Frans 17 juni 2020

mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
belle
beau
belles
beaux
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
vieille
vieux
vieilles
vieux
1 / 11
volgende
Slide 1: Sleepvraag
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
belle
beau
belles
beaux
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
vieille
vieux
vieilles
vieux

Slide 1 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitzondering 1
  • Het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een -e
--> geen extra -e bij vrouwelijke woorden


Mannelijk 
Vrouwelijk 
Enkelvoud
Le T-shirt est rouge
La ceinture est rouge
Fout: rougee 
Meervoud
Les T-shirts sont rouges
Les ceintures sont rouges
Fout: rougees

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitzondering 2
  • Het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een -s
--> geen extra -s in het (mannelijk) meervoud
Mannelijk 
Vrouwelijk 
Enkelvoud
Le T-shirt est gris
La ceinture est grise
Meervoud
Les T-shirts sont gris
Fout: griss
Les ceintures sont grises

Slide 3 - Tekstslide

Vrl ev: natuurlijk met -e erachter
Welke zin is juist?
  1. Ils sont belle.
  2. Ils sont beau.
  3. Ils sont belles.
  4. Ils sont beaux.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is juist?
  1. Ils sont belle.
  2. Ils sont beau.
  3. Ils sont belles.
  4. Ils sont beaux.

Ils = mnl mv --> beaux
Let ook op het werkwoord!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is juist?
  1. Elle est vieux.
  2. Elles est vieux.
  3. Elle est vieille.
  4. Elles ont vieilles.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is juist?
  1. Elle est vieux.
  2. Elles est vieux.
  3. Elle est vieille.
  4. Elles ont vieilles.

Elle = vrl ev --> vieille

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is juist?
  1. Il est beaux.
  2. Elles sont nouvelles.
  3. Elle est belles.
  4. Ils sont vieil.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is juist?
  1. Il est beaux.
  2. Elles sont nouvelles.
  3. Elle est belles.
  4. Ils sont vieil.

Elles = vrl mv--> nouvelles

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden met betrekking tot het onderwerp "familie" versta je?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies