na WO 1 / WO 2
  • Angst voor communisme / Sovjet-Unie

Slide 6 - Tekstslide

Chronologie Europese samenwerking
  1. Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), 1951
  2. Europese Economische Gemeenschap (EEG), 1957
  3. Europese Unie (EU), 1993
           → eis: je moet een parlementaire democratie zijn!
  4. Verdrag van Schengen, 1985 --> Volledige EU, 1995
  5. Invoering euro, 2002

Slide 7 - Tekstslide

Kijkvragen
1. De val van de Berlijnse Muur zette Europa op zijn kop. Dit had invloed op de Europese Unie. Veel Oost-Europese landen wilden
graag toetreden. Waarom besloten de leden van de Europese Unie om tien landen toe te laten? Noem twee redenen.
2. De Oost-Europese landen traden toe tot de Europese Unie terwijl ze er nog niet klaar voor waren. Kun je naast migratie een ander probleem bedenken dat deze vroege toetreding heeft opgeleverd of kan opleveren?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Kijkvragen
1. De val van de Berlijnse Muur zette Europa op zijn kop. Dit had invloed op de Europese Unie. Veel Oost-Europese landen wilden
graag toetreden. Waarom besloten de leden van de Europese Unie om tien landen toe te laten? Noem twee redenen.
2. De Oost-Europese landen traden toe tot de Europese Unie terwijl ze er nog niet klaar voor waren. Kun je naast migratie een ander probleem bedenken dat deze vroege toetreding heeft opgeleverd of kan opleveren?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Euroscepsis
Motieven
  1. (Te) veel macht naar Brussel
  2. Hoge kosten voor rijke landen
  3. Veel migranten naar rijkere landen

Voorbeeld: Brexit in 2020

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat zijn voordelen van Europese samenwerking?

Slide 14 - Open vraag

Wat zijn nadelen van Europese samenwerking?

Slide 15 - Open vraag


A
EU
B
Nederland

Slide 16 - Quizvraag


A
EU
B
Nederland

Slide 17 - Quizvraag


A
EU
B
Nederland

Slide 18 - Quizvraag


A
EU
B
Nederland

Slide 19 - Quizvraag

Mobiel bellen in een ander EU-land is net zo goedkoop als wanneer je binnen Nederland belt
A
EU
B
Nederland

Slide 20 - Quizvraag


A
EU
B
Nederland

Slide 21 - Quizvraag


A
EU
B
Nederland

Slide 22 - Quizvraag


A
EU
B
Nederland

Slide 23 - Quizvraag


A
EU
B
Nederland

Slide 24 - Quizvraag

Opdrachten 4.4
4, 6, 11


timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

4, 6 en 11 bespreken
  • Waar liepen we tegenaan?
  • Let op formulering 

Slide 26 - Tekstslide

Laatste les voor de toets
Toets over WOII en de Koude Oorlog

Slide 27 - Tekstslide

Leerstof
Hoofdstuk 3 (3 gesloten vragen)
Hoofdstuk 4 
  

Slide 28 - Tekstslide

Oefentoets
huiswerk: 2, 3, 5, 8, 9,11 en 12

13 en 17 nu




Slide 29 - Tekstslide

30 seconds
  • Lees de begrippen & jaartallen door  van hoofdstuk 4 
  • Iedereen vult 6 kaartjes in met 5 begrippen/jaartallen van hoofdstuk 5

Slide 30 - Tekstslide

Zodra de kaartjes gemaakt zijn....
Indien er nog tijd is: gaan we 30 seconds spelen
anders: inleveren en spelen we het 15 juni

Slide 31 - Tekstslide

Algemene regels
  • Beschrijven mag, maar je mag het begrip/ jaartal zelf niet noemen
  • Uiteraard mag je dit ook niet in één andere taal zeggen OF "het rijmt op..."

Slide 32 - Tekstslide

optie 1
  • maak 2 groepen van 4 (8 in totaal) 
  • Zorg voor 2 kleurtjes/pionnen 
  • één leerling uit groep 1 pakt een kaartje op en probeert de 5 begrippen/jaartallen te beschrijven ZONDER het begrip/jaartal zelf te noemen
  • De rest van groep 1 bedenkt  welk begrip/jaartal erbij hoort
  • spieken mag, maar kost tijd...
  • 3 van de 5 kaartjes goed = 3 stappen vooruit
  • Daarna is groep 2 aan de beurt. 
  • Eerst bij de finish wint
  • Optie 2:
  • Maak groepen van 3 a 4 leerlingen
  • Verzamel de kaartjes en wissel deze uit met een groepje die ook voor optie 2 gaan
  • Pak een 'pion' of pen om op het spelbord aan te geven hoever jullie zijn
  • Één leerling pakt 1 kaartje op en probeert de 5 begrippen/jaartallen te beschrijven 
  • Groepsleden bedenken welk begrip/jaartal erbij hoort
  • SPIEKEN mag, maar kost je tijd....
  • 3 van de 5 kaartjes geraden? dan ga je als groep 3 stappen vooruit op het spelboord.
  • Spel eindigt als jullie bij de finish zijn

Slide 33 - Tekstslide