In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Herhalen H2 Nederland in 2050
§2.1 t/m §12.4
Slide 1 - Tekstslide
§2.1 De stad in 2050
Ik kan de keuzes en maatregelen die nodig zijn om steden te vernieuwen, te verduurzamen en voor iedereen toegankelijk te houden verklaren
Slide 2 - Tekstslide
De familie Jansen woont alleen nog met z’n tweeën in een groot huis. Hun kinderen zijn het huis uit. Welk begrip past het beste bij deze verandering binnen de familie?
A
Re-urbanisatie
B
Huishoudverdunning
C
Verdichting
D
Compacte stadbeleid
Slide 3 - Quizvraag
In een oude fabriekshal in de stad worden luxe appartementen gebouwd. Dit zorgt voor meer inwoners en meer voorzieningen in de buurt. Welk begrip beschrijft deze ontwikkeling het beste?
A
Huishoudverdunning
B
Re-urbanisatie
C
Spreidingsbeleid
D
Intensieve landbouw
Slide 4 - Quizvraag
De gemeente wil ervoor zorgen dat iedereen in de wijk makkelijk boodschappen kan doen en naar de dokter kan. Welk type voorzieningen zijn hiervoor het belangrijkst?
A
Gespecialiseerde voorzieningen
B
Dagelijkse voorzieningen
C
Voorzieningen voor toeristen,
D
Industriële voorzieningen
Slide 5 - Quizvraag
Waarom is verdichting belangrijk in het compacte stadbeleid? Om de...
A
... auto meer ruimte te geven in de stad.
B
... stad te laten groeien buiten de bestaande grenzen.
C
... stad te laten groeien binnen de bestaande grenzen.
D
... huizenprijzen te verlagen.
Slide 6 - Quizvraag
De gemeente gebruikt sensoren om het verkeer te regelen en apps om inwoners te informeren over energieverbruik. Welk begrip past het beste bij deze aanpak?
A
Duurzame steden
B
Smart city
C
Creatieve industrie
D
Sociale huurwoningen
Slide 7 - Quizvraag
Welke van de volgende maatregelen draagt NIET bij aan de verduurzaming van een stad?
A
Het aanleggen van zonnepanelen op daken.
B
Het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer.
C
Het bouwen van meer parkeerplaatsen in het centrum.
D
Het hergebruiken van bouwmaterialen (circulaire materialen).
Slide 8 - Quizvraag
Waarom is vergroening belangrijk voor de leefbaarheid? Omdat het...
A
... goed is voor de economie.
B
... hittestress tegengaat
C
... meer toeristen aantrekt.
D
... de huizenprijzen verhoogt.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste doel van sociale huurwoningen?
A
Meer mensen in de gelegenheid stellen om te kunnen wonen in een stad
B
Het verhogen van de huizenprijzen.
C
Het aantrekken van rijke investeerders.
D
Het bouwen van grotere huizen.
Slide 10 - Quizvraag
§2.2 Het platteland in 2050
§2.2 Ik kan verklaren welke keuzes en maatregelen nodig zijn om de inrichting van het huidige platteland toekomstbestendig te maken
Slide 11 - Tekstslide
Op het platteland worden steeds minder kinderen geboren en veel jongeren trekken weg naar de stad. Hierdoor komen er steeds meer leegstaande scholen en winkels. Welk begrip beschrijft deze situatie het best?
A
Bevolkingsafname
B
Bevolkingskrimp
C
Spreidingsbeleid
D
Suburbanisatie
Slide 12 - Quizvraag
De gemeente wil ervoor zorgen dat het platteland aantrekkelijk blijft om te wonen, ook voor jonge gezinnen. Welke maatregel kan hiervoor helpen?
A
Het sluiten van scholen en winkels.
B
Het verbeteren van de bereikbaarheid (OV)
C
Het bouwen van grote, dure villa's.
D
Het stimuleren van intensieve landbouw.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen grondgebonden en niet-grondgebonden landbouw?
A
Grondgebonden landbouw gebruikt de grond direct voor de productie
B
Grondgebonden landbouw is milieuvriendelijker.
C
Niet-grondgebonden landbouw is goedkoper.
D
Er is geen verschil, landbouw is altijd grondgebonden.
Slide 14 - Quizvraag
Boeren telen gewassen in een gebouw met meerdere verdiepingen en met gebruik van LED-verlichting in plaats van zonlicht. Welk begrip past het beste bij deze manier van landbouw?
A
Intensieve landbouw
B
Spreidingsbeleid
C
Vertical farms
D
Bevolkingskrimp
Slide 15 - Quizvraag
§2.3 Bronnen: mobiliteit in 2050
Ik kan verklaren welke maatregelen nodig zijn om Nederland in de toekomst bereikbaar te houden, waarbij er verschil gemaakt wordt tussen de problemen en oplossingen in de stad en op het platteland
Slide 16 - Tekstslide
Mevrouw Bouhlarouz woont in een dorp buiten de stad en reist elke dag met de trein naar zijn werk in de stad. Hoe noemen we iemand als mevrouw Bouhlarouz?
A
Een forens
B
Een ambtenaar
C
Een toerist
D
Een migrant
Slide 17 - Quizvraag
Welke maatregel kan helpen om files in de Randstad te verminderen?
A
Het aanleggen van meer snelwegen.
B
Het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer en fietsen.
C
Het verlagen van de parkeertarieven in de stad.
D
Het bouwen van meer kantoren in de stadscentra.
Slide 18 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met “verkeersarmoede”?
A
Het gebrek aan geld om een auto te kopen.
B
Mensen hebben weinig mogelijkheden om zich te verplaatsen.
C
De files op de snelweg.
D
De hoge parkeertarieven in de stad.
Slide 19 - Quizvraag
§2.4 Bronnen: Amsterdam in 2050
Ik kan verklaren welke keuzes en maatregelen er in Amsterdam veel nieuwe woningen, werkplekken en voorzieningen nodig zijn tot 2050
Ik kan verklaren welke keuzes en maatregelen nodig zijn om Amsterdam slimmer, creatiever en duurzamer te maken en voor iedereen bereikbaar te houden
Slide 20 - Tekstslide
Waarom is verdichting een belangrijke oplossing voor het woningtekort in Amsterdam?
A
Omdat het de economie stimuleert.
B
Omdat het de stad kleiner maakt, waardoor de grond duurder wordt.
C
Omdat er weinig ruimte is om de stad uit te breiden.
D
Omdat het de huizenprijzen verlaagt, wat beter is voor de leefbaarheid.
Slide 21 - Quizvraag
Wat betekent “klimaatneutraal” in de context van een stad als Amsterdam?
A
Dat alle gebouwen in de stad van duurzame materialen zijn gemaakt.
B
Dat er alleen elektrische auto's mogen rijden in de stad.
C
Dat de stad geen fossiele energie meer verbruikt.
D
Dat de stad evenveel energie opwekt als ze verbruikt, of de CO2 uitstoot compenseert.
Slide 22 - Quizvraag
In Amsterdam wordt een oude wijk met verouderde huizen gesloopt en vervangen door energiezuinige gebouwen met meer groen. Welk begrip beschrijft deze aanpak het beste?
A
Selectieve migratie
B
Creatieve industrie
C
Woningbezetting
D
Herinrichting
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het doel van het stimuleren van de creatieve industrie in Amsterdam?
A
Om innovatie en economische groei te stimuleren.
B
Om vervuilende industrieën te vervangen door duurzamere bedrijven.
C
Om de huizenprijzen te verhogen.
D
Om meer toeristen naar de stad te trekken.
Slide 24 - Quizvraag
Op welke manier kan een stad zich voorbereiden op verandering van het klimaat (klimaatbestendige inrichting)? Door