Par. 4.1 Einde van de wereldrijken

Leerdoelen opschrijven
1. Welke invloed had de Tweede Wereldoorlog op de dekolonisatie?
2. Hoe werden de Nederlandse kolonies zelfstandig en onafhankelijk?

Klaar? Lees "De invloed van de Tweede Wereldoorlog" op blz. 68
timer
3:00
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen opschrijven
1. Welke invloed had de Tweede Wereldoorlog op de dekolonisatie?
2. Hoe werden de Nederlandse kolonies zelfstandig en onafhankelijk?

Klaar? Lees "De invloed van de Tweede Wereldoorlog" op blz. 68
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen onderzoeken 
3. Hoe werden India en Pakistan onafhankelijk?
4. Hoe is de staat Israël ontstaan?



timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen opschrijven
5. Hoe is de staat Israël ontstaan?

Klaar? Lees "Palestina en Israël" op blz. 70

Slide 3 - Tekstslide

Studiewijzer
29/01: Par. 4.1 Einde van de wereldrijken
01/02: Par. 4.1 Einde van de wereldrijken
06/02: Par. 4.1 Einde van de wereldrijken
08/02: Par. 4.2 De Koude Oorlog
12/02:  Par. 4.2 De Koude Oorlog 
15/02:  Par. 4.2 De Koude Oorlog
Voorjaarsvakantie
26/02: SO par. 4.1 en 4.2
29/02: Par. 4.3 De VS vanaf de Tweede Wereldoorlog
04/03: Par. 4.3 De VS vanaf de Tweede Wereldoorlog
07/03: Par. 4.3 De VS vanaf de Tweede Wereldoorlog
11/03: Par. 4.4 Samenwerking en democratie
18/03: Par. 4.4 Samenwerking en democratie
21/03: Voorbereiden toetsweek
TOETSWEEK 3
H4 par. 4.1 t/m 4.4

Slide 4 - Tekstslide

Studiewijzer 3h1
08-09/04 Par. 2.4 Nederland in het Interbellum
11/04 - 
15-16/04 Par. 5.1 Er komen andere tijden + 5.4 Veelkleurig Nederland
18/04 Par. 5.4 Veelkleurig Nederland
22-23/04 PO Essay schrijven
25/04 Par. 4.1 Einde van wereldrijken
Meivakantie
13/05 - 
16/05 Geen les
20/05 2e Pinksteren
23/05 Par. 4.1 Israël en Palestina
27/05 Par. 4.2 De Koude Oorlog
30/05 Par. 4.2 De Koude Oorlog
TWT4 
Par. 2.4, 5.1, 5.4, 4.1, 4.2 en 4.4
03/06 Par. 4.4 Samenwerking en democratie
17/06: Voorbereiden TWT4

Slide 5 - Tekstslide

Programma
1. Uitleg par. 4.1
2. Leerdoelen bespreken
3. PO bekijken
4. Filmpje kijken
5. Afsluiten

Slide 6 - Tekstslide

Verenigde Naties
Opgericht in 1945 door 54.
Samenwerken om vrede, vrijheid en welvaart te bereiken. 
Inmiddels zijn er 193 landen lid.

Het belangrijkste onderdeel van de VN is de Veiligheidsraad
  • Een groep 15 landen die maatregelen kunnen nemen waar alle landen zich aan moeten houden. 
  • De 5 grote geallieerde landen uit de WOII hebben de leiding (VS, GB, FR, RS en China). Ze zijn permanent lid en hebben vetorecht (besluisten tegenhouden). 

Slide 7 - Tekstslide

KA
44 Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme

46 De dekolonisatie die een eind maakte aan
de westerse hegemonie* in de wereld

* Hegemonie:  leiderschap, opperheerschappij, overwicht of suprematie.
gebiedsuitbreiding door het veroveren of afhankelijk maken van andere landen of streken

Slide 8 - Tekstslide

1. Welke invloed had de Tweede Wereldoorlog op de dekolonisatie?

Europese landen waren na de oorlog verzwakt, terwijl de VS en de Sovjet-Unie supermachten werden (zeer machtige staten). Zij waren tegen kolonialisme (bijv. de VS liet de Filipijnen in 1946 onafhankelijk worden).


Slide 9 - Tekstslide

1. Welke invloed had de Tweede Wereldoorlog op de dekolonisatie?

Bijv. in Zuid-oost-Azië:
Japan veroverde tijdens de Tweede Wereldoorlog veel gebieden. De inheemse bevolking werd onderdrukt en aangemoedigd tot vijandigheid jegens het Westen.

Slide 10 - Tekstslide

Nederlandse dekolonisatie
  • Nederlands-Indië
  • Suriname
  • Nederlandse Antillen

Slide 11 - Tekstslide

2. Hoe werden de Nederlandse kolonies zelfstandig en onafhankelijk?
15 augustus 1945: Japan capituleerd.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Soekarno
  • Leider van het nationalistisch partij.
  • Riep de onafhankelijk Republiek Indonesië uit. 
  • Reactie van Nederland? Accepteerde deze proclamatie niet en stuurde troepen die de Nederlandse macht in delen van Indonesië herstelden. 
  • Hierdoor brak er de Onafhankelijkheidsoorlog in Indoensië uit.
  • Maar voor Nederland was er geen oorlog... 

Slide 14 - Tekstslide

Politionele acties 
1945 - 1949
  • Politionele acties: twee militaire acties van Nederland om te voorkomen dat Indonesië onafhakelijk werd. 
  • Diplomatie was mislukt. 
  • Dienstplichtige militairen moesten vechten in Indonesië, maar voor Nederland was het geen oorlog, maar een binnenlands conflict. Het was nodig om de orde te herstellen.

Slide 15 - Tekstslide

1ste politionele actie
  • Binnen een paar dagen werd Java en dele van Sumatra veroverd, maar Nederland kreeg de gebieden niet onder controlen. 
  • Strijders van de Republiek Indonesië voerden kleine aanvallen (guerrilla, ze verscholen zich onder de bevolking). 
  • Nederland antwoordde met terreur: dorpen werden platgebrand, dorpsbewoners en krijgsgevangenen werden als afschrikwekkend voorbeeld doorgeschoten.
Bloedbad van Rawagede
De gehele bevolking van het dorp, 431 mensen, werden vermoord door Nederlandse militairen die in het dorp op zoek waren naar een onafhankelijkheidsstrijder.

Slide 16 - Tekstslide

2e politionele actie, december 1948
  • Soekarno werd gevangen genomen. 
  • VN (volkerenorganisatie opgericht in 1945) was ontevreden. 
  • De Veiligheidsraad (belangrijkste onderdeel van de VN), eiste dat Nederland meewerkte aan de Indonesische onafhakelijkheid: 
  • de VS zou de marshallhulp intrekken. Zo zou Nederland zijn steun voor wederopbouw kwijtraken. 

Slide 17 - Tekstslide

Indonesië onafhankelijk
Nederland werd door de VS en VN gedwongen om de Indonesische onafhankelijkheid te accepteren. 
Koningin Juliana ondertekende de soevereiniteitsoverdracht in 1949. 

Soekarno's regering kreeg de hoogste macht over Indonesië. 

Slide 18 - Tekstslide

In Nederland...
  • Angst dat Nederland zonder Indonesië arm en onbelangrijk zou worden. 
  • "Indië verloren, rampspoed geboren."
  • Veel Nederlanders geloofden dat de meeste Indonesiërs liever bij Nederland wilden blijven. 
  • Soekarno werd door Nederlanders beschouwd als landverrader. 

Slide 19 - Tekstslide

Midden en Zuid-Amerika
  • Suriname en de Nederlandse Antillen werden in 1954 zelfstandig landen. Ze kregen een eigen regering die hun binnenlandse politiek bepaalden.  Suriname werd in 1975 op een vreedzame wijze onafhankelijk.

Slide 20 - Tekstslide


Curaçao, Aruba en Sint Maarten werden zelfstandige landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden.

Bonaire, Saba en Sint Eustatius werden bijzondere gemeenten van Nederland en heten nu Caribisch Nederland.

Slide 21 - Tekstslide

De invloed van de WOII
Dekolonisatie: kolonies worden zelfstandig van het moederland.

De Europese kolonies wilden na de WOII onafhankelijk zijn:
  • In Zuidoost-Azië had Japan het westerse kolonialisme venietigd. Het nationalisme van inheemse volk bloeide. 
  • De Europese landen waren na de oorlog verzwakt.
  • De VS en de Sovjet-Unie werden supermachten (zeer machtige staten). Ze waren voor dekolonisatie. 

Slide 22 - Tekstslide

Britse dekolonisatie in Azië. (1)
Groot-Brittanië wilden Brits-Indië zo snel mogelijk verlaten. 

1947: landen kregen hun soevereiniteit via hun inheemse leiders. 
Er ontstonden twee staten: India (hindoes in de meerderheid) en Pakistan (moslimstaat).

Slide 23 - Tekstslide

Britse dekolonisatie in Azië. (2) 

Miljoenen moslims vluchtten naar Pakistan en miljoenen hindoes naar India.

Slide 24 - Tekstslide

Franse dekolonisatie in Azië.
De Fransen vertrokken niet vrijwillig uit hun kolonie Indochina. 

Na 1945 kreeg de bevrijdingsbeweging Vietminh heel Vietnam in handen. 

Toen de Fransen probeerden het land te heroveren, brak een koloniale oorlog uit.

De oorlog eindigde in 1954 met het verlies van Frankrijk. 

Slide 25 - Tekstslide

Dekolonisatie Afrika

Slide 26 - Tekstslide

Waarom het werelddeel Afrika?
  • Afrika rijk aan grondstoffen als Goud, IJzer, Olie, enz.
  • Grondgebied belangrijk voor vergroting Europese macht
  • Afrika --> Slavenhandel
  • Slaven waren nodig om te werken op de overige plantages in andere koloniën (Zuid- Amerika)

Slide 27 - Tekstslide

Kolonisatie Afrika
  • 1880- 1914 Wedloop om Afrika (scramble of Africa)
  • Conferentie van Berlijn: 1884/1885 opdeling van Afrika onder Europese grootmachten
    .

Slide 28 - Tekstslide

Dekolonisatie Afrika

  • Kolonisatoren: ENG, FRA, BEL, SPA, POR, DUI, ITA.
  • Noord- Westen van FRA.
  • Noord- Oosten ENG.
  • Zuiden: De rest

Slide 29 - Tekstslide

Dekolonisatie in Afrika. 
Tussen 1956 en 1974.
In de meeste landen liep het vreedzaam (bijv. Congo en Marokko). 
Sommige landen werden pas later onafhankelijk na een onafhankelijkheidsoorlog, zoals Algerije, Angola en Mozambique. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

De Joden
  • Voor het Romeinsetijd woonden de joden in het gebied dat vroeger Palestina wordt genoemd. 
  • Ze vluchtten na mislukte opstand tegen de Romeinen. 
  • Ze verspreiden zich over de hele wereld en volgden hun eigen tradities en geloof.
  • Verlangde naar hun oude land Israël = ZIONISME!

Slide 32 - Tekstslide

Waarom zionisme?

  • Antisemitisme
  • Het boek Der Judenstaat (de joodse staat) door Theodor Herzl.
  • Zionisme kreeg veel aanhangers.
  • Zionisten besloten dat er een staat Israël zou moeten ontstaan. 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

De Palestijnen

  • Arabieren
  • Islamistisch

Slide 35 - Tekstslide

Brits Mandaat (1920-1948)
Zionisme kreeg steun van GB

Slide 36 - Tekstslide

Zionisme begint
  • Vóór de Eerste Wereldoorlog: tienduizenden joden verhuisden naar Palestina.

  • Tijdens het Interbellum werd het nog meer. Waarom?

Slide 37 - Tekstslide

1936
Palestinen kwamen in opstand. Ze eisten:
  • onafhankelijkheid
  • eind aan de joodse immigratie



Slide 38 - Tekstslide

1945
Veel overlevenden van de Holocaust gingen naar Palestina. 

De Britten wilden zo snel mogelijk weg van Palestina.

Slide 39 - Tekstslide

De Staat Israël (1948 tot heden)
Verenigde Naties kreeg de macht over het gebied. 
Gebied wordt opgedeeld: een Joodse en een Arabische (Palestijnse) staat.

Slide 40 - Tekstslide

De Palestijnen willen hun land terug, maar...
  • De joden roepen de staat Israël uit!
  • Omringende Arabische landen vielen Israël aan, maar werden verslagen.
  • Half miljoen Palestijnen vluchtten het land uit of gingen in vluchtelingenkampen wonen. 

Slide 41 - Tekstslide

Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948
  • Het sterke en moderne Israëlische leger verplettert in 6 dagen Egypte, Jordanië, Syrië, Irak en Libanon.

  • Israël veroverden heel Palestina, de Gazastrook (van Egypte), Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem (van Jordanië) en de Golan (van Syrië).

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Geweld als oplossing? (2)

  • De Hamas: terroristische organisatie.
  • Doelen: de vernietiging van de staat Israël, verdrijving van de Israëli's en redding van de Palestijnen (eigen Palestijnse staat).

Slide 45 - Tekstslide



Dit kan volgens de HAMAS alleen 
met geweld worden bereikt: 
aanslagen, gijzelingen en kapingen

Slide 46 - Tekstslide

Israëlische Westoeverbarrière
De Israëlische Muur is een door Israël vanaf 2002 gebouwde constructie van bijna 10 meter hoge betonnen muren, torens en controleposten, wegen, hekken, prikkeldraad en greppels van circa 620–760 km lang.

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Waarom grijpt de VN in?
  • De Koude Oorlog (1945-1991): Israël werd gesteund door de Verenigde Staten en andere westerse landen. De Sovjet-Unie steunde Egypte en Syrië. Oorlog in het Midden-Oosten kon de Koude Oorlog een échte oorlog worden, waarbij mogelijk atoomwapens werden ingezet.

  • Olieboycot (1973): Arabische olielanden steunden Egypte en Syrië door veel minder en veel duurdere aardolie uit te voeren naar westerse landen. Landen die Israël actief ondersteunden, zoals de VS en Nederland, kregen zelfs helemaal geen aardolie meer.

Slide 50 - Tekstslide

Leerdoel antwoorden
3. Hoe werden India en Pakistan onafhankelijk?
4. Hoe is de staat Israël ontstaan?


Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide