Les 2

Clase de español
Tema: La familia y las descripciones físicas.





Spaans voor beginners
Keuzedeelvak
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Clase de español
Tema: La familia y las descripciones físicas.





Spaans voor beginners
Keuzedeelvak

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het leerdoel van vandaag
1. Aan het einde van deze les kun je een gesprek voeren over je familieleden en vertellen hoe ze eruit zien.
2. Je  kunt eenvoudige vragen stellen en beantwoorden in het Spaans.

El programa de hoy – het programma van vandaag
  • Repaso (draairad) – herhaling
  • La familia –  de familie 
  • Las descripciones físicas - de fysieke beschrijvingen
  • Conversación en duo - gesprek voeren in duo's
  • Quizizz
  • Cierre - Afsluiten.




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué día es hoy?
Hoy día es .....................  ..............  de febrero.
Vandaag is het woensdag 12 Februari.
Welke dag is het vandaag?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van de vorige les?
Draairad





https://wheelofnames.com/7hy-24u


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van de familieleden in het Spaans?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zeg je familie in het Spaans?
Welke familieleden ken je al?
Hoe zeg je vader en moeder in het Spaans?

Slide 7 - Video

Voor activiteit: el titulo es:Aquí estamos - Así es mi familia. Wat denk je dat het video over gaat?

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

El padre
La madre
El hijo
La hija
El tío
La tía
El abuelo
La abuela
El primo
La prima
Los padres
Los hijos
de vader
de moeder
de zoon
de dochter
de oom
de tante
de opa
de oma
de neef
de nicht
de ouders
de kinderen

Lidwoorden in het Spaans!
El - los (mannelijke lidwoorden)
La -las (vrouwelijke lidwoorden) 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de juiste vertalingen bij elkaar
El primo
Los abuelos
La madre
El padre
El hijo
La hija
De neef
De opa en oma
De moeder
De vader
De dochter
De zoon

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué mienbro de la familia es el número 4?
Welk familielid is nummer 4?

A
el padre
B
el hijo
C
la madre
D
la hija

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué mienbro de la familia es el número 1?
Welk familielid is nummer 1?
A
el padre
B
la madre
C
el hijo
D
la hija

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Situatie: De eerste schooldag
Een klasgenoot van Carlos wil weten hoe zijn familie heet. Hij stelt vragen aan Carlos over zijn familie.
Juan        María


Carlos                         Ana
A.¿Cómo se llama  tu padre?
     Hoe heet je vader?

C. Mi padre se llama Juan.
    Mijn vader heet Juan.
A. ¿Cómo se llaman tus abuelos?
      Hoe heten je opa en oma?

C. Mis abuelos se llaman Paco y Ana.
    Mijn opa en oma heten Paco en Ana.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situatie: Op school (En el colegio ) 
Je hebt een gesprek met je klasgenoot over elkaars familie. Je vraagt naar elkaars gezinssamenstelling, de namen en de leeftijd.
 A: Yo (ik)

1. ¿Cómo se llama tu padre
     Hoe heet je vader?

2. ¿Cómo se llama tu madre?
     Hoe heet je moeder?

3. ¿Cuántos hermanos tienes?
     Hoeveel broers en zussen heb je?

4. ¿Cómo se llama tu hermano/a?
     Hoe heet je broer/zus?

5. ¿Cuántos años tiene tu hermano/a?
     Hoe oud is je broer/zus?

6. ¿Dónde vives?
    Waar woon jij?
B: Tu (jij)

1. Mi padre se llama Carlos
   Mijn vader heet Carlos

2. Mi madre se llama Julieta
    Mijn moeder heet Julieta

3. Tengo 1 hermano/a - os/as  (Ik heb 1 broer/ zus)
    No, no tengo hermanos. (Nee, ik heb geen broers en zussen)

4. Mi hermano/a se llama Luis.
    Mijn broer/zus heet Luis.

5. Mi hermano/a tiene  15 años.
    Mijn broer/zus is 15 jaar.

6. Vivo en Enschede
    Ik woon in Enschede.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situatie: Op school
Je hebt een gesprek met je klasgenoot over elkaars familie. Je vraagt naar elkaars gezinssamenstelling, de namen en de leeftijd.
 A: Yo (ik)

1. ¿Cómo se llama tu padre


2. ¿Cómo se llama tu madre?
   

3. ¿Cuántos hermanos tienes?


4. ¿Cómo se llama tu hermano/a?


5. ¿Cuántos años tiene tu hermano/a?


6. ¿Dónde vives?


B: Tu (jij)

1. Mi padre se llama .................................
   

2. Mi madre se llama ................................
    

3. Tengo .......hermano/a - os/as 
    No, no tengo hermanos.  

4. Mi hermano/a se llama ....................
     

5. Mi hermano/a tiene ..........años.


6. Vivo en Enschede
    

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trabajo individual en in grupo
Zelfstandig en samenwerken
1. Maak individueel oefening 1, 2 , 3 en 4 van je werkblad.
2. Maak oefening  5 van je werkblad (Gesprek)
  • Vul het gesprek met je gegevens in.
  • Voer het gesprek in duo's.
  • Wissel van rol.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je hoe je iemand beschrijft in het Spaans?

Slide 17 - Tekstslide

Welke woorden ken je al?
Hoe zeg je guapo/a in het Spaans?
Hoe zeg je ik heb zwarte haar in het Spaans? blond haar? peliroja
Mijn vader heeft steil/krullend haar.
Mi hermano es alto/a

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Las descripciones físicas

Tener: hebben
Tengo los ojos..........
Tiene los ojos...............
Ser: zijn
Soy.................
Mi madre es.. ..............
Tener: hebben
Tengo el ...............
Tiene el ...............
¿Cómo es tu madre?
Mi madre tiene el pelo rubio.
Mi hermano tiene los ojos negros
Mi padre es alto.
Alto/a       bajo/a
Delgado/a   gordo/a
Fuerte
Viejo/a         joven
negros

marrones

verdes

azules

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
¿Cómo es él /ella?
Hoe ziet hij/ zij eruit?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo es ella ?
Hoe ziet zij eruit?
A
Tiene el pelo rubio y los ojos negros
B
Tiene el pelo negro y los ojos marrones
C
Tiene el pelo canoso y los ojos azules
D
Tiene el pelo canoso y los ojos

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leer: lezen

Mi hermano Paco
Este es mi hermano se llama Paco.
Tiene el pelo negro y los ojos negros. Es bajo y guapo.
Mi hermano tiene 3 años

Guapo/a: knap/mooi.

Slide 22 - Tekstslide

¿Cómo se llama mi hermano?
¿Qué color de pelo tiene?
¿Es bajo/alto?
¿Cuántos años tiene?

Dit is mijn moeder
Esta es mi madre Ana.
Tiene el pelo rubio y los ojos azules. Es alta y graciosa.




Graciosa: grappig


Slide 23 - Tekstslide

¿Cómo se llama la madre?
¿Qué color de pelo tiene?
¿Qué color de ojos tiene?
¿Es baja?
Situatie: Op je stage
Je hebt een gesprek met je nieuwe Spaanse collega. Hij vraagt jou hoe je familieleden heten en hoe ze eruit zien. (Maak ejercicio)

1. Hola ¿Cómo se llama tu padre?

2¿Qué color de pelo tiene tu padre?

3.¿Qué color de ojos tiene tu padre?

4. ¿Es alto?

5. ¿Es flaco?

6. ¿Es gracioso/ inteligente?



1. Mi padre se llama Daniel.

2. Tiene el pelo castaño.  

3. Tiene los ojos marrones.

4. , es alto / No, es bajo.

5. , es flaco. / No, es gordo.

6. , mi padre es gracioso/ inteligente.
A: Yo (ik)                                                           B: Tú (jij)  

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Quién es? Relaciona la imagen con el texto
Wie is het? Verbind de afbeelding met de tekst
1. Esta es mi prima, se llama Tania.
   Tiene el pelo castaño y los ojos verdes.
   Es alta y guapa.


2. Este es mi tío, se llama Juan.
    Tiene el pelo negro y los ojos azules.
    Es bajo 


3. Esta es mi hermana, se llama Carmen.
    Tiene el cabello rubio y los ojos marrones.
    Es alta y flaca.
A                      B



c


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trabajo individual en in grupo
Zelfstandig en samenwerken

1. Maak opdracht 6, 7, 8, en 9 van je werkblad.
2. Maak oefening 10 van je werkblad (Gesprek)
  • Vul het gesprek met je gegevens in.
  • Voer het gesprek in duo's.
  • Wissel van rol.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quizizz
Maak de quizizz.
https://quizizz.com/join?gc=23539752


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Describe a tu padre
Beschrijf je vader
¿Cómo es tu padre?
..................................................
..................................................
..................................................
..................................................
.................................................
..................................................

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situatie: Op je stage
Je hebt een gesprek met je nieuwe Spaanse collega. Hij vraagt jou hoe je familieleden heten en hoe ze eruit zien. (Maak ejercicio  )

1. Hola ¿Cómo se llama tu padre?
   Hoe heet je vader?

2¿Qué color de pelo tiene tu padre?
   Welke kleur haar heeft je vader?

3.¿Qué color de ojos tiene tu padre?
   Welke kleur ogen heeft je vader?

4. ¿Es alto-a?
    Is hij lang?

5. ¿Es flaco/a?
    Is hij dun?

6. ¿Es gracioso/a - inteligente?
     Is hij grappig / intelligent ?


1. Mi padre se llama Daniel.
   Mijn vader heet Daniel.

2. Tiene el pelo castaño.  
    HIj heeft bruin haar.

3. Tiene los ojos verdes.
    Hij heeft groene ogen.

4. , es alto / No, es bajo.
    Ja, hij is lang / Nee, hij is klein.

5. , es flaco. / No, es gordo.
    Ja, hij is dun / Nee, hij is dik.

6. , mi padre es gracioso/ inteligente.
    Ja, mijn vader is grappig / intelligent.
A: Yo (ik)                                                                                   B: Tú (jij)  

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1. Hola ¿Cómo se llama tu padre?

2¿Qué color de pelo tiene tu padre?

3.¿Qué color de ojos tiene tu padre?

4. ¿Es alto/a?

5. ¿Es flaco/a?

6. ¿Es gracioso/ inteligente?


...............................................................................................

...............................................................................................

...............................................................................................

...............................................................................................

...............................................................................................

...............................................................................................
A: Yo (ik)                                                           B: Tú (jij)  

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué has aprendido hoy?
Wat heb je vandaag geleerd?
Maak de quizizz op je laptop.
https://quizizz.com/join?gc=66906568

Tarea
Leer de woordenschat op quizlet.
De familieleden:
https://quizlet.com/nl/1003857388/vocabulario-de-la-familia-les-2-roc-enschede-flash-cards/?i=5gq155&x=1jqt
Fysieke beschrijvingen:
https://quizlet.com/nl/1003866102/las-descripciones-fisicas-les-2-flash-cards/?i=5gq155&x=1jqt


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak onderstaande oefening en gebruik de volgende woorden:
negro - marrones   -  verdes   - azules  -  canoso - rubio  - castaño   - alto/a   - bajo/a
fuerte  -  viejo   - joven.

1. Hola ¿Cómo se llama tu padre?

2¿Qué color de pelo tiene tu padre?

3.¿Qué color de ojos tiene tu padre?

4. ¿Es alto/a?

5. ¿Es flaco/a?

6. ¿Es gracioso/ inteligente?

.
Mi padre se llama ...................................................

Tiene el pelo color....................................................

Tiene los ojos color .................................................

Sí, es ................/No, es .................................................

Sí, es ................/No, es ................................................

Sí, mi padre es............................................................
A: Yo (ik)                                                           B: Tú (jij)  

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wil je nog meer oefenen?
  • Kijk en luister naar de video in de volgende dia.
  • Vraag je docent om het werkblad voor deze luister opdracht.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies