In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Herhaling H4 plus H5.1, 5.2
Slide 1 - Tekstslide
Als er in een jaar bij een conflict ten minste ..... doden vallen, spreken we van een gewapend conflict
A
10
B
15
C
25
D
50
Slide 2 - Quizvraag
Territorium
Separatisme
Geinternationaliseerd conflict
Binnenlands conflict
Sinds de dekolonisatie strijden bevolkingsgroepen met elkaar
Een lange strijd leidde tot de afscheiding van Zuid-Sudan
Is er eenreden waarom de Koerden geen eigen land hebben?
Al vanaf 2011 zijn Amerikaanse troepen aanwezig in Syrië
Slide 3 - Sleepvraag
Wat hoort bij wat?
Internationaal conflict
Burgeroorlog
Regionaal conflict
Amerika valt Noord-Korea aan
IS is actief in Irak en Syrië
In Libië probeert men de regering om te leggen
Rusland verovert een deel van Georgië
In Colombia schiet het leger op demonstranten
De Mexicaanse drugsoorlog leidt tot spanningen in Texas
Oorlog in een buurland heeft invloed over de grens. Hier zijn dan ook meerdere landen bij betrokken.
Oorlog binnen één land, soms ook tegen de regering.
Oorlogen tussen landen. Soms twee, soms wat meer. Regering tegen regering!
Slide 4 - Sleepvraag
Een volk kenmerkt zich door:
A
Hetzelfde territorium te bewonen
B
Binnen één staat te bestaan
C
Dezelfde taal, godsdienst en geschiedenis
D
Een nationalistisch karakter
Slide 5 - Quizvraag
Leg uit wat het verschil is tussen een natie en een staat.
Slide 6 - Open vraag
Waar gaat het geld meestal naartoe dat wordt verdient met delfstoffen (natuurlijke hulpbronnen)?
A
Het gebied waar het wordt gevonden
B
Het bedrijf dat de delfstoffen wint
C
Eerlijk verdeeld tussen beide partijen
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat valt je op aan deze kaart?
Slide 9 - Open vraag
conflicten tussen religies
fragile state & dictator
jeugdbult, groot aandeel 15 - 29 jarigen
natuurlijke hulpbronnen worden uitgeput
economisch
cultureel
demografisch
de rol van de overheid
Slide 10 - Sleepvraag
Sinds het uitbreken van de oorlog moest al meer dan de helft van alle Syriërs gedwongen hun huis ontvluchten. Het merendeel van hen (ruim 6 miljoen mensen) zoekt veiligheid binnen de Syrische landsgrenzen. Dit noemen we
Een kleiner deel, ruim 5,6 miljoen Syriërs, vlucht de grens over naar bijvoorbeeld Libanon of Jordanië. Deze mensen noemen we
In 2018 vroegen ongeveer 8000 Syrische vluchtelingen om erkenning in Nederland. Deze mensen noemen we
Al met al is dus meer dan de helft van de Syrische bevolking gedwongen op de vlucht.
Ontheemden
Burgers
Slachtoffers
Vluchtelingen
Gelukzoekers
Asielzoekers
Slide 11 - Sleepvraag
'Sociale gevolgen' houden verband met ...
A
... de bestuurswijze van een land
B
... milieuvervuiling
C
... de samenleving, de burgers en hun omgeving
D
... vulkaanuitbarstingen en overstromingen
Slide 12 - Quizvraag
Een 'jeugdbult' in Iran zorgt voor veel werkeloosheid onder jongeren die in opstand komen tegen de regering
A
Culturele oorzaak
B
Economische oorzaak
C
Politieke oorzaak
D
Demografische oorzaak
Slide 13 - Quizvraag
Hoe noem het als een volk zich wil afscheiden van een land?
A
Internationale conflicten
B
Nationalisme
C
Seperatisme
D
Regionalisme
Slide 14 - Quizvraag
Sociale gevolgen
Demografische gevolgen
Economische gevolgen
Mensenlevens
Babyboom na conflict
Gewond
Akkers onbewerkt
Onveilig
Infrastructuur vernield
Armoede
Vluchtelingen
Genocide
Slide 15 - Sleepvraag
Iemand is ontheemd wanneer ...
A
hij/zij het eigen land uitvlucht
B
hij/zij in een ander land asiel aanvraagt
C
hij/zij uit eigen regio vlucht, maar in hetzelfde land blijft
D
hij/zij is overleden door een conflict in de regio
Slide 16 - Quizvraag
1) Aan de leeftijdsopbouw van een land kan je zien of er genocide en/of ander conflict heeft plaatsgevonden 2) Met behulp van de leeftijdsopbouw van een land kan je voorspellen of er een conflict kan ontstaan
A
Stelling 1 is juist
Stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist
Stelling 2 is juist
C
Stelling 1 is juist
Stelling 2 is juist
D
Stelling 1 is onjuist
Stelling 2 is onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Benoem de drie conflicten in Europa die beschreven staan in het boek
Rechtstaat: ''Een staat waarin rechters onafhankelijk zijn en burgers worden beschermd door wetten''
Slide 19 - Tekstslide
Europa heeft duidelijke grenzen...
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Hoe noemt men de overname van Rusland van het Oekraïense de Krim?
A
Referendum
B
Strafmaatregel
C
Annexatie
D
Autonomie
Slide 21 - Quizvraag
Regionalisme
Nationalisme
Separatisme
het streven naar gewestelijke autonomie, cultuur, tradities
streven naar een streektradities of macht voor het eigen land.
streven naar staatkundige afscheiding, vaak met geweld
Slide 22 - Sleepvraag
Slide 23 - Video
Welke leden van de Veiligheidsraad zijn permanent en hebben vetorecht?
A
China, Nederland, Rusland, VS en Verenigd Koninkrijk
B
Nederland, Rusland, VS, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk
C
China, Duitsland, Rusland, VS en Verenigd Koninkrijk
D
China, VS, Rusland, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk
Slide 24 - Quizvraag
Welke plek had Nederland in 2017 op de ranglijst van wapenhandel. (Nummer 1 handelt meeste wapens)
A
7
B
10
C
16
D
20
Slide 25 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen gezinsvorming en gezinshereniging?
Slide 26 - Open vraag
Migratie vindt niet plaats vanuit de allerarmste gebieden, maar vanuit gebieden waar mensen voldoende aspiraties en mogelijkheden hebben om te vertrekken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Wat zijn nog meer nadelen van geldzendingen voor herkomstgebieden
A
Er wordt weinig geproduceerd in eigen land
B
Geld wordt niet goed besteed
C
Afhankelijkheid van geldzendingen
D
Inkomensverschillen kunnen toenemen
Slide 28 - Quizvraag
Arbeidsmigratie kan leiden tot een braindrain. Hoe dan?
A
Goed opgeleide mensen gaan werken in het buitenland
B
Goed opgeleide mensen komen naar jouw land
C
Mensen die ergens anders hebben gestudeerd keren terug.
D
Goed geschoold personeel gaat dáár werken waar het werk is.
Slide 29 - Quizvraag
Welke bevolkingsgroepen zullen ondervertegenwoordigd zijn in een vertrekgebied van arbeidsmigratie?
A
Mannen en vrouwen
B
65-plussers en kinderen
C
Jongeren tussen de 20 en 30 jaar en mannen
D
Vrouwen en kinderen
Slide 30 - Quizvraag
economische migratie
sociale migratie
ecologische migratie
politieke migratie
Slide 31 - Sleepvraag
Sleep de juiste fases naar de juiste plek in het model.